Automatisering zal ons niet redden van de vergrijzing (maar misschien brengt een meerwaardebelasting soelaas)

© Getty Images
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur Trends

De vergrijzing zet bedrijven aan om te automatiseren, maar dat zal het welvaartsverlies niet compenseren, waarschuwen twee Gentse economen. Bovendien zal de automatisering de begroting in de problemen brengen en de ongelijkheid vergroten. Misschien brengt artificiële intelligentie soelaas. En een meerwaardebelasting.

Het klinkt verrassend, maar de vergrijzing heeft ook voordelen voor de economie. Dat komt doordat we ons gedrag zullen afstemmen op de vergrijzing. Als u langer leeft, zal u ook langer consumeren, en om dat te betalen, zal u meer en langer werken, zeker als de toekomstige pensioenen onzeker zijn. Als u weet dat u langer zal werken, zal u ook meer geneigd zijn om te studeren en later bijkomende opleidingen te volgen, zodat u al die tijd inzetbaar én productief blijft. Dat is allemaal goed voor de economische groei. Negatieve effecten zijn helaas ook mogelijk. De vergrijzing en de bijbehorende arbeidsmarktkrapte zullen bijvoorbeeld ondernemers ontmoedigen om te investeren in een uitbreiding van de productie, omdat ze maar moeilijk de nodige werknemers vinden, ook al zijn die beter opgeleid.

Het goede nieuws is dat de positieve gedragseffecten op de economische groei overwegen. Het slechte nieuws is dat dit positieve saldo wordt weggeveegd door het negatieve demografische effect van de vergrijzing. Er zijn steeds minder mensen op actieve leeftijd om de welvaart van de bevolking op peil te houden. Tussen 2010 en 2024 knipte dat demografische effect in België elk jaar 0,27 procentpunt weg uit de economische groei per hoofd van de bevolking. Dat is geen detail, in het besef dat de overblijvende groei per hoofd amper 1 procent per jaar bedroeg. De komende jaren zwakt de demografische tegenwind weliswaar een beetje af, maar hij zal nog tot minstens 2070 blijven waaien.

Complexe omstandigheden

Hoe kunnen we dat welvaartsverlies vermijden? Immigratie is één manier. Die kan de arbeidsmarktkrapte helpen te lenigen, als de immigranten op actieve leeftijd voldoende geschoold zijn (zie kader Redt immigratie onze welvaart?).

Een andere oplossing is meer automatisering. De omstandigheden zijn gunstig: de krapte op de arbeidsmarkt maakt arbeid duurder en het vele spaargeld in een vergrijzende samenleving drukt de rente lager. Dat zal de investeringskosten van automatiseringen verlagen, staat te lezen in Automatisering in tijden van vergrijzing: vloek of zegen?, een studie verschenen in Gentse Economische Inzichten, een publicatie van de Universiteit Gent. Automatisering verhoogt de productiviteit, en dus de economische groei. Maar, vragen professor Freddy Heylen en doctoraatsstudent Arthur Jacobs zich af, zal het effect van de automatisering krachtig genoeg zijn om het welvaartsverlies goed te maken?

Het economische model van Heylen en Jacobs bekijkt eerst een vergrijzende economie waarin bedrijven geen beroep mogen doen op technologische alternatieven voor menselijke arbeid. In dat geval houdt de economie zich eerst nog kranig (zie grafiek Vergrijzing duwt welvaartsgroei onder nul). Tot 2019 laat het model een positieve groei per hoofd zien, doordat mensen langer werken en de arbeidsproductiviteit toeneemt – gevolgen van de positieve reacties op de vergrijzing, zoals langer studeren. Maar vanaf 2020 wordt dat effect overstemd door de demografische tegenwind en duikt de groei per hoofd in het rood.

‘Meerwaarden op aandelen zijn een vorm van inkomen uit kapitaal. Waarom zou dat inkomen niet belast mogen worden zoals inkomen uit arbeid?’

In een tweede scenario mogen bedrijven wel reageren op de vergrijzing door automatisering. Het resultaat valt tegen. De groei per hoofd krimpt minder, maar blijft toch krimpen, nog tot minstens 2050. Veel technologie is geen perfect substituut voor menselijke arbeid. Zelfscankassa’s nemen het over van kassabedienden en chatbots van telefonisten, maar die tools kunnen moeilijk omgaan met complexe vragen of omstandigheden. Werknemers blijven nodig als back-up. Voor veel menselijke taken is er zelfs geen alternatief. Investeringen in automatisering verhogen bovendien de vraag naar kapitaal. Daardoor stijgt de rente, en worden langer studeren en langer werken minder noodzakelijk om voldoende pensioeninkomen op te bouwen.

Meerwaardebelasting

We zullen dus niet ontsnappen aan het welvaartsverlies. Daar komen nog andere zorgen bovenop. De vervanging van arbeid door automatisering zet de lonen onder druk, terwijl de vermogenden profiteren van de hogere rente door de toegenomen vraag naar investeringskapitaal. Daardoor stijgt het aandeel van de mensen met kapitaal in het nationale inkomen ten nadele van de loontrekkenden. Ook in de groep van de loontrekkenden neemt de ongelijkheid toe. Kort- en middengeschoolde werknemers voeren vaker routinematige taken uit, en zijn daardoor kwetsbaarder voor automatisering dan hooggeschoolden.

Ook voor de overheid is er slecht nieuws. De gestegen rente verhoogt de rentelasten en zet de begroting onder druk. Bovendien vallen de belastingontvangsten terug. Automatisering verhoogt nochtans de productiviteit, en dus de economische groei, wat juist meer belastinggeld in het laatje zou moeten brengen. Maar dat gebeurt dus niet. De verklaring is gelegen in het gedaalde aandeel van de loontrekkenden in het nationaal inkomen. “De personenbelasting is de belangrijkste inkomstenbron voor de Belgische overheid”, schrijven Heylen en Jacobs. “Wanneer een kleiner deel van het bbp naar de werknemers gaat en een groter deel naar de vermogenden, betekent dat een terugval van de belastingontvangsten. Arbeid wordt immers zwaarder belast dan kapitaal. Dit effect speelt voor de begroting een sterkere rol dan de hogere groei door automatisering.”

Heylen en Jacobs pleiten daarom voor een gelijkere belasting van inkomens uit arbeid en kapitaal, en een hogere progressiviteit van de belastingvoeten. Een meerwaardebelasting, zoals de federale regering die wil invoeren, zou een stap in de goede richting zijn. “Meerwaarden op aandelen zijn een vorm van inkomen uit kapitaal”, zegt Heylen in een reactie aan Trends. “Waarom zou dat inkomen niet belast mogen worden zoals inkomen uit arbeid? Onze studie ondersteunt pleidooien voor een taxshift.”

Heylen verwijst ook naar de Hoge Raad van Financiën. Die schreef in een rapport van oktober 2024 dat het verschil tussen de belastingdruk op inkomen uit arbeid en uit kapitaal in ons land groter is dan in de meeste OESO-landen. In het voorbije decennium is dat verschil zelfs nog gevoelig toegenomen.

Vorming

Alles samen brengt de studie een weinig opbeurend beeld, maar Heylen en Jacobs laten licht schijnen aan het einde van de tunnel. Misschien kan artificiële intelligentie (AI) de productiviteitsgroei zo boosten dat het welvaartsverlies door de demografische tegenwind overklast wordt. Maar ook hier rijst een probleem. AI kan de ongelijkheid tussen arbeid en kapitaal nog meer aanscherpen, vrezen de Nobelprijswinnaars Daron Acemoglu en Simon Johnson. Want door automatisering is het aandeel van de kapitaalbezitters in het nationaal inkomen gestegen. Dat kan de vermogenden aanmoedigen om nog meer te investeren in AI-automatisering ter vervanging van werknemers. Dat zal de onderhandelingsmacht van werknemers verder verzwakken, wat de automatisering nog zal versnellen. En dat kan ook de begroting nog dieper in de problemen duwen.

‘Tot nu hadden bepaalde professionele groepen het monopolie over kennis, denk aan artsen of juristen. Dankzij AI zal dat veranderen’

Veel zal dus afhangen van de manier waarop AI ingezet wordt in de economie: als vervanging van arbeid, of als complement van arbeid. In dat laatste geval maken mensen gebruik van AI-tools om efficiënter te werken, meer kwaliteit te leveren, of zelfs nieuwe banen uit te oefenen. Ook in dit scenario krijgt de productiviteit een boost, met positieve gevolgen voor de welvaart. Het verschil zit in het uitblijven van grotere ongelijkheid. “Complementaire AI maakt werknemers sterker en verhoogt de vraag naar arbeid”, zegt Heylen. “Het zal ook de negatieve gevolgen voor de begroting vermijden.”

Complementaire AI kan ook in de groep van de loontrekkenden een gelijkere inkomensverdeling teweegbrengen. “Tot nu hadden bepaalde professionele groepen het monopolie over kennis”, zegt Jacobs. “Denk aan artsen of juristen. Maar dankzij AI kunnen ook mensen zonder de hoogste kwalificaties zich toeleggen op de diagnose van mensen of de interpretatie van wetteksten. Volgens MIT-professor David Autor biedt AI zo een kans om de middenklasse opnieuw te versterken. Want ook middengeschoolden zullen aanspraak kunnen maken op belangrijke of invloedrijke banen, waardoor ze sleutelbeslissingen kunnen nemen, ondersteund door AI. Daar zal hun loon wel bij varen. Door het democratiserende effect van AI zal de kostprijs van professionele diensten bovendien zakken, wat alweer ten goede van de middenklasse komt.”

Vorming wordt cruciaal. “We zullen werknemers de kans moeten geven om gevorderde AI-tools te leren hanteren”, zegt Heylen. “De maatschappij staat voor een fundamentele keuze. Zal AI dienen om werknemers nieuwe kansen te geven en sterker te maken? Of om werknemers te vervangen? Aan het beleid om te kiezen.”

Redt immigratie onze welvaart?

De vergrijzing zal automatisering uitlokken, maar niet elke economische activiteit valt zomaar te automatiseren. Vandaar dat nogal wat ondernemers de arbeidsmarktkrapte moeten lenigen met buitenlandse werknemers. Wie een bezoekje brengt aan grote bouwwerven, zal amper nog Nederlands horen praten.

Kan immigratie de demografische druk op onze welvaart compenseren? “Ja, onder bepaalde voorwaarden”, zegt Freddy Heylen. “De economische groei per hoofd zal stijgen als de immigranten op actieve leeftijd en voldoende geschoold zijn, en minstens evenveel uren werken als de gemiddelde Belg op actieve leeftijd. Immigranten die niet op actieve leeftijd zijn, onvoldoende geschoold zijn of niet werken, leiden tot een lagere groei per hoofd.”

Immigratie kan ook een effect hebben op de ongelijkheid. “Als migranten overwegend laaggeschoold zijn, zal het aanbod van laaggeschoolde arbeid toenemen”, aldus Heylen. “Dat zal het loon van laaggeschoolden drukken, met een grotere loonongelijkheid tot gevolg. Wat niet wegneemt dat jonge immigranten op termijn kunnen doorgroeien tot hooggeschoolde werknemers.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content