100.000 jobs bijgekomen tijdens regering-Michel (maar Europa wil er nog 400.000)
De nieuwe jobs komen vooral uit de privésector.
Het gaat beter met de arbeidsmarkt in België, schrijven De Tijd en L’Echo. Volgens cijfers van het Instituut voor de Nationale Rekeningen zijn er in België 104.900 jobs bijgekomen sinds het aantreden van de regering-Michel, eind 2014.
Die stijging is te danken aan economisch herstel en een betere concurrentiepositie. Voor het derde jaar op rij groeit de Belgische economie met meer dan 1%. België heeft weliswaar een handicap ten opzichte van de buurlanden door de hoge loonkosten, maar die wordt grotendeels goedgemaakt door de indexsprong, de bevriezing van de nettolonen en de lastenverlagingen.
Om de Europese norm te halen, moet er wel nog veel gebeuren. Het percentage werkende mensen tussen 20 en 64 jaar is in de legislatuur van de huidige regering gestegen van 67,1 naar 67,3%. Die minieme stijging wordt verklaard door de toenemende bevolking. Tegen 2020, binnen vier jaar dus, moet dat 73,2%. Er is weinig kans dat ons land die doelstelling haalt, want daarvoor zijn zowat 400.000 extra jobs nodig.
‘Tijdelijk of halftijds’
In de privésector zijn er 72.000 nieuwe jobs bijgekomen, meer dan twee derde van het totaal. Vooral de sector van de zakelijke dienstverlening toont zich actief. In de gezondheidszorg zijn er 30.000 jobs bijgekomen, grotendeels gefinancieerd door overheidsgeld. Verder zijn er 2.200 ambtenaren en leraars bijgekomen. De industrie en bouwsector hebben geen werk gecreëerd.
Over het type jobs zeggen de cijfers niets. Volgen de oppositiepartijen en vakbonden komen er de laatste tijd vooral tijdelijke of halftijdse jobs bij. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ziet dan weer een toename van het aantal voltijdse equivalenten of VTE’s.