Leve de managementmodes
In onze laatste aflevering ‘managementcynisme voor dummy’s’ besteden we aandacht aan een fenomeen dat onze volle aandacht verdient: managementmodes. Meestal doet men minachtend over dit edele fenomeen, maar dat is uiteraard volkomen ten onrechte. Enkel de belangrijke dingen des levens kennen het fenomeen mode. We kennen modes in de kledij (zwart is het nieuwe zwart), in de voeding (zijn tapas en sushi weer ‘uit’?), in de seks (we laten de voorbeelden aan uw fantasie over), opvoeding van kinderen, en zelfs gezondheid (aderlatingen, elektroshocks).
Iedereen houdt van managementmodes. De managementwetenschap bevindt zich immers in het stadium waar de scheikunde zich bevond in de middeleeuwen: ijverig op zoek naar de Steen der Wijzen, die alles in goud zou veranderen. De grootste successen op het gebied van managementideeën worden dan ook geboekt als er weer een verlichte profeet opstaat om zonder verpinken mee te delen dat hij het geheim van succesvolle, excellente, grootse of steengoede bedrijven heeft ontrafeld. Je kunt maar proberen, denk ik dan. En plots stormen al die bloednuchtere managers naar conferentiezalen, kopen (weldra: downloaden) boeken als ‘Good to Great’, en wat nog veel leuker is: ze beginnen zich af te vragen of ze wel handelen volgens de heilige leer van de goeroe. Duizenden bedrijven hebben zich tijdens bezinnings- momenten al de vraag gesteld of ze wel de kenmerken vertonen van ‘excellente’ of ‘grootse’ bedrijven. Dat die lichtende voorbeelden ondertussen met trosjes failliet gaan, kan de dolle pret niet bederven. Wie zijn wij om minachtend te doen als de zalen vol lopen voor managementgoeroes? De zalen lopen toch ook vol voor K3? En het intellectuele niveau van toppers als ‘Who Moved my Cheese?’ ligt toch net op dat niveau? En net zoals K3 nu ‘Josje’ heeft, verschijnen er geactualiseerde edities van de grote klassiekers.
Modes zijn dus leuk. We hebben de jongste jaren zelden zo hard gelachen als bij een bepaalde passage uit het doctoraat van Annick Van Rossem over managementmodes. Versta mij niet verkeerd. Haar studie was een ernstig werk, en degelijk op de koop toe, maar ik kreeg haast de slappe lach toen ik voor het eerst de passage las op pagina 43. In de jaren negentig was het computerbedrijf Dell echt ‘in’. Dat bedrijf werd dan ook overal opgevoerd. Achtereenvolgens 1) als bewijs dat intangibles en kennis het verschil maken; 2) met de boodschap dat je moet organiseren rond losse grenzen; 3) met de waarschuwing dat enkel de flexible firm kan overleven; 4) als bewijs van de superioriteit van de modulaire organisatie; 5) als indicatie voor de superioriteit van de netwerkorganisatie; 6) om de weldaden van virtuele integratie te bezingen; 7) als een stichtend voorbeeld van de verschuiving van de markt naar een ‘marktruimte’; 8) om de empowerment; 9) om de klantentrouw; 10) om het belang van een business web; 11) als digitaal netwerk; 12) als digitale virtuele markt; 13) als niet-gebundelde/toch gebundelde organisatie; en 14) als virtuele organisatie. Toegegeven, hier en daar zit er wel een synoniem tussen, maar zou het kunnen dat Dell net iets te ijverig bezig was met bundelen/ontbundelen/herbundelen en gewoonweg vergat goede computers te maken?
Gelukkig zijn managementmodes zelf ook onderworpen aan de manie om alles een leuk naampje te geven. Marketeers hebben toch ook al in de meest lyrische bewoordingen het ‘merk’ bezongen. Kan je managementdeskundigen het dan kwalijk nemen dat ze hun visie op managementmodes proberen een koosnaampje mee te geven? Zo gebruiken ze elk hun eigen ‘merk’ voor het fenomeen dat je blijkbaar gelijk wat kan verkopen aan die superrationele managers. Ze spreken dan over goeroetheorie, (gerationaliseerde) managementmythes, ingeblikte oplossingen, drieletter-woorden, bandwagons, managementinnovatie, manage- mentmodes, retoriek. Weet u niet wat een drieletterwoord is? Als u niet minstens vijf van de volgende afkortingen kent, dan bent u het niet waard mee te denken in managementland: TQM, BSC, ERP, USP, JIT, TOC, BPR, SBU, CEO, CFO, COO, HRM, ISO, KPI, LBO, MBO, MRP, ROI. Wat minder bekend is DLA (DrieLetterAfkorting), maar in het Engels is TLA ( three letter acronym) toch populair in kringen die managementmodes bewonderen.
En tot slot een ernstige waarschuwing. Let op, als een bepaalde mode echt doorbreekt, dan is de val nabij. Nemen we zo’n onschuldig drieletterwoord dat in bepaalde bankkringen erg populair was geworden: CDO. Als dat woord u niet veel zegt, zal ook de volledige term u zeer onschuldig in de oren klinken: collateralized debt obligation. Het is niet zo erg indien u dacht dat CDO iets betekende als centrale designorganisatie. Maar verwar de onschuldige managementmodes niet met het echt gevaarlijke speelgoed. Bij een managementgoeroe hebt u waarschijnlijk enkel wat in de handen geklapt, leuke of flauwe grapjes moeten aanhoren, en hebt u van het heilige vuur geproefd. Maar als uw bankier met modes afkomt, let dan maar op. Dan is het niet meer om te lachen.
de auteur doceert management aan de Vlerick Leuven Gent Managementschool.
Marc Buelens
Iedereen houdt van managementmodes. De managementwetenschap bevindt zich in het stadium waar de scheikunde zich bevond in de middeleeuwen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier