Alain Destexhe hekelt uitgebreide vakbondsprivileges

© belga
Alain Mouton

MR-parlementslid Alain Destexhe bekritiseert in een nieuw boek de almacht van vakbonden: hun aanwezigheid in de machtscenakels, de vele voordelen van de mandatarissen en de ondoorzichtige financiën.

MR-parlementslid Alain Destexhe bekritiseert in een nieuw boek de almacht van vakbonden: hun aanwezigheid in de machtscenakels, de vele voordelen van de mandatarissen en de ondoorzichtige financiën.

In Syndicats. Enquête sur le plus puissant lobby du pays. (Renaissance du Livre, 160 blz). toont Destexhe aan dat de vakbonden in zowat alle machtscenakels een voet tussen de deur hebben. Via bevriende politici zitten ze in de regering en het parlement, ze hebben vertegenwoordigers in allerlei organen zoals de Nationale Arbeidsraad en de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, en ze leveren lekenrechters in de arbeidsrechtbanken.

“De vakbonden, die het maar al te graag hebben over het complot van het grootkapitaal en het neoliberalisme, bevinden zich zelf in een geprivilegieerde positie. Ze zijn met voorsprong de machtigste lobby van het land”, zegt hij. “Op zich is dat niets speciaals, aangezien de vakbonden de werknemersbelangen moeten dienen. Maar het is duidelijk dat dat niet langer hun prioriteit is. Het gaat enkel en alleen om het behoud van privileges en voordelen.”

Destexhe zegt dat hij bij het schrijven van het boek van de ene verbazing in de andere is gevallen: “Hun machtspositie is veel groter dan ik dacht. De vakbonden zitten bijvoorbeeld ook in het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, of ze spelen een adviserende rol bij het wetenschapsbeleid. Het gaat hier om organen die volstrekt geen raakvlak hebben met de doelstelling van de vakbonden: de bescherming van de werknemers.”

Financieel giswerk

In de ogen van Destexhe is de vakbondsmacht de voorbije jaren ontspoord, waardoor de vakbonden privileges hebben verworven die ze tot elke prijs in stand willen houden. In het boek somt hij een rist voorbeelden op. Het bekendste is wellicht het gebrek aan rechtspersoonlijkheid van de vakbonden, waardoor het zo goed als onmogelijk is om een zicht te krijgen op hun financiële situatie. De vakbonden verdedigen die situatie omdat ze niet willen dat werkgevers weten hoeveel er in de stakingskassen zit.

Destexhe stelt vast dat de totale vakbondsfinanciering ondoorzichtig is. “Vakbonden beschikken over inkomensbronnen die vaak amper bekend zijn bij het grote publiek. Zoals de syndicale premie die betaald wordt om in het bedrijf de sociale vrede te bewaren. Ook de fondsen van bestaanszekerheid zijn omgeven door een waas van geheimzinnigheid. En wie is op de hoogte van de subsidies die vakbonden krijgen voor het organiseren van sociale verkiezingen?”

Perverse ontslagbescherming

Destexhe opent in zijn boek ook een aanval op de in zijn ogen overdreven ontslagbescherming van vakbondsvertegenwoordigers in een bedrijf. “Uiteraard moeten syndicale vertegenwoordigers beschermd worden tegen de willekeur van de werkgever”, benadrukt hij. “Maar de bescherming heeft ook perverse effecten.

Advocaten gespecialiseerd in arbeidsrecht hebben berekend dat een bedrijf met 100 werknemers 54 beschermde medewerkers kan tellen als bij sociale verkiezingen voor elke functie en door elke vakbond bij sociale verkiezingen een volledige kandidatenlijst wordt ingediend.” De beschermingsvergoeding kan oplopen tot acht jaar loon.

Destexhe voegt eraan toe dat die beschermingsvergoeding vaak behouden blijft wanneer een onderneming moet sluiten. “Het gebeurt regelmatig dat een vakbond onderhandelt met de werkgever over een speciaal sociaal plan zodat de afgevaardigden een extraatje krijgen boven op ontslagvergoedingen bij herstructureringen. Zijn gewone werknemers dan minderwaardig wanneer het slecht gaat? Die voordelen gelden niet alleen voor vakbondsvertegenwoordigers. Het gebeurt ook dat vakbondsleden bij een herstructurering meer krijgen dan niet-gesyndiceerden. Als dat geen discriminatie is.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content