Maar wel recessie in Europa?

Dat het niet goed gaat met de Amerikaanse economie, staat als een paal boven water. De groeiterugval oogt zonder meer spectaculair (zie blz. 44). Toch kwam er de jongste weken cijfermateriaal naar buiten dat doet uitschijnen dat een regelrechte recessie nog kan worden vermeden. De meeste analisten geloven dat de Amerikaanse economie de komende twee tot drie jaar met gemiddeld 1% tot 2% zal groeien. Vergeleken met de tweede helft van de jaren negentig een zwak cijfer, maar die evolutie bestempelen als een ramp zou dan weer overdreven negatief zijn.

Wie met Amerikanen discussieert over de economische situatie aldaar, zal ervan versteld staan hoezeer iedereen blijft geloven in het VS-systeem. Allemaal gaan ze ervan uit dat Alan Greenspan als hoofd van de centrale bank ( Federal Reserve, kortweg Fed) zijn job goed blijft doen. Hetzelfde geldt voor de bedrijven die hun overtollige voorraden bijzonder snel afbouwen en zonder aarzelen het mes in investeringsprojecten zetten. Afdankingen beschouwen de Amerikanen dan weer als een onaangenaam maar noodzakelijk onderdeel van de uitzieking, die uiteindelijk iedereen sterker zal maken. En ook de individuele beleggers panikeren niet: ze weten dat aandelen van deugdelijke bedrijven altijd terugkeren naar attractieve noteringen en dus verkopen ze niet. De Bush-administratie van haar kant zet haar ambitieuze plannen voor een belastingverlaging onverdroten voort.

Het contrast met Europa is groot. Terwijl iedereen het er enkele weken geleden nog over eens was dat de Europese economie beter zou presteren dan de Amerikaanse, tonen de jongste cijfers van onder meer de Duitse, Italiaanse, Nederlandse en Belgische economie aan dat de terugval toch omvangrijker dreigt te worden dan oorspronkelijk vermoed. Het beeld van een Amerikaanse recessie ebt weg, dat van een Europese komt dichterbij. Dat de klassieke voorspellers die mogelijkheid weghonen, maakt het beeld des te sterker. Zij toonden zich de voorbije decennia immers volstrekt onbekwaam om een recessie aan te kondigen, tot op het moment dat zelfs de blinde er niet meer naast kon kijken.

Parallel met deze ongunstige conjunctuurevolutie gaat het ook op het beleidsvlak in Europa de verkeerde richting uit. Heel Europa peinst zich momenteel te pletter over de noodzaak van structurele hervormingen, maar concreet gebeurt er nauwelijks iets. België voert een belastingverlaging door, terwijl driekwart van de regering nauwelijks beseft (of wil beseffen) wat het belang is van (te) hoge marginale aanslagvoeten of een te zware vennootschapsbelasting voor een goede sociaal-economische gang van zaken. Het Nederlandse polderwonder dan weer lijkt vast te lopen op de oerklassieke loonklip, terwijl de Duitse pensioenhervorming misschien wel indrukwekkend oogt, maar inhoudelijk niet veel voorstelt. De Franse premier Lionel Jospin steekt zijn vermanende vinger op naar zowat alle winstgevende ondernemingen die eraan denken personeel te ontslaan. En heeft u ook al gemerkt hoe half Europa mobiliseert tegen Marks & Spencer, hoewel de Britse keten gewoon doet wat hij moet doen: verlieslatende winkels sluiten. Ten slotte blijft het afwachten hoe al die gesaneerde begrotingen er zullen uitzien na een serieuze economische terugval.

Valt er dan niks aan te merken op het Amerikaanse beleid? Zeer zeker wel, net zoals ook het Europese model heel wat elementen bevat waar de Amerikanen jaloers op mogen zijn. Het punt is echter dat Amerikanen consequenter achter hun model blijven staan. Op het vlak van algemene welvaart zal het hen in ieder geval verder brengen.

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content