LIMBURG. Kwetsbare heropstanding
Alle wangeluiden ten spijt, kende de Limburgse rekonversie een aardig sukses. Het resultaat stoelt echter op een smalle, wankele pijler.
De Limburgse hoop ligt bij een beperkt kransje van (vooral buitenlandse) grote ondernemingen. Deze konklusie putten we uit een eerder dit jaar gepubliceerde studie van het Leuvense Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA). “De revival is kwetsbaar, ” bevestigt Jos Spilstijns, direkteur van de Kamer voor Handel en Nijverheid van Limburg (KHNL). In tegenstelling tot de onderzoekers die een viertal jaar moeten teruggaan, baseert hij zijn besluit op aktuele cijfers. Echt pessimistisch is hij niet : “Globaal weegt de balans positief door, maar het sukses hangt aan een zijden draad. De export, de motor van het herstel, wordt gedragen door slechts een handvol bedrijven. “
ZWARTE SNEEUW.
De Kamer reikte vorig jaar 9 % meer oorsprongscertifikaten uit dan in 1993. Het gaat daarbij voornamelijk om uitvoer buiten de EU-landen. “Dat is een hoopvol signaal, ” interpreteert Spilstijns. “Het toont aan dat de konkurrentiekracht best meevalt. Ook de toegenomen verkoop van hoogspanning bewijst dat de industriële aktiviteiten in een hoger ritme geraakten. “
Na het diepe konjunktuurdal in 1993 mag de heropflakkering niet te euforisch onthaald worden, temeer omdat er de jongste maanden enige aarzeling te bespeuren valt. “Die domper moeten we op de eerste plaats toeschrijven aan de handelssektor, die zwaar negatief evolueerde, ” verklaart Spilstijns. “Vele handelsniches zagen ook vorig jaar zwarte sneeuw. Het konsumentenvertrouwen blijkt niet hersteld. De spaarquote ligt nog gemiddeld boven de 20 %. De hoofdoorzaak blijft uiteraard de hoge werkloosheid. Limburg ving dit jaar aan met meer dan 41.400 uitkeringsgerechtigde volledig werklozen, een getal dat zowat status-quo bleef met nieuwjaar 1994. Voeg daarbij de vele verdoken werklozen en deeltijdsen. “
Het geschokte vertrouwen straalt funest af op de voor Limburg belangrijke bouwsektor. Meer dan 2500 van de zowat 15.000 Limburgse ondernemingen behoren tot deze branche. Daaronder bevinden zich talloze bedrijven die het ver buiten de provinciegrenzen waarmaken. “Alleen over de even nabije landsgrenzen geraken ze moeilijk of niet aan de bak, ” stelt Spilstijns vast. “De oorzaak ligt evenwel extern. Ondanks alle Europese slogans, gedachten en reglementen, schermen Nederland en Duitsland hun bouwmarkt strikt af. “
WEINIG INVESTERINGEN.
De Limburgse aannemers legden aanvankelijk puike cijfers neer. Met het verstrijken van het jaar vertraagde het groeiritme. “Nu verwachten we een achteruitgang, ” vreest Spilstijns. “Zelfs de lage hypoteekrente brengt geen soelaas. Het aantal bouwvergunningen voor privé-woningen daalde vorig jaar al van 3773 naar 3611. Voor bedrijfsgebouwen liep het met ongeveer 7 % terug, van 1024 naar 951. “
Helaas moeten we de klaagzang nog even aanhouden. Het algemene Limburgse investeringsvolume kende in de eerste negen maanden van 1994 een knik van 20 %. Er werd 31,5 miljard frank in de bedrijven gepompt. Blijkbaar kon de aantrekkende nijverheid de neerwaartse glijvlucht evenmin stoppen. “Omdat de industrie op de eerste plaats de produktiekapaciteit aanspreekt die ze in de laagkonjunktuur over had. Een hoger ritme wordt nu opgevangen met de bestaande installaties en vaak ook met de aanwezige werknemers, ” kommentarieert Spilstijns. Hij ziet wel een lichtpunt : “Er werd een halt toegeroepen aan de groei van het aantal faillissementen. Er was er vorig jaar één meer dan in 1993. In totaal gingen 251 vennootschappen over de kop. Er werden 1162 vennootschappen opgericht, beduidend meer dan de 806 uit 1993. Jammer genoeg lost dat gunstige verschil de werkloosheid niet op. De failliete ondernemingen telden doorgaans heel wat meer werknemers dan de vaak kleine starters. “
REKONVERSIEGELD VERKWANSELD ?
De riante enveloppe met 100 miljard rekonversiegeld die in 1986 ter beschikking werd gesteld, heeft geen strukturele verbetering gebracht. Of ziet Spilstijns dat anders ? Hij pakt uit met een opmerkelijke stelling : “Gewoon geld pompen in de ekonomie, helpt niet of alleszins niet struktureel. Ik besef dat velen daar anders over denken, maar je kan niet kunstmatig tegen de markt ingaan. Het elan moet van de bedrijven zelf komen. Vanzelfsprekend fungeert expansiesteun als een voortreffelijke stimulans. Maar je bouwt niets op als er geen bedrijfsmatige basis aanwezig is. Dat geld gaat beter naar stevige infrastruktuur, op de eerste plaats naar degelijk uitgeruste bedrijfsterreinen met goede ontsluiting. Daar hebben we nog altijd nood aan. Zorg daarnaast voor een vlot verloop van de administratieve verwikkelingen en voor een bedrijfsvriendelijk belastingklimaat. Pas dan ben je fundamenteel bezig. Nu werkt men echter al te vaak veeleer ontmoedigend. “
Inzake dringende infrastruktuurwerken stelde de Kamer een (duur) verlanglijstje op. We stippen enkele markante wensen aan. Allereerst moet werk gemaakt worden van een noord-zuidverbinding. De autoweg A24 staat al lang gepland. Eindelijk lijkt er beweging in de zaak. De procedures voor de onteigeningen werden ingezet. In de binnenvaart ligt het wat moeilijker. Het Albertkanaal is toe aan modernizering en enkele verbredingen. “De tonnenmaat moet de hoogte in, ” dringt Spilstijns aan. De grootste klachten reserveert hij voor het spoor : “Limburg wordt stiefmoederlijk behandeld door de NMBS. In het reizigersverkeer hebben we bitter weinig goede verbindingen. Van het oosten en het noorden is er geen normaal treinverkeer naar het centrum van de provincie. Er is zelfs geen enkele overgang naar Nederland. Voor het goederenvervoer lijkt Limburg een witte vlek. Alles moet nu via het Waalse Montzen, terwijl een IJzeren Rijn van Antwerpen over Hasselt naar het Ruhr-gebied ideaal zou zijn. Dat is een oude wens, overigens niet van Limburgers alleen. “
LUC DE DECKER
JOS SPILSTIJNS (KAMER VAN KOOPHANDEL EN NIJVERHEID VAN LIMBURG) “Expansiesteun alleen baat niet. Het elan moet van de bedrijven komen. “
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier