LEVE DE SPIN-OFF
Deze zaterdag krijgt de 66-jarige Oost-Vlaming Lucien De Schamphelaere op de Print ’97 beurs in Chicago de Cary Award van het Rochester Institute of Technology ( RIT) toegekend. Een trofee waarmee hij zich prompt in hoog gezelschap hijst. De vorige winnaars waren John Warnock en Charles Geschke, uitvinders van het gekende afdrukformaat PostScript en de stichters van Adobe Systems Inc..
De Award, die in de grafische sector de allure heeft van, zeg maar, een “Nobelprijs”, lauwert individuen die “de wereld (van de grafische industrie) letterlijk hebben veranderd,” zo prijkt in het persbericht. Industrieel ingenieur De Schamphelaere poulain van de hogeschool aan de Lindenlei te Gent blijft er opvallend rustig bij.
“Ik herinner me nog hoe we met Agfa-Gevaert 15 à 16 jaar terug Xerox Palo Alto Research Center ( PARC) polsten of we hun prototype van een universele afdruktaal konden gebruiken,” glimlacht hij. “Het antwoord was neen ( nvdr volgens sommigen vreesde Xerox toen de concurrentie van de Japanse elektronicasector). Kort nadien verliet het duo Warnock en Geschke Xerox en lanceerden ze met succes PostScript.”
Markt zien, ontwikkelings team kiezen én snel wezen : dat is het devies van de technologie- entrepreneur Lucien De Schamphelaere. Op 10 augustus ’88 richt hij Xeikon op geïnspireerd door de Griekse woorden “xeros” (droog) en “eikon” (beeld) als spin-off van het moederbedrijf Agfa-Gevaert uit Mortsel. Een gedurfd project. In de loodsen van de oude Minerva-fabriek sleutelen hij en een groepje ontwikkelaars vijf jaar lang in het grootste geheim aan een nieuw type kleurendrukpers die de kloof tussen de kleinere kleuren-copieerder met haar marginale oplages en de professionele drukpers moet overbruggen.
Het waagstuk lukt. In de zomer van ’93 stelt Xeikon het digitale afdrukapparaat DCP-1 voor aan de internationele pers, een machine waarmee haarscherpe kleurenafdrukken in oplagen van 1 tot 5000 exemplaren worden aangemaakt, zónder de klassieke inktplaat, maar evenwaardig in kwaliteit aan de aloude offsetpers. “Een nieuwe standaard voor de kleurendrukmarkt,” looft het gezaghebbende vakblad Seybold. “De impact op de kleurendruk is wellicht even groot als de Apple LaserWriter indertijd op het zwartwitgebeuren.”
De markt is rijp, zo denkt iedereen, voor een drukrevolutie à la Gutenberg. Xeikon sprokkelt met een private plaatsing 796 miljoen frank kapitaal bijeen en wordt drie jaar later tegen 15 dollar per aandeel genoteerd op de Nasdaq. Een financieel succes. Maar de commerciële doorbraak blijft uit. Waar aanvankelijk met een wereldwijde marktgrootte van 30.000 digitale drukpersen in ’97 wordt gegoocheld met een 4 à 5 % marktaandeel voor Xeikon sijpelt de omzet ongelijkmatig binnen.
Door een terugval van de vraag, problemen met de Amerikaanse distributie en technologische “kinderziekten” zakt de beurskoers van Xeikon halverwege ’96 van 24 naar 10 dollar. In het eerste kwartaal van ’97 is er zelfs opnieuw nettoverlies. Een concurrent van Xeikon, het Israëlische bedrijf Indigo dat in ’93 z’n eigen versie van de digitale drukpers (de E-Print 1000) aankondigde, incasseert nog grotere klappen en duikt in een diep dal.
Lucien De Schamphelaere slaat mea culpa. “Na de aanvankelijke euforie, kwam de ontnuchtering,” bekent hij. “Sommigen voorspelden binnen 5 jaar het verdwijnen van de offset. Onzinnig.” Het probleem was dat publiciteitsbureaus, ontwerpers en alle andere spelers uit de grafische industrie nog té weinig doordrongen waren van de mogelijkheden die de digitale drukpers biedt, meent hij. Het fenomeen “printing-on-demand” waarbij alle drukinformatie tot op het laatste moment in onbeperkte mate kan gewijzigd worden, alvorens op papier uitgeprint staat nog in zijn kinderschoenen.
Aan de afname van de inkt toner merkt Xeikon dat die trend intussen aan het keren is. “Onze fundamenten zijn goed. Met de introductie van onze DCP/50D spelen we beter in op de behoeften van de professionele en commerciële drukkerijen. En we hebben strategische OEM-akkoorden afgesloten met sleutelspelers zoals IBM, Xerox en Agfa,” zegt de voorzitter van de raad van bestuur van Xeikon, dat nu zo’n 250 medewerkers telt. De verhoopte marktommekeer moet de omzetverwachtingen vorig jaar boekte Xeikon 72,6 miljoen dollar (2,3 miljard frank), een daling met 12 % tegenover ’95 opnieuw omhoogschroeven.
De onvermoeibare De Schamphelaere hij rijdt nog steeds rond in een Amerikaanse Buick, is gelukkig gehuwd met Angèle, heeft 4 kinderen (één ervan is Mia, CVP-lid in het Vlaams parlement) en 6 kleinkinderen speelt alweer met plannen voor de opstart van een nieuwe firma. “Ik wil, in de coulissen van Xeikon, ongekende toepassingen voor de aanmaak van drukwerk op de markt brengen,” verklapt de sinds deze zomer (virtueel) gepensioneerde manager. “Voor de rest wil ik meer uren spenderen met mijn gezin, mijn hobby’s ( nvdr hij leidde jarenlang een folkband in Oosterzele) en het werk in de parochie.”
Lucien De Schamphelaere stak nooit zijn katholieke geloof en sociale engagement in de bedrijfswereld onder stoelen of banken. “De heilige winst is niet het enige dat telt,” vindt hij. “Maar ze is wél het logische gevolg van menselijke economische activiteit. Overvloed en groei zijn goed. De sterken moeten uitgedaagd en beloond worden, maar zij moeten ook bereid zijn te delen. En ik vind het niet slecht dat er ook voor zwakkeren een prikkel blijft om te presteren.”
Het concept van de spin-off is voor hem in die zin erg fundamenteel gebleven. “Zelfinitiatief, iets van nul af aan opstarten, onafhankelijk van elke geijkte structuur, met focus en creativiteit : die formule verdient meer navolging in grote bedrijven. Spijtig dat er hiervan zo weinig voorbeelden zijn op de wereldmarkt.”
Hij ondervond de impact van dit concept aan den lijve toen de Agfa-divisie Compugraphic rond ’84 onderhandelde met Apple om haar zelf ontwikkelde software voor desktop publishing op de Lisa (van Apple) te gebruiken. “We waren hiervoor op bezoek op het hoofdkwartier van Apple in Cupertino (VS),” vertelt De Schamphelaere. “Maar snel werd duidelijk dat de Lisa niet meer bovenaan het prioriteitenlijstje van Apple stond. Toen we vroegen waarom, wees men prompt uit het raam naar de overkant van de straat. Daar stak de piratenvlag uit het raam van een afzonderlijk gebouw. Het was Steve Jobs die er met zijn ploeg de Macintosh aan het ontwikkelen was.”
Daarom zegt De Schamphelaere : “Agfa-Gevaert heeft het aangedurfd om, met Xeikon, een spin-off op te starten. Het heeft zijn kind, zoals het oude Chinese spreekwoord zegt, ‘wortels en vleugels’ gegeven.” Nu maar hopen dat dit uitgroeit tot het verhoopte marktsucces.
PIET DEPUYDT
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier