AXA-bruggepensioneerden worden een uitzondering

© ImageGlobe
Alain Mouton

Veel van de werknemers die hun baan verliezen door de herstructurering bij verzekeraar AXA zouden met brugpensioen kunnen gaan. Zeker vanaf 56 jaar en misschien zelfs vanaf 55 jaar. Maar zij worden uitzonderingen. De voorwaarden om tot het stelsel toe te treden worden steeds strenger. Tegen het einde van de legislatuur is brugpensioen onder de 60 jaar niet eens meer mogelijk.

Bij AXA staan 650 van de 4.200 banen op de tocht. Als de verzekeraar het statuut krijgt van bedrijf in herstructurering – en aangezien meer dan 10 procent van de banen bedreigd is zal dat ook gebeuren – kan er massaal een beroep worden gedaan op brugpensioen. Zeker bij dit bedrijf, waar de gemiddelde leeftijd 45 jaar is. Volgens de vakbonden zijn 800 werknemers bij AXA ouder dan 55 jaar. De werknemers in die leeftijdscategorie wier baan bedreigd is, komen in aanmerking voor brugpensioen vanaf 56 jaar. Een sociaal akkoord op bedrijfsniveau zou het zelfs mogelijk maken dat werknemers al op hun 55ste met brugpensioen kunnen.

Voor een buitenstaander komt dit vreemd over. Is de toegang tot het brugpensioen – of het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) zoals het nu heet – door de vorige en huidige regering niet aanzienlijk moeilijker gemaakt? De regering-Di Rupo trok de minimumleeftijd op van 58 tot 60 jaar. De regering-Michel verhoogde die tot 62 jaar. Maar dan hebben we het over het conventioneel brugpensioen. Bij bedrijven in moeilijkheden en herstructurering kunnen werknemers vroeger met brugpensioen. Vandaag is dat 56 jaar (55 jaar in een aantal uitzonderlijke gevallen, afhankelijk van wat in cao’s is voorzien).

Maar deze leeftijdslimiet wordt al sinds een aantal jaar aangepast en dat proces is nog niet ten einde. Volgend jaar is de minimumleeftijd 57 jaar, in 2018 58 jaar en tegen 2020 zal brugpensioen onder 60 jaar onmogelijk zijn. Ter vergelijking: in 2012 was brugpensioen op 52 jaar nog perfect mogelijk.

Uitdovend

De verstrenging van de leeftijdsvoorwaarden om toe te treden tot het stelsel heeft merkbare gevolgen voor het aantal bruggepensioneerden of SWT’ers. Eind juni telde België 94.980 bruggepensioneerden. Dat is het laagste cijfer sinds 1980 (75.776). Sinds de jaren tachtig is het aantal bruggepensioneerden gestaag toegenomen tot 120.322 in 2010. Sindsdien kent het een neerwaartse trend. Nu zitten we dus al onder 95.000. (zie tabel Aantal bruggepensioneerden/SWT’ers blijft dalen) Bovendien neemt het aandeel van de 60-plussers in de populatie van bruggepensioneerden toe. Van die 95.000 zijn er 76.413 ouder dan 60 jaar. De relatief jonge bruggepensioneerden worden steeds zeldzamer. Momenteel zijn er amper 239 bruggepensioneerden jonger dan 52 jaar. In 2000 waren er nog meer 8000 jonger dan 54 jaar. Het stelsel dooft dus uit. Het gaat traag, maar de trend lijkt niet meer te keren gekeerd.

AXA-bruggepensioneerden worden een uitzondering
© Trends

Bovendien moeten de nieuwe bruggepensioneerden of SWT’ers zich tegenwoordig tot hun 60ste beschikbaar stellen voor de arbeidsmarkt. Daarmee wordt teruggekeerd naar de essentie van het brugpensioen: een vorm van werkloosheid waarbij de werkgever een toeslag betaalt bovenop de uitkering.

Die beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt blijft wel de zwakke schakel van het stelsel. Het gaat slechts om een kleine 6000 mensen. De kans is klein dat de nieuwe bruggepensioneerden opnieuw aan de slag raken. Zij hebben de knop omgedraaid en zien het brugpensioen vooral als een springplank naar het echte pensioen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content