Leve de driekleur!
Vlaggen en alle mogelijke aanverwanten: dat is de specialiteit bij Waelkens in het West-Vlaamse Oostrozebeke. Stamvader Joseph begon ermee in 1926 en intussen is de vierde generatie uit de startblokken geschoten. Die profiteert van de politieke crisis.
De Belgische driekleur is erg populair tegenwoordig. Vooral in het Brusselse en in Wallonië. Eerder als nationalistisch statement dan om iets te vieren, maar daar zijn ze bij Waelkens niet rouwig om. Vlaggen zijn niet alleen plezierig, maar ook erg actualiteitsgebonden. De meest recente cijferpiek beleefde Waelkens bij het huwelijk van prins Filip en prinses Mathilde. Verder kent u het bedrijf ongetwijfeld van het kunstig geborduurde rode pluche in de Senaat, of van de gigantische vlag die altijd aan de arcaden van de Cinquantenaire in het Brusselse Jubelpark bengelt. “Ons cliënteel is erg divers”, zegt zaakvoerder Frank Waelkens (59), een vertegenwoordiger van de derde generatie. “Dat maakt ons beroep heel aangenaam. Soms komen voetbalploegen bij ons aankloppen, soms de slager om de hoek.”
Bedrijven en overheidsinstellingen, heet dat samenvattend. Ook bij de VN en de Navo doet de naam Waelkens een belletje rinkelen. En de Verenigde Arabische Emiraten hebben net een bestelling geplaatst die momenteel uit de persen rolt in Oostrozebeke. De vilten schouderstukjes uit het kostuum van De Lijn worden eveneens bestikt in West-Vlaanderen. Enzovoort.
Vlaggen en priestergewaden
Terwijl het eigenlijk allemaal begon met alben, in 1926. Voor niet-ingewijden: een albe is het lange witte misgewaad van priesters en diakens. Doorgaans in linnen en vroeger ook met heel wat borduurwerk. Als vanzelf kwam Joseph Waelkens bij vlaggen terecht. Want vlaggen en kerkgewaden gaan hand in hand, zo blijkt. Elke zichzelf respecterende vereniging van toen had een proost, maar ook een (linnen) vlag. En de eerste gaf al eens een tip over het tweede.
“De verenigingsvlaggen doen we nog steeds”, verduidelijkt Waelkens. “Daarin zijn we uniek tot ver buiten Vlaanderen. Het is kennis die we koesteren. De basis van je bedrijf laat je niet zomaar schieten.” Een niche met sentimentele waarde, want intussen is Waelkens veel meer digitaal dan artisanaal. Een eerste modernisering kwam er in 1973 met de komst van de borduurautomaten. Oud Huis Dujardin uit Brussel – van de legendarische kinderkleren – werd een klant. En de Mickey Mouselogo’s op de kleren van Donaldson zijn nog steeds het werk van Waelkens.
Een tweede switch van het bedrijf volgde in de jaren tachtig, toen de branche een zware dip kende als gevolg van de delokalisatie van veel klanten. Of hun faillissement. Het was Roos, de echtgenote van Frank Waelkens, die de stilgevallen borduurmachines weer deed draaien om promotiekledij te maken. De borduurpoot van het bedrijf maakte zich los van de vlaggenexpertise. Die laatste afdeling ging een eigen leven leiden, met zeefdrukken en vanaf de jaren negentig ook (en steeds meer) een digitaal drukproces.
Jong triumviraat
Waar is Waelkens het meest trots op uit zijn tijd als zaakvoerder? “Op mijn drie zonen”, zegt hij onmiddellijk. “Ik ben er fier op dat ze er evenveel in geloven als ik, en dat ze ook het initiatief genomen hebben om te ondernemen. Want tegenwoordig is dat niet makkelijk door de keiharde concurrentie in het zakenleven. Ook in onze branche. Je moet voortdurend zorgen dat je er op tijd bij bent.”
De vierde generatie bij Waelkens is er in elk geval klaar voor. Een triumviraat waarvan de drie delen elkaar perfect aanvullen, klinkt het schilderachtig. Peter (30) is de technische knobbel van het gezelschap. David (29) staat paraat met een economisch diploma op zak, en Benedikt (28) neemt alles voor zijn rekening wat met verkoop en marketing te maken heeft. Peter was niet bij het interview aanwezig, maar zijn twee broers zien het ondernemen helemaal zitten.
“Natuurlijk wil ik dat Waelkens blijft bestaan”, zegt Benedikt. “Ik liep al rond in de firma toen ik vijf was en heb hier altijd mijn vakantiejobs gedaan. Werken in het familiebedrijf is altijd mijn droom geweest, zeker nu vader het bedrijf zo mooi heeft uitgebouwd. Als het nu stopte, zou dat erg jammer zijn. Bovendien zitten we lang niet aan ons maximum. Er zijn nog groeikansen genoeg.”
Dat groeipotentieel ligt volgens de vierde generatie vooral in het buitenland. “Nu hanteren we nog de 60/40-regel”, legt David uit. “Zestig procent van onze omzet halen we uit de Belgische markt en 40 % uit het buitenland. Dat willen we omdraaien. Een goede thuismarkt blijft belangrijk natuurlijk, en Waelkens heeft hier een dominante positie die we willen behouden. Maar het is tijd om ons actieterrein uit te breiden.”
Never say never
En ja, Waelkens blijft liefst alleen, klinkt het vastberaden. Het bedrijf werd al een paar keer benaderd door investeerders, maar heeft de boot altijd afgehouden. En toch. Never say never, orakelt Frank Waelkens. Maar: “We willen onze eigen koers varen.” Een beursgang is geen optie momenteel, maar anderhalf jaar geleden werd bij Waelkens wél een raad van bestuur in het leven geroepen. Niemand minder dan Frank Meysman werd aangetrokken om daarin te zetelen. Meysman was jarenlang topmanager bij Sara Lee, het Amerikaanse levensmiddelenconcern dat ook eigenaar is van Douwe Egberts. Meysman is CEO van de Raad voor Reclame en bekleedt bestuursmandaten bij onder meer Spadel, Picanol, Palm en de Gimv. “Een goede sparringpartner om bij ons de verdere uitdagingen te begeleiden”, besluit Frank Waelkens.
Die uitdagingen zijn bijvoorbeeld de zoektocht naar geschikt personeel, die ook bij Waelkens almaar moeilijker wordt. Het bedrijf heeft nood aan drukkers, ontwerpers, afwerkers, borduurders, maar even goed aan magazijniers. “Nu hebben we een heel goed team”, benadrukt David. “Maar hoe moeten we de mensen vervangen die met pensioen gaan? Een opleiding bij ons neemt veel tijd in beslag, en we merken dat potentiële werknemers daar het geduld niet meer voor hebben.” “Het probleem is ook dat er niet echt een schoolopleiding bestaat waarmee je meteen in onze branche terechtkunt”, vult zijn broer Benedikt aan. “Vroeger was de beroepsrichting snit en naad ideaal, maar die mogelijkheid is in de meeste scholen weggevallen. Het merendeel van onze werknemers werd op die manier klaargestoomd voor het vak.”
Een tweede grote uitdaging voor Waelkens is de razendsnelle evolutie op de markt van het digitale drukproces. Enerzijds is het erg moeilijk om bij te blijven. Cursussen op maat bijvoorbeeld bestaan nagenoeg niet. Anderzijds wordt het metier van vlaggenmaker veel toegankelijker sinds er digitale drukmachines op de markt zijn. Meer concurrentie dus.
Laatste 5 jaar
In het afgelopen jaar heeft Waelkens geïnvesteerd in nieuwe machines, zowel in het druksegment als in de afwerkingsafdeling. Alles samen goed voor ongeveer een miljoen euro. Weer een stapje verder, maar zowel David als zijn broer Benedikt wijst er herhaaldelijk op dat ze nog een hele tijd een beroep willen doen op de rijke ervaring van hun vader. Dat levert geflatteerde glimlachjes op, hoewel het geen vijf jaar meer zal duren voor de vierde generatie de touwtjes helemáál in handen neemt. “Je bent toch niet uitgerangeerd als je stopt met werken?” Retorische vraag van de derde generatie. De vierde generatie reageert gevat: “We proberen hem jong te houden.”
Door Celine de Coster/Foto’s Wouter Rawoens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier