Afrika heeft meer juiste data nodig om meer geld te kunnen krijgen
Slechte data en kleine kapitaalmarkten maken het moeilijk risico’s en rendementen in te schatten.
“Het concept van risico is uitgevonden om ervoor te zorgen dat er geen investeringen naar Afrika komen”, vertelde Gagan Gupta eerder dit jaar aan een publiek van investeerders en ondernemers. Gupta, wiens bedrijf werkt aan logistiek en nutsvoorzieningen in Afrika, is optimistisch over het continent en kritisch over het vermogen van buitenstaanders om het te beoordelen. Philippe Valahu, de baas van PIDG, een groep die zich bezighoudt met infrastructuurfinanciering, sluit zich daarbij aan: “Ik besteed een groot deel van mijn tijd aan het ontkrachten van risicopercepties”, zegt hij. Aubrey Hruby, die investeerders adviseert over Afrika: “Amerikanen vragen altijd: hoe zit het met corruptie? Dan denk ik: hoeveel burgemeesters in Amerika zitten in de gevangenis voor corruptie?”
De opvatting dat Afrikaanse bedrijven en overheden hogere kosten betalen dan nodig is om investeerders te compenseren voor de risico’s die ze nemen, is wijdverbreid op het continent. Regionale beleidsmakers zijn zelfs van plan in 2025 een Afrikaans kredietbeoordelingsbureau op te richten, als tegenwicht tegen de mondiale kredietbeoordelingsbureaus, die volgens hen worden geplaagd door vooroordelen. “We krijgen onterecht een hoger risicoprofiel, onder meer omdat onze balansen en economieën niet juist worden gewaardeerd”, zei Hakainde Hichilema, de president van Zambia, eerder dit jaar. Heeft hij gelijk?
Middelmatige instroom
Hoeveel het continent betaalt voor kapitaal is een dringende kwestie. De rentelasten van de regeringen rijzen er de pan uit, omdat landen gebukt gaan onder een enorme schuldenberg. De overheidsschuld in Afrika bezuiden de Sahara bedroeg vorig jaar 60 procent van het bruto binnenlands product (bbp), waarbij de schuldenlast van twee dozijn landen als onhoudbaar wordt beschouwd. Drie landen – Zambia, Ghana en Ethiopië – zijn sinds 2020 in gebreke gebleven. De verhouding tussen rentebetalingen en overheidsinkomsten is sinds 2010 verdubbeld. Om de schuldenlast te beheersen, moeten Afrikaanse landen hun zaken op orde krijgen. Dat zou makkelijker zijn als de schuldmarkten efficiënt zouden zijn.
‘We krijgen onterecht een hoger risicoprofiel. Onder meer omdat onze balansen en economieën niet juist worden gewaardeerd’
Hakainde Hichilema,
president
De andere reden voor urgentie is dat de instroom van schulden en aandelen is gestagneerd, terwijl de investeringsbehoeften enorm zijn. De Economische Commissie voor Afrika van de Verenigde Naties schat dat het continent elk jaar 100 miljard dollar minder financiering voor infrastructuur krijgt dan het nodig heeft. Afrikaanse landen bezuiden de Sahara hebben in 2023 geen obligaties in vreemde valuta uitgegeven.
De instroom van directe buitenlandse investeringen door multinationals is middelmatig, met iets minder dan 3 procent van het wereldwijde totaal in 2023. Beleggers worden ongetwijfeld geconfronteerd met een reeks risico’s, waaronder het in gebreke blijven van overheden, de devaluatie van munten, illiquiditeit en wanbeheer door bedrijven. Maar als er een systematische kloof bestaat tussen de perceptie van de risico’s door beleggers en de realiteit, kan het dichten ervan grote economische voordelen opleveren.
Niet eerlijk
Op het eerste gezicht lijkt de risicoperceptie voor Afrikaanse schulden en aandelen hoog. De gemiddelde kredietrating is volgens het ratingbureau Fitch bijna historisch laag. Alleen Namibië en Zuid-Afrika hebben ooit de rating investment grade (laag risico) voor hun obligaties gekregen. Volgens een recent onderzoek van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) moeten Afrikaanse landen lenen tegen rentetarieven die constant hoger zijn dan die van andere opkomende markten. De aandelenwaarderingen zijn laag, wat wijst op slechte groeivooruitzichten of hoge risico’s. Volgens Bloomberg worden beursgenoteerde bedrijven in Afrika ten zuiden van de Sahara verhandeld tegen 13 keer de winst. Als je Zuid-Afrika buiten beschouwing laat, daalt dat tot 6 keer.
Critici beweren dat die cijfers geen eerlijke weergave zijn van de werkelijke risico’s in Afrika. Moody’s, een ander ratingbureau, schat het percentage wanbetalingen op infrastructuurprojecten in Afrika laag in: 5,5 procent, vergeleken met 11,9 procent in Azië en 14,5 procent in Latijns-Amerika. Een ander risico voor aandeelhouders is dat slechte managers waarde vernietigen. Toch is het gemiddelde rendement op eigen vermogen onder de meest waardevolle 500 beursgenoteerde bedrijven op het continent een solide 15 procent, beter dan de gierige waarderingen impliceren.
Afrika-premie
Worden de kansen en gevaren van het inzetten van geld in Afrika dan verkeerd ingeschat? Nee, zegt het IMF in een recent onderzoek naar staatsobligaties in 89 landen sinds 2003. Dat concludeert dat Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara een hogere rente hebben dan andere landen, zelfs als rekening wordt gehouden met hun risicoclassificatie op het moment van uitgifte. Maar het IMF beweert dat die Afrika-premie niettemin wordt verklaard door andere “structurele factoren”. Die omvatten de transparantie van het begrotingsproces van een land, de omvang van de informele sector, de verfijning van de financiële sector en de kwaliteit van de regelgevende instellingen.
De kern van het debat over de Afrika-premie is slechte of ontoereikende informatie. De meeste beleggers zien dat als een vorm van risico. Sommige critici vrezen dat het een vorm van onwetendheid is. Het wegen van structurele factoren is een subjectieve oefening. Veel Afrikaanse landen hebben een geschiedenis van onvoorspelbare veranderingen in regelgeving, en het kan moeilijk zijn buitenstaanders ervan te overtuigen dat de tijden veranderd zijn. En het inschatten van de risico’s en de opbrengsten van investeringen in de privésector, in plaats van staatsleningen in de studie van het IMF, is veel lastiger. De kapitaalmarkten van het continent zijn klein en gefragmenteerd. Veel projecten zitten verborgen in de boeken van beursgenoteerde multinationals of fondsen. “Als een investeerder naar de markt kijkt, richt hij zich altijd op data”, zegt Guillaume Arditti, de oprichter van Belvedere, een adviesbureau dat zich richt op Afrika. “Die data bestaan in het continent niet op een niveau dat investeerders uit de Verenigde Staten of Europa gewend zijn.”
Er moet een einde komen aan die informatie-inefficiëntie. Een idee is het Afrikaanse kredietbeoordelingsbureau. Het kan geen kwaad nog een bron van ratings te hebben, maar een bureau van eigen bodem zal aan de perceptie van buitenstaanders waarschijnlijk niet veel veranderen.
In plaats daarvan is het veelbelovender de kwaliteit en de beschikbaarheid van investeringsdata te verbeteren. Regeringen zouden openhartig moeten zijn over de structuur van hun schulden. Een plan van de Wereldbank om een database op te zetten, die het mogelijk maakt het rendement van infrastructuurprojecten uit het verleden in te schatten, moet worden versneld. Meer bedrijven aanmoedigen te noteren op regionale beurzen zou meer inzicht geven in de activiteiten van de privésector. Hoe meer data investeerders en bedrijven hebben, hoe waarschijnlijker het is dat de risico’s en de rendementen accuraat worden ingeschat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier