Liefde voor farma en chemie
EEN RAADSELTJE: wat hebben de farma en de chemie met elkaar gemeen? Antwoord: ze worden beide veelvuldig verketterd, vervloekt en verguisd. De eerste sector wordt doorgaans weggezet als een bende dieven die de overheid en de patiënt afzet met schandalig hoge prijzen voor geneesmiddelen. De tweede wordt gebrandmerkt als des duivels, de doodgraver van de planeet. Het geheugen is kort, maar iedereen herinnert zich van de ene sector ongetwijfeld wel de commotie rond baby Pia, en van de andere de heisa over de plastic zakjes in de supermarkt en de plastic soep in de oceanen.
Maar in volle coronacrisis vindt iedereen het plots normaal dat farmabedrijven vaccins en antivirale middelen ontwikkelen. Dat kan allemaal niet snel genoeg gaan, en de producenten mogen er liefst ook niets aan verdienen. Plots worden we ook geconfronteerd met een acuut gebrek aan virusdodende handgels en medische handschoenen, en worstelen we met een tekort aan plexiglas voor veiligheidsschermen in de heropstartende kantoren en winkels.
Voor beide sectoren geldt al jaren dat elk gevoel voor nuance niet nodig is. Imagobeschadigende clichés zijn schering en inslag, waardoor hele sectoren nodeloos over dezelfde kam worden geschoren. Maar we moeten wel serieus blijven. De farma en de chemie, die samen goed zijn voor een derde van de Belgische export, komen uiteindelijk ook met oplossingen voor de gezondheids- en bedrijfsellende waarin we nu verzeild zijn geraakt. Dat is een nuancerende boodschap die helaas al te vaak in dovemansoren valt.
Hopelijk is het collectieve geheugen niet zó kort dat we na deze coronacrisis alweer meteen vergeten dat de farma en de chemie hun duit in het zakje hebben gedaan. Maar allicht is dat wishful thinking.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier