Leugens om bestwil

Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

Hebt u zwarte fortuinen ? Droomt u van een witte kerst in de fiscale betekenis van het woord ? Vreest u dat de fiscus of het parket elk moment kunnen binnenvallen, op zoek naar verborgen fiscale constructies ? Tips voor mensen met een bezwaard fiscaal geweten.

Stel : een blauwe maandag om zeven uur ‘s morgens neemt u, ondernemer van een Vlaamse kmo, rustig de post door. Uw secretaresse meldt via de telefoon dat het aan de bedrijfsingang wemelt van mannen in leren jekkers vergezeld van rijkswachters die dreigend hun mitraillette tonen. Een tv-ploeg legt alles netjes op film vast. Blijkt dat het parket op zoek is naar fiscale constructies. Hoe reageert u ?

“Kalm blijven is de boodschap,” aldus de Antwerpse advocaat Victor Dauginet, professor Belastingrecht aan de Universiteit Antwerpen (UA). “Met een huiszoekingsbevel mogen de onderzoekers alle stukken in beslag nemen. Maar u bent niet verplicht zèlf met stukken boven te komen. Evenmin moet u lastige vragen beantwoorden wanneer die tot een inbeschuldigingsteling zouden kunnen leiden. In dat geval is zelfs liegen toegelaten.”

Wie echter niet meewerkt, loopt het risico dat hij wordt aangehouden en dat maakt er de zaken niet makkelijker op. “De eerste 24 uur na de aanhouding krijgt u geen advocaat te zien,” aldus Dauginet. “Veel ondernemers kennen hun rechten niet en sommigen zullen onder druk hun misdrijf bekennen. Of dat de juiste houding is ? Een voorlopige hechtenis is verschrikkelijk, maar je kan ze doorstaan. Weinig mensen staan echter sterk genoeg om hun zwijgrecht consequent uit te oefenen.”

Niemand is veilig

Het thema van de rechten van de belastingplichtige kwam onlangs aan bod op een seminarie van Kluwer Opleidingen. Zoals een deelnemer stelde, is “niemand nog veilig voor het parket, dat na de zaak- Dutroux wil aantonen hoe doortastend en efficiënt het wel kan optreden”. Recente fiscale dossiers ( Domo, KB Lux, Bank Max Fischer) en de gevolgen ervan klanten die plots het parket over de vloer krijgen hebben dat vaak genoeg aangetoond.

Hoe reageert u

wanneer u zelf met een controle wordt geconfronteerd ? Dé hamvraag bij fiscale onderzoeken is de bepaling van het moment waarop een belastingplichtige van fraude wordt verdacht. Dit voor de leek eerder theoretische aspect heeft verstrekkende gevolgen. Wanneer de fiscale administratie een bezoek brengt, is de belastingplichtige immers verplicht inlichtingen te verstrekken en relevante documenten te overhandigen.

Ook wanneer dit gepaard gaat met een huiszoekingsbevel om beslag te leggen op sommige stukken, kan de administratie ook de Bijzondere Belastinginspectie ! beweren dat de belastingplichtige officieel niet verdacht wordt van een misdrijf en geldt de spreekplicht. Advocaat en UCL-professor Jacques Malherbe vult aan : “Wie geen inlichtingen verstrekt, loopt zelfs het risico dat hij een ambtshalve aanslag krijgt. En die kunnen in sommige gevallen tot in de miljoenen oplopen. Onder die druk zijn mensen vaak geneigd hun boekje volledig open te doen.” Met alle gevolgen van dien : hun verklaringen dienen later als bewijs voor de correctionele rechter.

Het is moeilijk om uit te maken wanneer het objectieve moment van de criminal charge de dreiging met een hoge fiscale boete of strafvervolging aanvangt, betoogt professor Dauginet aan de hand van arresten van het Hof van Straatsburg. “Misschien heeft de belastingplichtige het alleenrecht te beslissen wanneer die dreiging van een straf imminent is en hij het recht heeft om te zwijgen ?”

Maar raadsheer Luc Huybrechts van het Hof van Cassatie repliceert : “Naar mijn aanvoelen zal het Hof van Cassatie deze redenering, die uitgaat van de subjectieve gevoelens van de belastingplichtige, niet aanvaarden.”

Wat vertellen de kaderleden ?

De houding van kaderleden bij een inval is een apart hoofdstuk. Een advocaat, die om begrijpelijke redenen liever anoniem blijft : “Een topman van een Vlaamse multinational, waar ik ooit als bedrijfsjurist werkte, kreeg last met het gerecht wegens vermeende financiële malversaties. Ik stond voor een dilemma. Als ik zweeg tegenover het gerecht, zou ik medeplichtig zijn. Maar als ik praatte, kon ik aan de deur worden gezet. Ik trok mijn besluiten en stapte later naar de advocatuur. Bedrijfsjuristen en financiële directeurs lopen enorme risico’s wanneer hun werkgever bepaalde grenzen overtreedt.”

Is een kaderlid nu verplicht mee te werken met het gerecht of met de fiscus ? “Een delicate situatie,” meent Dauginet. “Enerzijds hebben ze de plicht bezwarende documenten te overhandigen. Weigeren ze dat omdat ze vrezen hun job te verliezen, dan kunnen ze dat argument achteraf als de rechtbank hen hiervoor op het matje roept eventueel als rechtvaardigingsgrond opwerpen. Maar dikwijls zal de rechtbank dat niet aanvaarden. Anderzijds is een werknemer niet verplicht zèlf het gerecht in te schakelen als hij bepaalde wanpraktijken vaststelt.”

Zal uw bankier zwijgen ?

Deze discussie heeft ook een interessante nevenpiste, die aan bod kwam bij het onderzoek naar KB Lux. Sommige kranten beweerden dat topman Damien Wigny volgens Belgisch recht moet praten over de fiscale praktijken van de klanten van zijn onderneming. Maar volgens de Luxemburgse wet zou dit een (strafbare) inbreuk zijn op het bankgeheim. “Hij hoeft helemaal niet te praten,” zegt Victor Dauginet. “De heer Wigny heeft het absolute zwijgrecht omdat hij in beschuldiging werd gesteld. Hieruit afleidend kan men stellen dat dit zwijgrecht ook geldt voor wat het gedrag van zijn klanten betreft.”

Voor klanten van instellingen, die níet in beschuldiging zijn gesteld, stelt zich een probleem. Als een onderzoeksrechter met een huiszoekingsbevel afzakt naar uw bankier of beursmakelaar, is het immers duidelijk dat alle documenten in beslag kunnen worden genomen. Maar wat als de BBI naar uw financiële vertrouwensman stapt om inlichtingen in te winnen ? “Als de BBI-ambtenaar over een machtiging beschikt van zijn oversten, moet uw vertrouwensman alle documenten overhandigen,” aldus de Antwerpse advocaat Bart Coopman.

Volgens de raadsman is het dus niet verwonderlijk dat nogal wat financiële vertrouwenspersonen hun zetel overbrengen naar landen, waar fiscale ontduiking geen misdrijf is. Want : “De Belgische fiscus heeft geen of weinig verhaal tegen adviezen die buitenlandse ondernemingen aan hun klanten geven.”

Hoe anticiperen ?

Hoe kan men anticiperen op een fiscaal onderzoek wanneer men een zwart fortuin in een kluis heeft liggen ? “Een advocaat of een bankier mag een fraudeur geen tips geven om gelden legaal te maken, omdat hij dan medeplichtig wordt aan witwassen,” redeneert Dauginet (zie kader). “Als ik bijvoorbeeld een cliënt zou adviseren quod non ! dat men via een Luxemburgse holdingconstructie en stromannen geld naar België kan transfereren, bega ik een misdrijf.”

Er is geen weg terug,

redeneert Dauginet. Volgens de witwaswet kan ook na de fiscale verjaring van vijf jaar zwart geld niet worden gerecycleerd, zelfs niet als men er belasting op wil betalen. Eénmaal een fiscale fraudeur, altijd een witwasfraudeur. Dat geldt óók voor kinderen die zwart geld geërfd hebben. Als ze de sommen repatriëren, lopen ze het risico te worden vervolgd.

Om die reden bepleit de prof dat voor fiscale misdrijven een éénmalige amnestie zou gelden een mooie gedachte gekoppeld aan een normale belasting op de gefraudeerde sommen. Dauginet : “Massa’s opgepotte fortuinen kunnen zo terugkeren naar de legale economie en bovendien de schatkist spijzen.”

HANS BROCKMANS

VICTOR DAUGINET (PROF. BELASTINGRECHT, UA) Een voorlopige hechtenis is verschrikkelijk voor een ondernemer die van fiscale fraude wordt verdacht, maar niet onoverkomelijk. Zwijgen loont de moeite.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content