MAAK VAN T-GROEP een echte privé-speler
“De winsten van T-Groep zullen volledig worden gebruikt voor sociale doeleinden, zoals projecten voor tewerkstelling van moeilijk plaatsbare werklozen. Onze winsten zullen dus niet gebruikt worden om een villa te bouwen voor een aandeelhouder ergens in Zuid-Frankrijk.”
Dit citaat van T-Groep-CEO Mark Verstraete dateert van een paar jaar geleden, toen er vraagtekens werden geplaatst bij de toegevoegde waarde en de sociale rol van de T-Groep. Leuk om even van onder het stof te halen als we weten dat Yvan Bostyn vanuit zijn Zuid-Franse buitenverblijf reageerde op de aantijgingen dat hij als voorzitter van de raad van bestuur een te hoge vergoeding zou ontvangen.
De heisa rond het verloningspakket van Bostyn komt op een goed moment, want eigenlijk moeten we ons opnieuw vragen stellen over de zin van een bedrijf als de T-Groep. Het is een vennootschap naar privaat recht, maar blijft afhankelijk van de Werkholding Vlaanderen, die in handen is Vlaamse overheid.
Waarom moet de overheid eigenlijk actief blijven op de commerciële markt voor HR-dienstverlening en uitzendarbeid? En wat gebeurt er precies met de dividenden die de T-Groep aan de moederholding uitbetaalt (zie blz. 16)? Hier overheerst de indruk dat we vooral te maken hebben met een vehikel dat wordt gebruikt om een gewezen topambtenaar een interessant pensioen te verschaffen.
Er is trouwens niet alleen het geval-Bostyn. De T-Groep beklemtoont haar sociaal-ethische karakter, maar afgezien van een paar kleine projecten is daar in de praktijk niet veel van terug te vinden. De meerwaarde van T-Groep (en via die weg van uitzenddochter T-Interim) op de arbeidsmarkt werd in het verleden al meermaals in vraag gesteld. Jawel, het bedrijf is inderdaad sociaal bezig omdat het erin slaagt mensen uit kansengroepen opnieuw op de arbeidsmarkt te krijgen via tijdelijke jobs. Maar die sociale functie wordt door de privé-spelers evenzeer vervuld.
Eigenlijk ligt de verdienste van de T-Groep vooral in het verleden, toen het nog een volledig overheidsbedrijf was. Het heeft een bijdrage geleverd tot een drempelverlaging inzake de aanvaarding van uitzendarbeid. Daaraan werd onlangs nog eens herinnerd bij het verschijnen van het boek ‘Plus est en vous’ (1) waarin wordt teruggeblikt op een halve eeuw uitzendarbeid in België. De publieke uitzendbedrijven konden in de jaren tachtig een belangrijk marktaandeel (30 %) opbouwen omdat ze gebruik maakten van de publieke infrastructuur, iets wat niet in de prijs werd doorgerekend. Zo konden de prijzen laag worden gehouden en dat werkte ook de vraag naar uitzendarbeid in de hand.
De tijd dat uitzendwerk maatschappelijk aanvaardbaar moest worden gemaakt, is echter voorbij. De T-Groep heeft anno 2005 dus geen bijzondere rol meer te vervullen, tenzij van die van uitzendbedrijf tussen de vele andere spelers. Vandaar dat de Vlaamse overheid de NV Werkholding best van de hand doet en dat de T-Groep haar winst kan gebruiken zoals elk normaal bedrijf dat doet. Dan zal de T-Groep ook volledig marktconform actief zijn.
(1) J. Denys, Plus est en vous: een halve eeuw uitzendarbeid in België, Lannoo Campus, Tielt, 2005, 250 blz.
Alain Mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier