Afrika bezuiden de Sahara staat voor grote uitdagingen

De Angolese hoofdstad Luanda verpaupert. © REUTERS

Niet iedereen heeft een verloren decennium. Landen die minder afhankelijk zijn van grondstoffen, staan er beter voor.

Wandelen door Luanda, de hoofdstad van Angola, is een rondgang over een kerkhof uit een ander tijdperk. Half gebouwde of lege wolkenkrabbers doemen op boven de kustweg. Sommige bars langs het strand zijn opzichtige monumenten uit de tijd dat de olieprijs constant boven 100 dollar lag en de elite feest vierde in het op één na grootste productieland van Afrika ten zuiden van de Sahara.

Tien jaar na het einde van de grondstoffenhausse die Afrika’s groei aan het begin van de 21ste eeuw voedde, heeft de Angolese economie het nog altijd moeilijk. Het bruto binnenlands product (bbp) per persoon ligt bijna een derde lager dan in 2014. Schulden uit de goede tijden moeten nu worden terugbetaald. Vera Daves de Sousa, de minister van Financiën van het land, zegt dat 58 procent van de overheidsinkomsten opgaat aan het afbetalen van schulden.

Grondstoffen

Het verhaal van Angola vindt weerklank in andere Afrikaanse landen. In oktober beschreef het IMF “het groeipatroon op twee sporen van Afrika bezuiden de Sahara”. Op het ene spoor zitten de 23 landen die het classificeert als “grondstofintensief”. Dat zijn landen die minstens 25 procent van hun export uit niet-hernieuwbare grondstoffen zoals olie, goud of diamanten halen. Naast Angola bevat die lijst de grootste twee economieën in Afrika ten zuiden van de Sahara: Nigeria en Zuid-Afrika.

Gemiddeld hebben grondstofintensieve landen vandaag een lager bbp per persoon dan tien jaar geleden. Dat is een gevolg van de lagere prijzen voor hun export. Maar het weerspiegelt ook diepere problemen. De meeste grondstofrijke landen hebben zich meer gericht op het verdelen van de buit van de haussejaren dan op veerkrachtige economieën op te bouwen.

In 2025 zullen negen van de snelst groeiende twintig economieën ter wereld in Afrika liggen.

Aan de andere kant staan de landen die minder afhankelijk zijn van grondstoffen. Het bbp per persoon bleef daar gestaag groeien na de hausse. Volgens het IMF zullen in 2025 negen van de snelst groeiende twintig economieën ter wereld in Afrika liggen. De meeste van die landen zijn niet grondstofintensief. Rwanda, Ethiopië, Ivoorkust en Tanzania, bijvoorbeeld, zullen naar verwachting met minstens 6 procent groeien. Het helpt dat ze hebben moeten leren om andere bronnen van groei te vinden.

Voorbeeldfunctie

Dat is goed nieuws voor Afrika ten zuiden van de Sahara. De regio staat voor grote uitdagingen: krappe budgetten door lage groei en hoge schulden betekenen dat er weinig ruimte is om te investeren in de toekomst. Financiering voor scholen, infrastructuur en aanpassing aan klimaatverandering is moeilijk te vinden in eigen land of internationaal. Een gebrek aan officiële banen voor de miljoenen mensen die elk jaar de arbeidsmarkt betreden, baart de beleidsmakers zorgen. Veel waarnemers zijn sceptisch of de regio ooit de achterstand op de rest van de wereld kan inhalen. Als sommige Afrikaanse staten de kloof kunnen dichten, kunnen ze een voorbeeldfunctie vervullen.

Het slechte nieuws is dat de economieën van die uitschieters niet groot genoeg zijn om het continent aan te drijven, nóg niet. Zuid-Afrika, Nigeria en Angola zijn goed voor bijna 40 procent van het bbp van Afrika ten zuiden van de Sahara. Het wordt tijd dat die reuzen hun zaken op orde krijgen.

Lees meer over:

Partner Content