Leve de familie, met mate

De vijf van de prent zijn gebonden door liefde. Hij is een jonge ondernemer. Vlijtig en spaarzaam. Met zijn echtgenote, en misschien één of twee van de kinderen, zal hij ooit aan het hoofd staan van een familiebedrijf. Familisme is Vlaams. Het familiebedrijf is een ekonomische kreatie die Vlamingen delen met Chinezen, Latijns-Amerikanen, Fransen en Italianen. Familiebedrijven drijven op vertrouwen, op hechte banden naar binnen toe en op vrees voor de andere. Familisme is de eerste trede van de trap naar een mondiale ekonomie.

Barco en Elbicon bundelen de krachten. De technologie van de Westvlamingen wordt bevrucht met die van de Brabanders. Het geld en het talent van de familie Billion vloeit naar het geld en het talent van de Vlaamse mininational. Wordt vandaag helderder en harder gezocht naar schaalgrootte en wereldsterkte ? Barco en Elbicon zijn een symbool. Op het moment van de twintigste verjaardag van Trends. De markt van Trends is Vlaanderen. Wat zagen we bij de geboorte van het blad in 1975 ? Een ekonomie met drie assen : de buitenlandse multinationals, de familiebedrijven en de Vlaamse havens. De vloek en de welvaart van de ekonomie in Vlaanderen zijn de familiebedrijven. “Een natie kan enkel blijven bestaan als, tussen de staat en het individu, middengroepen plaats nemen die sterk genoeg zijn om het individu mee te trekken in hun beweging, en zodoende ook in de grote stroming van het samenleven”, schreef Emile Durkheim in De la Division du Travail Social (1893). Het familiebedrijf is een individu, het concern een middengroep.

Industriële strukturen vertellen een intrigerend verhaal over de kultuur van een land. Gemeenschappen die steunen op sterke families en zwakke relaties tussen niet-familieleden neigen naar een overheersing van kleine, familiale bedrijven. Aan de andere kant hebben landen met levenskrachtige associaties van vrije hospitalen, scholen, liefdadigheidsinstellingen en kerken, meestal het talent om sterke ondernemingen op te bouwen die het kleinfamiliale niveau ontgroeien.

De industriële strukturen van katolieke landen zijn zeer gelijklopend aan die van het confucianistische China. Grote huiver bestaat er om professionale managers binnen te brengen. Daarvoor dient men uit de beveiliging van de familiebanden te treden en dus worden concernstrukturen slechts traag geadopteerd. Concernstrukturen zijn te onpersoonlijk en vergen vertrouwen in mensen die geen verwanten zijn. Familiebedrijven zijn vaak winstgevend en dynamisch. Dat is hun stralende voorkant. De achterkant is dat het hen veel tijd vergt om zich te institutionalizeren tot ondernemingen die onafhankelijk zijn van de gezondheid en de bekwaamheid van de familiale stichters.

Alhoewel elke ekonomie, met een fraaier woord volkshuishouding, sterk gekoppeld is aan het maatschappelijke en politieke leven, bestaat er een foute eensgezindheid, gestimuleerd door de moderne (wiskundige) ekonomen, om haar te bestuderen als een bolwerk met eigen reglementen en wetsgeleerden, afgescheiden van de samenleving. De ekonomie is een baronie waarin de individuen samenkomen om hun egoïstische behoeften te vervullen, alvorens zich terug te trekken in hun echte sociale leven. Aldus die strekking.

Ekonomie en management zijn menswetenschappen, geen zuivere wetenschappen. Tachtig procent van de ekonomie kan verklaard worden door wetten ; oorzaken die voorspelbare gevolgen hebben. In de toekomst worden de twintig onverklaarbare procenten echter dé reden van het winnen of het verliezen van een volkshuishouding. De tegenstelling tussen familiebedrijf en concern wortelt in de onderbelichte twintig procent.

Francis Fukuyama blies de slotnoot van de ideologische kakofonie in The End of History and the Last Man. De stopzetting van de Koude Oorlog, met de val van de bloedmuur als symbool, markeerde de voorrang van het kapitalisme en het liberalisme. Treden we in de 21ste eeuw in een groot vreedzaam veld, een nirwana ? De liberale demokratie die eenvormig de 21ste eeuw zal beheersen, is niet nagelnieuw, hypermodern. Wil zij overleven, dan dient zij te ankeren in premoderne gewoonten en waarden. Wetten, kontrakten en ekonomische rationaliteit zijn noodzakelijk én tegelijkertijd onvoldoende voor de stevigheid en de welvaart van de postindustriële samenlevingen. De desem van morele verantwoordelijkheid, plicht tegenover de gemeenschap en vertrouwen moet eveneens prezent zijn.

Adam Smith begreep al dat het ekonomische leven diep gebed is in het maatschappelijk leven, en dat een ekonomie niet kan doorgrond worden zonder inzicht in de gewoonten, gedragingen en de moraliteit van de gemeenschap waarin ze bestaat. De intellektuele overwinning van de neoklassieke ekonomen heeft hen gemaakt tot ijdeltuiten. De wetten van de ekonomie kregen van hen een universaliteitswaarde ; toepasselijk in de Verenigde Staten én Rusland, in Japan én Papoea-Nieuw-Guinea, in Burundi én België. De neoklassiekers verloren de traditie uit het oog. Het is modieus om zich ver te houden van waardeoordelen over verschillende kulturen. Vanuit een ekonomisch standpunt kan niemand er echter omheen dat sommige etische gewoonten en tradities van een gemeenschap deugden zijn en andere ondeugden.

Eén van de deugden van de Vlaamse ekonomie is de sterkte van haar familiale bedrijven. Deze deugd mag geen conformisme zijn. Trends heeft sedert 1975 de ekonomische dynamiek in Vlaanderen geobserveerd. We zijn trots om wat er groeide in die stormachtige twintig jaar. Bij onze volgende sprong, naar 2015, hopen we op twee verschijnselen : de geboorte van jonge familiebedrijven én hun vlottere overgang van familisme naar mondialisme.

In een ver verleden waren we bedenkers van nieuwe ekonomische teorieën (Lessius) en technieken (geldhandel). Om tal van redenen gleden we weg in middelmatigheid. Wie echter met vertrouwen, zoals dit blad, kijkt naar de overzijde van 2000 ziet de heropbloei van een sterke, mondialistische gemeenschap tussen Maas en Noordzee. Daaraan meewerken, is onze aangename taak.

F. Cr.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content