Alexander De Croo: ‘Je maakt de wereld nooit duurzaam met overheidsgeld alleen’
Financieel rendement is dubbel zoveel waard als het ook de wereld vooruit helpt. De Belgische overheid en bedrijfswereld verzamelen 50 miljoen euro voor duurzame investeringen in de Afrikaanse en de Aziatische privésector. “Investeren is beter dan schenken”, zegt bezieler Alexander De Croo, minister van Ontwikkelingssamenwerking. “Je ziet je inleg pas terug als die echt het verschil heeft gemaakt.”
Doneren aan de ontwikkelingslanden, dat doen we allemaal. Beleggen in de ontwikkelingslanden, daar zijn vele geesten nog niet rijp voor, zelfs niet de geesten van doorgewinterde investeerders, ondervond Alexander De Croo (Open Vld). De minister van Financiën en Ontwikkelingssamenwerking had drie jaar nodig om het SDG Frontier Fund op poten te krijgen, een fonds waarmee de overheid en de bedrijfswereld samen investeren in de ontluikende privésector van de ontwikkelingslanden. Het idee was niet alleen nieuw voor de bedrijfswereld, de geldschieters moesten ook niet rekenen op snel en gemakkelijk geldgewin. Het SDG Frontier Fund wil de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties nastreven. Dat wil zeggen: geen kinderarbeid, milieuvervuiling of andere roofbouw. “Mooi voorstel, kregen we van Belgische financiers te horen. Maar zodra de details op tafel kwamen, verliepen de gesprekken een stuk moeilijker”, aldus De Croo.
De westerse overheden pompen nu miljarden in hun economie, de ontwikkelingslanden hebben die mogelijkheid niet” Luuk Zonneveld, BIO
Er kwam ook politiek masseerwerk aan te pas. “Winst is goed, ook voor duurzame ontwikkelingssamenwerking. Het was niet simpel dat uit te leggen in het parlement, en ook niet in de wereld van de ontwikkelingssamenwerking”, zegt De Croo. “Geen enkele economische activiteit is duurzaam als ze nooit winst maakt. Waarom hebben wij zoveel windmolens in de Noordzee? Omdat we geloven in hernieuwbare energie en ervoor zorgen dat investeerders in windmolenparken winst kunnen maken. Winst is ook de sleutel om meer financiering los te krijgen voor ontwikkelingsprojecten. Maar de ontwikkelingssamenwerking is niet georganiseerd op dat idee.”
Ondanks de groeipijnen lukte het toch. In een eerste ronde haalde het SDG Frontier Fund 25,3 miljoen euro op. Het streefdoel is 50 miljoen euro. AG Insurance, Belfius Insurance en vdk bank kwamen over de brug, samen met vijf vermogende families. Ook de Koning Boudewijnstichting stapte in. Doorslaggevend was de inbreng van de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (BIO). Met 1 miljard euro aan activa in ontwikkelingslanden – in de vorm van kapitaal en leningen aan kmo’s, financiële instellingen, fondsen en infrastructuurprojecten – is dat overheidsorgaan een specialist ter zake. Het stelt daarom een selectie van projecten voor aan het SDG Frontier Fund. Dat zal enkel investeren in projecten waarin ook BIO investeert. Concreet gaat het om participaties in private-equityfondsen in Afrika en Azië (zie kader Fonds voor fondsen). Op dat soort investeringen haalt BIO een gemiddeld rendement van 8 procent per jaar. Dat rendement streeft ook het SDG Frontier Fund na, wat voldoende bleek om de geldschieters over de brug te halen.
Met klassieke private-equity-investeringen in westerse landen valt veel meer te verdienen, maar bij het SDG Frontier Fund is het niet alleen om het financiële rendement te doen. Het fonds biedt ook een maatschappelijk rendement, in de vorm van duurzame welvaart voor ontwikkelingslanden. Zonder de expertise van BIO zou dat maatschappelijke rendement in de praktijk onhaalbaar zijn voor commerciële investeerders, volgens Wim Vermeir, chief investment officer van AG Insurance. “Wij zouden niet in ons eentje investeren in private equity in ontwikkelingslanden. Vaak zijn het politiek en juridisch instabiele landen, met wisselend respect voor de mensenrechten en deugdelijk bestuur. Als verzekeraar moeten wij denken aan onze goede reputatie. Bij alles wat we doen, willen we ‘s nachts rustig blijven slapen. De investeringservaring van BIO in zulke projecten, samen met haar selectie op ethische en duurzaamheidscriteria, stellen ons gerust.”
Coronapandemie
Voor BIO is de samenwerking met de privésector als co-investeerder een primeur. “Ik vond dat de expertise van BIO niet langer voorbehouden mocht blijven voor de overheid”, aldus De Croo. De privéfinanciers zijn dus welkom in het SDG Frontier Fund, maar de kleine belegger vooralsnog niet. “Laat het fonds zich eerst bewijzen voor de grote financiers. De kleine belegger is de volgende stap”, zegt De Croo. “In Nederland kan de particuliere belegger al instappen in dat soort fondsen, omdat het land een lange traditie heeft in die beleggingscategorie.”
Voor de bediening van de Belgische kleine belegger zouden heel wat praktische kwesties te regelen vallen, volgens Luuk Zonneveld, de CEO van BIO. “De Belgische wetgever zou BIO allereerst de mogelijkheid moeten geven producten voor kleine beleggers te verdelen. Daarna zouden we nog een Europese certificatieprocedure moeten doorlopen, wat al gauw twee tot drie jaar kost. Dan komt nog de opbouw van het apparaat om de particuliere spaarder aan te spreken, te bedienen en regelmatig in te lichten met degelijke rapporten. Dat alles is geen geringe klus. Het heeft drie jaar geduurd om het fonds in elkaar te steken voor grote privéfinanciers. Laat ons hiermee beginnen. Als het lukt, kunnen we over een paar jaar uitpakken met een mooi verhaal voor kleine beleggers.”
De coronapandemie was geen argument om de lancering van het fonds uit te stellen, integendeel. “De westerse overheden pompen nu miljarden in hun economie, de ontwikkelingslanden hebben die mogelijkheid niet”, zegt Zonneveld. “Op zulke momenten kan een fonds als SDG Frontier Fund soelaas brengen. Dat doet BIO nu al. We hebben noodfinanciering van 50 miljoen euro klaargezet om de bedrijven in onze portefeuille te helpen met overbruggingskredieten of extra kapitaal. Ik denk aan een coöperatief taxibedrijf in Lima, dat door de lockdown in gigantische problemen kwam. Investeerders die van aanpakken weten, kunnen het herstel in zo’n land bespoedigen en zelf nog een graantje meepikken ook.”
Als het lukt, kunnen we over een paar jaar uitpakken met een mooi verhaal voor kleine beleggers” Luuk Zonneveld, BIO
Middenklasse
Initiatieven zoals het SDG Frontier Fund kunnen nooit het hele ontwikkelingswerk overnemen, beseft De Croo. “Investeringen zonder winstoogmerk, zoals de bouw van scholen en ziekenhuizen, blijven tot de basis van het ontwikkelingswerk behoren. Maar wat kan erop tegen zijn ook privémiddelen te mobiliseren? Sla er de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties maar op na: daar zijn enorme bedragen voor nodig. De wereld maak je nooit duurzaam met overheidsgeld alleen. Zelfs als alle OESO-landen netjes hun belofte nakomen om 0,7 procent van hun bruto binnenlands product te besteden aan duurzame ontwikkelingssamenwerking, blijft er een grote financieringskloof.”
Het moment voor het SDG Frontier Fund – dat mikt op de duurzame ontwikkeling van het ondernemerschap – was nooit zo goed, aldus De Croo. “De ontwikkelingslanden hebben een jonge, en dus ondernemende bevolking, die kan beschikken over technologie die veel toegankelijker is dan vroeger. Dat maakt het potentieel aan ondernemerschap waanzinnig groot. Maar schenk zo’n jonge man of vrouw geen geld, bied kapitaal aan. Investeren is beter dan schenken. Je ziet je inleg pas terug als die echt het verschil heeft gemaakt. Een investeerder moet altijd nagaan of zijn kapitaal aan een reële behoefte beantwoordt. Die dwingende zorg heeft een schenker niet, want die hoeft zijn geld niet terug te zien. Daarom heeft de investeringsmechaniek zoveel ontwikkelingspotentieel.”
Een groeiende privésector is een probaat middel tegen armoede, zo hebben de afgelopen dertig jaar bewezen, aldus De Croo. “Het creëert een middenklasse met een goed inkomen, die het zich kan veroorloven zijn kinderen naar school te sturen. Een middenklasse laat zich gelden, waardoor het aantal precaire banen zonder arbeidscontract of sociale bescherming slinkt. Veel machthebbers zijn geen fan van de middenklasse, want zij laat haar stem horen. Dat is de uiteindelijke betrachting van het SDG Frontier Fund: het opstaan van een middenklasse.”
Fonds voor fondsen
Het SDG Frontier Fund is een zogenoemd dakfonds. Het investeert niet rechtstreeks in bedrijven, wel in fondsen die op hun beurt investeren in bedrijven. Twee fondsen krijgen eerstdaags een inbreng van het SDG Frontier Fund: het African Rivers Fund en het Excelsior Capital Vietnam Private Equity Fund, die groeikapitaal verschaffen aan lokale kmo’s. De selectie van professionele investeringsfondsen in de ontwikkelingslanden is geen sinecure en gebeurt daarom in samenwerking met het ontwikkelingsfonds BIO, de overheidspartner in het SDG Frontier Fund. BIO heeft relevante ervaring. Sinds zijn oprichting in 2001 investeerde het niet alleen in kmo’s, infrastructuur en instellingen voor microkrediet, maar ook in ruim 60 investeringsfondsen in ontwikkelingslanden. De Afrikaanse private-equitymarkt is erg pril, maar de groei is ingezet, aldus Luuk Zonneveld, de CEO van BIO. “Het gaat niet alleen om geld. Je moet er de fondsen uit pikken die de kmo’s professioneel kunnen begeleiden. Vandaag telt Afrika een tiental goede fondsbeheerders en een vijftigtal goede fondsen. Onlangs is zelfs het allereerste durfkapitaalfonds voor digitale technologie opgezet.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier