Libeco-Lagae maakt luxe in linnen
Quizvraag: wat hebben koning Filip en James Bond gemeen? Beiden zijn liefhebbers van het linnen van Libeco-Lagae. Met exclusief nichemateriaal voor het hoogste segment werpt de familiale onderneming een dam op tegen de lagelonenreus China. WOLFGANG RIEPL, FOTOGRAFIE EMY ELLEBOOG
De werkhallen van Libeco-Lagae tonen een combinatie van massaproductie en ambachtelijke nazorg. Tientallen meters garens glijden door de oorverdovende weefmachines. Werknemers bekijken elke meter nauwkeurig, en corrigeren eventuele fouten.
Libeco-Lagae is de marktleider in de vlasverwerking in België, goed voor 60 procent van de productie. De voorbije decennia ontvouwde het bedrijf een bijzonder breed spectrum aan toepassingen van vlaslinnen. “Maar we moeten steeds opnieuw overwegen of het economisch haalbaar is”, duidt gedelegeerd bestuurder Raymond Libeert. “Het is belangrijk dat onze productie zo efficiënt mogelijk blijft draaien. Dat is altijd een dilemma bij maatwerk. Bij kleine hoeveelheden zijn er volumestops bij de machines, en dus een verlies aan efficiëntie. Dat moet je in evenwicht houden. In het verleden gingen we soms te veel richting maatwerk, en daardoor daalde de efficiëntie van de onderneming.”
Het brede pallet aan toepassingen laat de machines draaien. Het vlaslinnen van Libeco wordt gebruikt in tafellinnen, lakens, gordijnen, meubelbekleding, tot in technische toepassingen zoals kaders van racefietsen of frames van tennisrackets. Bij die technische toepassingen zorgt het vlaslinnen voor de versterking van het composiet. Door het geringe gewicht van vlas wordt het materiaal meteen ook lichter. Ook canvas voor schilderijen vormt een stabiele afzetmarkt.
De dochters van Obama
Libeco-Lagae positioneert zich in het hogere segment van de markt. De onderneming is gebrevetteerd hofleverancier. In 2008 mocht ze ook het beddengoed leveren voor de Bond-film Quantum of Solace. Zo hebben koning Filip en James Bond alvast iets gemeen.
Maar ook andere vorstenhuizen, ambassades en Amerikaanse sterren als Richard Geere, Steven Spielberg en Cindy Crawford weten het West-Vlaamse vlaslinnen te appreciëren. Een typische klant voor het huishoudlinnen is The Standard, het bekende, hippe hotel aan Washington Street in New York. Via groothandelaars in decoratie kwam het textiel uit Meulebeke onder meer ook op de sofa’s van de dochters van president Barack Obama terecht.
In de Verenigde Staten heeft Libeco-Lagae een verkoopfiliaal aan Fifth Avenue in New York. Het land van Uncle Sam is de belangrijkste exportmarkt, goed voor ruim 30 procent van de omzet. “Dat is historisch zo gegroeid”, vertelt Raymond Libeert. “De droom van mijn grootvader was een eigen kantoor in New York. Hij geloofde enorm in de Amerikaanse markt. Hij overleed in 1946 tijdens een vliegtuigcrash van Sabena naar de Verenigde Staten. Mijn grootmoeder was ook mee, zij heeft het overleefd.”
Die banden tussen het vlasbedrijf en de Verenigde Staten blijven intens: de echtgenote van Raymond Libeert, Amy Behn, is Amerikaanse. Zij is verantwoordelijk voor de ontwerpen van de vlascollectie. De grote uitdaging is de wisselkoersschommeling tussen euro en dollar. “Dat is een probleem”, bevestigt de gedelegeerd bestuurder zuchtend. “We dekken ons maximaal in tegen muntschommelingen. Maar de voorbije maanden waren ze te sterk. We willen het voor de Amerikaanse klant zo eenvoudig mogelijk maken. We verkopen aan hen alles in dollar.”
“We zijn zeer tevreden over de Amerikaanse markt”, zegt Raymond Libeert. “Het is een zeer dankbare en voor ons ook een heel stabiele markt. We hadden minder last van de zware huizencrisis in de Verenigde Staten sinds 2008, dan van de daaropvolgende recessie in Europa. De Amerikanen zijn kwaliteitsgericht. We zijn ginds echt een begrip geworden, terwijl we geen sant zijn in eigen land.”
Weg met de Chinese concurrenten
Dat blijkt ook uit de export. Libeco-Lagae realiseert 85 procent van zijn verkoop in het buitenland. Behalve aan de Verenigde Staten, levert het bedrijf aan tientallen landen. En dat ondanks de “moordende concurrentie” uit China. Maar de onderneming blijft dan ook weg uit het speelveld van het lagelonenland: kledij.
“Kledij betekende vroeger meer dan 30 procent van onze omzet, nu nog minder dan 10 procent. De Chinese bedrijven zijn grote weverijen die zich toespitsen op volumes. Hun prijzen zijn zodanig laag dat de productie enkel kan in lagelonenlanden. Voor een aantal toepassingen doen ook wij volumes. We zien klanten bovendien terugkeren naar Europa, door kwaliteitsproblemen, of omdat ze sukkelen met de logistiek.”
Bovendien komt de grondstof, vlas, uit eigen streek: van Caen tot Amsterdam. “Ook de Chinezen kopen hier het gros van hun grondstof”, weet Raymond Libeert. Voor de zaakvoerder is duurzaamheid geen marketingspeeltje, maar een kritisch en strategisch onderdeel van de onderneming. “We produceren textiel met een lokaal geteelde grondstof. Dat is vrij uniek. Er zijn weinig ondernemingen die dat kunnen zeggen. Vlas is een natuurlijk product. Er worden zeer weinig gewasbeschermers ingezet. Elk deeltje van de plant wordt gebruikt. Maar de stabiliteit van de grondstof is voor ons het belangrijkste. Zowel voor de kwaliteit als voor de prijs. Het is een natuurlijke grondstof, dus zijn er veel schommelingen. Dat verklaart ook waarom de vlaswereld zo klein is, in vergelijking met de hele textielsector.” En net in die niche speelt de onderneming uit Meulebeke een glansrol in de wereld.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier