4 vragen over TTIP: ‘Zonder TTIP lopen we pak voordelen mis’
Frankrijk en Duitsland hebben het vrijhandelsakkoord tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten afgeschoten. Zijn de TTIP-onderhandelingen nu ten dode opgeschreven? Wij vragen het aan Trends-redacteur, Jozef Vangelder.
Zijn de onderhandelingen over TTIP nu ten dode opgeschreven?
Dat denk ik niet. Zo’n onderhandelingen zijn nu eenmaal een ingewikkeld spel van geven en nemen, en occasioneel borstgeroffel van politici hoort daarbij. Op lange termijn zijn de economische belangen van een vrijhandelsakkoord te groot om op te geven. Zelfs al schort de EU de onderhandelingen met de Amerikanen op, dan nog zullen beide partijen na verloop van tijd de weg terugvinden naar de onderhandelingstafel. Eerst moeten de komende stembusslagen afgewerkt worden in Duitsland, Frankrijk en de VS. Vrijhandelsverdragen zijn tegenwoordig niet populair bij de kiezer, en de politici willen hun vingers niet verbranden aan een akkoord.
Nog dit. Het was al langer duidelijk dat de onderhandelingen over het vrijhandelsakkoord met de VS – het Transatlantic Trade and Investment Partnership of TTIP – stroef verlopen. Anderzijds, de onderhandelingen zijn nu drie jaar bezig, en dat is niet eens zo lang. Het vrijhandelsakkoord tussen de VS en 11 andere landen rond de Stille Oceaan – of het Trans-Pacific Partnership (TTP) – heeft zeven jaar onderhandelen gekost. Zo bekeken zijn de TTIP-onderhandelingen nog niet eens halfweg.
Als TTIP mislukt, welke impact kan dat hebben op onze economie?
De nadelen van een mislukking moet je eigenlijk zien als voordelen die we zouden missen
Als de TTIP-onderhandelingen zouden mislukken, zal dat weinig directe impact hebben, simpelweg omdat er niks verandert vergeleken met de huidige toestand. Allicht zullen weinig bedrijven een akkoord over TTIP geanticipeerd hebben – bijvoorbeeld door investeringen in de VS – precies omwille van de onzekerheid over de afloop van de onderhandelingen.
De nadelen van een mislukking moet je eigenlijk zien als voordelen die we zouden missen. Vrijhandel is een natuurlijk gevolg van de schaalvergroting van onze economie, dankzij efficiënter transport en beter communicatietechnologie. Stel je voor dat de aloude douaneposten opnieuw zouden opgetrokken worden tussen België en zijn buurlanden, met de bijhorende doauneheffingen en rompslomp. Dat zou een enorme kost betekenen voor onze bedrijven, waarvan vele leven van de export naar de buurlanden. Om een idee te geven: in Vlaanderen zijn er alleen al 30.000 jobs rechtstreeks afhankelijk van de uitvoer van interieurtextiel naar Groot-Brittannië. De Britten zijn onze vierde handelspartner, goed voor bijna 9 procent van onze goederenuitvoer. Dat toont meteen wat op het spel staat bij een Brexit, de uitstap van de Britten uit de eengemaakte EU-markt, die een soort Europese TTIP is.
Dat is iets wat we vaak vergeten: internationale handel zorgt voor groei en jobs, zeker op lange termijn. Door de openheid zijn landen ook steeds meer economisch verweven geraakt. Afgewerkte producten bevatten almaar meer onderdelen die in meerdere landen gemaakt zijn. De handel in onderdelen of intermediaire goederen maakt intussen een groot deel van de internationale handel uit. Ook dat zorgt voor jobs en groei.
Wat niet wil zeggen dat TTIP per definitie voordelig zal zijn voor de EU. TTIP is een technocratisch werkstuk dat grotendeels draait rond samenwerking op vlak van regelgeving. Allerhande normen en voorschriften belemmeren vandaag de wederzijdse handel en investeringen. Een harmonisering van de regels zou dat moeten verhelpen, in principe. In de praktijk hangt veel af van de behendigheid van de onderhandelaars. Critici wijzen – terecht – op het gevaar dat de EU haar bewegingsvrijheid op vlak van kwaliteitsnormen zal prijsgeven, en de deur openzet voor lobbywerk van multinationals.
Hoe belangrijk is dit akkoord voor ons?
Volgens een vaak geciteerde studie van de Londense denktank Centre for Economic Policy Research zou TTIP tegen 2027 een half procent toevoegen aan het jaarlijkse bbp van de EU, en dat in het meest optimistische scenario. Per Europese burger komt het neer op 2,3 euro per week, of “een kopje koffie”, zoals de TTIP-tegenstanders het mooi uitdrukken.
Elke eerstejaarsstudent economie leert dat landen winnen bij vrijhandel
Vraag is of je dat soort berekeningen als leidraad moet nemen voor handelsverdragen tussen twee economische zwaargewichten, waarvan de effecten op lange termijn veel belangrijk zijn dan “een kopje koffie”. Elke eerstejaarsstudent economie leert dat landen winnen bij vrijhandel. Een land kan proberen om alles wat het nodig heeft, zelf te produceren. Maar dat zou heel veel middelen opslorpen. Landen doen er voordeel mee om zich te specialiseren in de productie van bepaalde goederen, en dan onderling te ruilen. Eén plus één wordt drie, want door de specialisatie en ruil kunnen landen gezamenlijk meer producten op de markt brengen, van betere kwaliteit en tegen lagere kosten. Anders gezegd, meer keuzevrijheid, degelijk materiaal, tegen een goeie prijs: de consument vaart er wel bij.
Niet te verwaarlozen zijn ook de indirecte effecten. Internationale handel bevordert de uitwisseling van nieuwe ideeën en technologieën, en verscherpt ook de concurrentie. Dat stimuleert bedrijven om te innoveren, zodat ze productiever worden. Dat verhoogt de economische groei, en dus de welvaart.
Het eeuwige probleem is dat deze voordelen niet direct aanwijsbaar zijn. Ze zitten verspreid over de hele economie. Niemand merkt er echt iets van, dus niemand spreekt erover. De verliezers van vrijhandel, daarentegen, zijn net heel zichtbaar, en halen het vaakst de media. Sinds vorig decennium is de handel tussen China en de VS explosief gegroeid, maar in diezelfde periode hebben ook miljoenen arbeiders hun job verloren in de Amerikaanse industrie. Wie wel zijn job kon houden, moet het doen met een lager loon. Dat zorgt voor vette krantenkoppen. Dat de 320 miljoen Amerikanen veel geld uitsparen dankzij de goedkope Chinese producten in de winkel, zal je in de kranten amper terugvinden.
Als dit akkoord er niet komt tijdens de aflopende ambtstermijn van president Barack Obama, hoe groot is de kans dat het er nog komt? Presidentskandidaten Donald Trump en zelfs Hillary Clinton toonden zich kritisch over vrijhandel.
We zullen nog moeten zien of Trump en Clinton effectief de daad bij het woord voegen. Mijn gok is dat TTIP van tafel zal vallen, maar na enige tijd opnieuw zal opduiken, allicht in een andere vorm en onder een andere naam. Want zelfs een machtig land als de VS heeft voordeel bij internationale handel. Wat zal Trump doen als president? Apple verbieden om nog langer de iPhone te laten produceren in China? En ook Clinton weet wel beter dan de vrijhandelstraditie van haar land zomaar te grabbel te gooien.
Handelsverdragen zijn voor de politici erg handig als bliksemafleider in tijden van economische stagnatie”
Het punt is dat handelsverdragen voor de politici erg handig zijn als bliksemafleider in tijden van economische stagnatie. Als de economie stagneert, valt er minder welvaart te verdelen, en mort het volk. De stagnatie heeft vele verklaringen, zoals de vergrijzing, de afbouw van de schulden wereldwijd en de afbrokkeling van de productiviteit. Het zijn complexe problemen, die maatregelen vergen op lange termijn. Daar halen politici echter geen electorale winst mee. Om de volgende verkiezingen te winnen, moeten ze simpele oplossingen bieden, en gemakkelijke schuldigen aanwijzen. Vrijhandel moet het als eerste ontgelden, want ‘dat pakt onze jobs af.’
Mits correcte afspraken, kan elke partij beter worden van een vrijhandelsakkoord. Zijn er niettemin verliezers, dan moeten zij zo goed mogelijk begeleid worden. Maar dat klinkt zo academisch. Make America great again klinkt veel beter.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier