LIBERALISME. NA VERHOFSTADT. Herhaling onmogelijk

Als besluit van een uitvoerige beschouwing over de politiek formuleert de Amerikaanse politoloog Sartori de volgende konklusie : “Samenvattend kunnen we buiten beschouwing laten de partijen die evenmin ten eerste een koalitiepotentieel als ten tweede een afdreigingspotentieel hebben. Daarentegen moeten we rekening houden met alle partijen die ofwel relevant zijn op het terrein van de vorming van regeringskoalities, ofwel relevant zijn voor de kompetitie op het terrein van de oppositie. “

In ieder geval is deze teoretische positie relevant voor wat Guy Verhofstadt is overkomen. De regeringspartijen en sommige krachten daarachter hebben de VLD in quarantaine gehouden en haar mogelijkheden tot koalitievorming beperkt (zelfs in de richting van de PRL, die van haar kant wel een koalitie met het FDF aanging).

Haar mogelijkheden tot afdreiging daarentegen werden afgeremd door het gewicht van het verleden van de liberale partij. Het Vlaams Blok was niet in staat het aanzienlijk en toenemend oppositiepotentieel, dat aldus ongebruikt bleef, op te vangen ; de Volksunie gaf slechts een klownesk nummertje ten beste van oppositie en koalitie.

RESERVE.

Daarmee is een mogelijkheid voorbij ; zeker in de politiek beperken mislukkingen de toekomstige bewegingsvrijheid, en in de eerste plaats maken zij een herhaling onmogelijk. De vraag is dus niet of de vernieuwing en/of verruiming van Verhofstadt kan of zal voortgezet worden en door wie.

Eigenlijk heeft de aftredende VLD-voorzitter zelf reeds het antwoord gegeven met zijn ontslag. Hij behoort tot de zeldzame politici van wie de daden voor zichzelf spreken. De Franse uitdrukking “mettre en réserve de la nation” is op hem van toepassing ; voortaan behoort Verhofstadt tot de reserve van de natie (welke natie men ook voor ogen heeft de Vlaamse, hoop ik) en dat is niet weinig, want het aantal onverbruikten is uiterst beperkt.

ACHTERUIT.

In afwachting zal men er zich zeker niet vervelen. Het dilemma in de hierboven geciteerde konklusie van Sartori is nu reeds van toepassing op de overwinnaars van de jongste verkiezing, die volop bezig zijn met de vorming van vele koalities doorheen een brede keuze van wederzijdse afdreigingen.

Ook op de koalitievormingen weegt het gewicht van het verleden. Dehaene II (in feite reeds III of IV) zal zo mogelijk nog minder zijn dan Dehaene I.

Alles gaat verder achteruit, van de financieel-ekonomische toestand tot de verbondenheden en de politieke zeden. De weinige overblijvende instellingen, ook de hoogste, raken opgebruikt. Wat niet ineenstort, verstart. In dit verband schiet mij een eenvoudige Engelse zegswijze te binnen als zeer relevant : “Things must go worse before they can go better.

ONGEBRUIKT.

Niet uit het oog te verliezen is de achteruitgang van de liberale politiek in de wereld. Hierop maakt Nederland misschien een uitzondering, met de buitenissige toestand van een links liberalisme dat in konkurrentie is met een rechts. Het Duitse liberalisme is echter zo goed als onbestaand geworden, en het Britse heeft niet de kansen aangegrepen die nu blijkbaar door de Labour-partij worden benut.

In België zelf heeft niet alleen het Vlaamse, maar ook het niet-Vlaamse liberalisme de mogelijkheden van de oppositie ongebruikt gelaten. Deze liberale bewegingen zijn tenslotte allemaal voorstellen van ekonomische politiek geweest, in één woord samengevat : vrije markt.

Het is duidelijk dat dit te schraal is en dat andere bekommernissen op ons afkomen dan het herstel van de vrije markt (zo dit nog mogelijk is).

GELDIG.

De privatizeringen in België hebben niet de vrije markt versterkt, maar eenvoudig plaats genomen in het konglomeraat van politieke, ekonomische en kulturele machten (bij deze laatste heb ik vooral de media voor ogen).

De genoemde machten maken in feite de dienst uit doorheen instellingen en politieke geledingen ; in het publiek werken zij de verspreiding van het konformisme, om niet te zeggen de gelatenheid, in de hand. Een neo-liberale reaktie daarop komt in konkurrentie met een neo-konservatieve, en die zijn beide op elkander aangewezen.

Dit alles was reeds in de kern aanwezig in het initiatief van Verhofstadt tien jaar geleden, en het werd meer en meer ook in zijn geschriften uitgewerkt. Wat met een partij als instrument niet doenbaar was, kan geldig blijven en het meer en meer worden daarbuiten.

LODE CLAES

Lode Claes is voorzitter van de redaktie-adviesraad.

ESSAY

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content