Limburg heeft geen uitzonderingsstatuut meer nodig

Erik Monard werd anderhalf jaar geleden voorzitter van de Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM). Volgende maand moet hij zijn koffers pakken. Wat heeft deze zakenadvocaat op zijn kerfstok? Eenvoudig. Hij maakt zich schuldig aan onpartijdigheid. En dat is in de groene provincie soms erger dan incompetentie. Voor alle duidelijkheid: niemand trekt de bekwaamheid van diens opvolger Hugo Leroi in twijfel.

“Limburg moet eindelijk eens beseffen dat post-Paars is aangebroken”, klinkt het bij een christendemocraat die het ontslag van Monard mee heeft beslist. Het gaat toch niet op dat de CD&V van dit belangrijk regionaal overheidsbedrijf niet de CEO, noch de regeringscommissaris, noch de voorzitter levert. Monard kreeg zelfs de keuze: beken kleur en je mag blijven. Hij weigerde.

Limburg is als de laatste katholieke cohorte van Vlaanderen een geval apart. Wie weerwerk wilde bieden aan de christendemocratische hegemonie, kwam bijna automatisch bij een van de vrijmetselaarsloges terecht (het eerste lab van Paars). Nergens in Vlaanderen is de levensbeschouwelijke kloof zo diep als in Limburg. Omdat aannemer Paul Kumpen Voka uitbouwde tot een belangrijke tegenpool van het van oorsprong katholieke VKW, krijgen hij en zijn naaste medewerkers prompt een vrijzinnige stempel. Of het nu gaat om de vzw die het Circuit van Zolder beheert, de organisatie die de gronden langs het Albertkanaal uitbaat of het universiteitsbestuur, op elk niveau verdeelt de politiek de plaatsen zorgvuldig. Dit soort netwerken en hun partijpolitieke pionnen geven Limburg soms een feodaal tintje. Dat weegt op het beleid. Ook de LRM dreigt zo op basis van politieke, en minder op economische, criteria te beslissen. Insiders wegen de belangen en onderlinge verdeling van de gelden af op een apothekersweegschaal. Dat leidde bij dochter Lisom (nu onder controle van provinciegouverneur Steve Stevaert) tot nefaste beslissingen.

Monard suggereert dat zijn ontslag de LRM redt uit de klauwen van de Vlaamse minister-president Kris Peeters (CD&V). Die had durven te suggereren dat de LRM best werd opgeslorpt door de Gimv of de Parti- cipatiemaatschappij Vlaanderen. Gelukkig, zegt bijna heel de provincie, werd de ‘Limburgse verankering’ van de LRM gewaarborgd. Alle opbrengsten blijven binnen de organisatie circuleren.

Waarom eigenlijk? Geen enkele andere Vlaamse provincie heeft een eigen participatieholding. Een uitzonderingsstatuut voor Limburg is onzin. De provincie is economisch krachtig, haar ondernemingen mogen gezien worden en de werkloosheid is historisch laag. Gebieden die worden ontsloten met overheidsgeld hebben nu al te weinig arbeidsplaatsen om aan de vraag van de bedrijven te voldoen. Proficiat Limburg. De reconversie is geslaagd.

Hoe sneller de LRM wordt vereffend, hoe minder het risico dat dit initiatief op een fiasco uitdraait. (T)

Door Hans Brockmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content