Leve het avontuur
IN NIEUWE TIJDEN gelden andere regels. ‘ Done is better than perfect‘ is er zo een. Ik ben in Elon Musks biografie aan het lezen. Ik lees daarin fenomenen – uitvergroot en nogal eens overdreven – die je ook in onze start-ups ziet. Musk legt onmogelijk geachte deadlines en budgetbeperkingen op, maar hij slaagt er meestal in ze te halen. Start-ups hebben nu eenmaal niet zo vaak last van zelfonderschatting, en ook niet van de wet van de remmende voorsprong, van hoogmoed, van perfectionisme of van spilzucht.
Leiden roekeloosheid, avonturiersmentaliteit en de jacht naar risico’s en kicks dan niet tot economische ongevallen? Verrassend weinig.
Naïef denken veel start-ups dat als ze iets kunnen dromen, ze dat ook kunnen uitvoeren. Er lopen nogal wat jonge mensen met een Pippi Langkous-mentaliteit rond. “Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan .” Dan komt het nog vaak uit ook. Het loopt in snelgroeiende start-ups vol van de meest briljante pas afgestudeerde medewerkers, die geen last hebben van overdreven kennis van de economische voorgeschiedenis, van minderwaardigheid of van bescheidenheid.
OLD-SCHOOLONDERNEMERS en het verankerde middenkader bij werkgevers stonden vroeger klaar om dat zelfvertrouwen een kopje kleiner te maken. Vandaag is het omgekeerd. Jonge ondernemers, die zelf nog maar tien jaar geleden zijn afgestudeerd, zetten de deuren wagenwijd open voor wijsneuzen die het beter weten en beter kunnen, en dat ook mogen proberen. Start-ups zijn labo’s en experimenteertuinen. Lijnrecht daartegenover staat de klassieke houding die nog altijd niet zeldzaam is in andere bedrijven: risico’s mijden en geen fouten maken.
Zelf heb ik het ook ooit aan den lijve ondervonden. Het vreet energie als je telkens het tegenspartelende middenkader en onwillige collega’s moet overtuigen om drastischer en sneller te veranderen. Je innovaties worden a posteriori de hemel in geprezen, als ze aan het einde van het boekjaar het bedrijf beter blijken te hebben gemaakt. Maar je kunt maar beter niet de mist ingaan met je innovatie, dan mag je spitsroeden lopen. Vooral omdat je er dan verantwoordelijk voor bent dat de middenkaders hun veilige budgetten en hun voorziene bonussen niet halen. Ik heb de indruk dat de start-ups betere beloningssystemen hanteren.
HET ZAL DUIDELIJK ZIJN dat ik niet zo’n grote dunk heb van het klassieke middenkader. Er is geen behoefte aan iemand die tussenpersoon speelt. Als groeiende start-ups hun bedrijf meer moeten structureren, doen ze dat niet met iemand die zelf de pluimen op zijn hoed steekt en de schuld naar onderen doorschuift. Ze kiezen voor iemand die voorgaat in de strijd – geen manager, maar een intrapreneur, die hen vooruitstuwt om het onmogelijke waar te maken.
Leiden die roekeloosheid, die avonturiersmentaliteit en die jacht naar risico’s en kicks dan niet tot economische ongevallen? Verrassend weinig. De voorspelling die ik ook enkele jaren geleden nog hardop heb uitgesproken, blijkt niet te kloppen. Als je vandaag een recordaantal nieuwe start-ups hebt, heb je binnen vijf jaar een recordaantal faillissementen, luidde die voorspelling. Niet dus. Gemiddeld blijken start-ups het verrassend goed te doen. Kijk naar het aantal doorgebroken jonge bedrijven.
VEEL JONGE BEDRIJVEN halen ook verrassend veel kapitaal op. Het zal dan wel best zo zijn dat een aantal daarvan dat niet op basis van verdienste doet, maar opportunistisch op het juiste moment vers geld zoekt. Het opgehaalde kapitaal wordt bovendien over het algemeen verrassend goed besteed. “Start-ups blijven elke euro in tweeën bijten”, zegt Wouter Uten van Ugentec. Ze vermijden het vet van het middenkader, kantoorpolitiek en dure consultants.
Eric Kenis is auteur en talentscout. Hij besteedt gemiddeld twee uur per dag aan het opvolgen van Belgische start-ups en publiceert daarover in september zijn nieuwe – en eerste Engelse – boek Belgium’s cutting-edge entrepreneurs.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier