Lopende zaken

Voor sommige bedrijfsleiders is een werkweek van 50 tot 60 uur niet genoeg. Ze maken tijd om tientallen kilometers per week te lopen als training voor marathons of andere opmerkelijke races.

Bij lopen loont alleen hard labeur en die regel geldt ook voor de grootste patrons”, zegt Bernard Joseph, een erkende trainer van Running Nation Club van de Belgische Atletiekliga. Hij traint ondernemers en beleidsmakers die geregeld samenkomen. Hun ondernemingsgeest en het hardlopen brengt hen samen, maar dat zijn niet hun enige gemeenschappelijk punten. Ze delen in de club ook waarden als plezier, gezelligheid, respect voor de anderen en de natuur, openheid van geest, enzovoort.

Bij de habitués treffen we Dominique Leroy aan, een gewezen CEO van Unilever die nu bij Belgacom vicevoorzitter is van de consumer business unit. Ze loopt in de club geregeld collega’s tegen het lijf als Frédéric van Marcke de Lummen, directeur ontwikkeling België-Luxemburg bij BESIX Real Estate Development of Denis Van Roey, operationeel directeur van Fagerdala World Foams.

Een van de doelstellingen is de deelname aan marathons of speciale races, en vaak is aan het sportieve ook een sociaal doel verbonden. “Vorig jaar liepen we de marathon van Berlijn en de 20 kilometer van Brussel. Sommige leden leverden opmerkelijke prestaties. Yves Uerlings, key account manager bij Philips, legde de marathon van Parijs af in 3 uur 29 minuten en Véronique Bastien, de directeur van de vormingsactiviteiten bij Solvay Entrepreneurs, deed 4 uur 28 minuten over de marathon van New York. Dat zijn resultaten die respect afdwingen en blijk geven van de vastberadenheid van de ondernemingsleiders om zichzelf te overtreffen en verder te gaan dan wat ze drie jaar, twee jaar of drie maanden eerder ooit verwacht hadden te kunnen bereiken.”

Vroeger opstaan

Vastberadenheid is het juiste woord. Om zich niet te verslapen als hij ‘s morgens een loopje plant, heeft Bruno Venanzi van Lampiris een truc. Hij spreekt af met een bevriende bankdirecteur. “We voelen ons moreel verplicht naar de afspraak te komen.” Op zijn palmares staat de Maasmarathon die hij aflegde in 3 uur 55 minuten. Dat deed hij nog eens over in de marathon van Parijs, die hij in 2011 in 4 uur 12 minuten afrondde. Behalve aan races op de weg neemt de natuurliefhebber ook graag deel aan trails, loopwedstrijden waarbij genieten van het landschap belangrijker is dan de behaalde tijd. Zo is er de trail van de Hoge Venen die Venanzi liep in 4 uur 16 minuten.

Om de eisen van een tijdrovende job te verzoenen met de loopsport staat hij twee keer per week een uur vroeger op, om 5.45 in plaats van 6.45 uur. Hij gaat de dag tevoren dan slapen om 22.30 uur. “Het is een compromis dat me toelaat om niet te beknibbelen op mijn werktijd of mijn gezinsleven.” Hij droomt ook van de Polar Circle Marathon. “Ik weet niet wanneer, maar daaraan neem ik ooit deel.” Die uitdaging hoopt hij aan te vullen met andere, niet minder heldhaftige races, als de legendarische Sierre-Zinal, die in een trek de deelnemers over vier bergtoppen op 4000 meter hoogte voert.

Die voorkeur voor exotische races heeft ook Jean-Claude Ruche. Hij werd onlangs business angel, nadat hij jaren consultant was geweest bij het bureau van Dijk. “Daar was het een traditie om deel te nemen aan de 20 kilometer van Brussel. Ik speelde toen liever voetbal, maar de goede prestaties van mijn collega’s stuurden me in de looprichting.” Intussen heeft Ruche tien marathons gelopen in tien jaar. “Meer is moeilijk, want mijn enkels hebben fel afgezien in mijn voetbaltijd.”

Ruche gaat twee keer lopen in het weekend en staat wekelijks drie keer een uur op de loopband. “Dat kan uiteraard niet tippen aan een tochtje door het Terkamerenbos in Brussel, maar het is wel aangenamer dan lopen in de Louizalaan”, lacht Ruche. Sinds hij een business angel werd, verloopt de training helemaal anders. “Nu ga ik ‘s morgens lopen, dan neem ik een douche en begin ik mijn werkdag om 10 uur.” Hij wil niet te allen prijze de grote marathons op zijn palmares, maar geeft de voorkeur aan kleine marathons, als die van Cognac, Monaco, Praag of de Mont-Saint-Michel.

Ontspannen geest

De baas van Atradius, Christophe Cherry, speelde twintig jaar volleybal, maar liet de ploegsport staan voor de loopsport. Die kan hij gemakkelijker be-oefenen, vooral omdat ze bij Atradius ook douches installeerden. Hij loopt races van 5 kilometer, maar ook marathons. “Als er een marathon aankomt, zet ik me aan een intensief trainingsprogramma van drie maanden.” Bij zijn jongste marathon, in Eindhoven, kwam Cherry na 3 uur 28 minuten over de eindstreep. En wat steekt hij daar nu van op? “Een betere fysiek, een hoger weerstandsvermogen, een meer ontspannen geest. Daardoor kan ik stresssituaties ook beter de baas.”

Tijdens de financiële crisis van 2008 vulde Gilles Samyn, de rechterhand van Albert Frère (NPM), zijn dagelijkse fitnesssessie aan met wat loopwerk. “Ik heb andere sporten geprobeerd, tennis onder meer, maar bij mijn tiende annulering hield mijn partner het voor bekeken en hij blies de hele zaak af”, lacht hij, terwijl hij toegeeft dat lopen een sport is die perfect past bij zijn tijdsindeling.

“Ik heb intussen al in Houston en China gelopen. Om zes uur ‘s morgens het Grote Paleis in het centrum van Peking voorbijlopen in een short heeft iets magisch.” Hij houdt er een regelmatig trainingstempo op na met twee loopjes in de week, op dinsdag en donderdag, aangevuld met een langere tocht op zondag. Die regelmatigheid loont, want nadat hij zijn eerste marathon aflegde in iets meer dan vier uur, slaagt hij er tegenwoordig in om de 42 kilometer en 195 meter af te werken in 3,5 uur. Zijn allerbeste marathontijd zette hij neer in Chicago in april 2011. Toen kwam hij na 3 uur 27 minuten over de eindmeet. De 62-jarige is een natuurtalent en hij laat goed getrainde kleppers van 40, 30 of 20 jaar vlot achter zich.

Ook de politiek doet mee

Ook in de politiek zitten enkele goede lopers. De jongste deelname van Patrick Vankrunkelsven (Open Vld) in de marathon van New York in november vorig jaar leverde hem de uitstekende tijd van 2 uur 58 minuten op. De Waalse minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Patrimonium en Natuurbehoud, Carlo Di Antonio (cdH), maakte ooit deel uit van de nationale universitaire ploeg en werd Belgisch kampioen op de 5000 meter. Later kwalificeerde hij zich voor het universitair wereldkampioenschap crosscountry en de 10.000 meter.

“In de jaren tachtig eindigde ik vaak als tweede achter Vincent Rousseau of Rudy Wallem”, herinnert Di Antonio zich. Zijn beste tijden waren 29 minuten 50 seconden op de 10.000 meter en 1 uur 5 minuten op de 20 kilometer. Zelfs met zijn ministeragenda slaagt hij er nog in drie trainingen per week te lopen. En als de politieke agenda echt te vol is, dan loopt hij in zijn thuisbasis Dour op de loopband die hij in zijn garage geïnstalleerd heeft. “Ik moet alleen maar de garagepoort openen en ik kan meteen 20 tot 30 minuten lopen.”

Een van de memorabele wedstrijden die hij op zijn actief heeft, is de 20 kilometer van Brussel. “We hadden met een twintigtal kabinetsmedewerkers een team samengesteld ten voordele van het Pater Damiaanfonds. Ik ben toen geëindigd in 1 uur 19 minuten. Mijn kabinetschef deed er 1 uur 37 minuten over en vier of vijf van mijn andere medewerkers boekten tijden tussen 1 uur 35 en 1 uur 45. Het resultaat was dan ook meer dan positief.”

JOHAN DEBIÈRE

“Om zes uur ‘s morgens het Grote Paleis in het centrum van Peking voorbijlopen in een short heeft iets magisch” Gilles Samyn, NPM

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content