Let op voor het Garfieldsyndroom
Monopolisten leiden volgens Marion Debruyne, associate professor en partner aan de Vlerick Business School, vaak aan het Garfieldsyndroom. Het succes heeft hen in slaap gewiegd, waardoor ze nieuwkomers niet meteen ernstig nemen. Daardoor kunnen die tot een bepaalde schaal groeien. Plots slaat de onderschatting dan over in bezorgdheid.
U kunt zich abonneren of uitschrijven op de nieuwsbrief door hierboven te klikken op de tab ‘registreren’ of ‘registratie wijzigen’.
Toch is er ook een economische reden waarom grote spelers niet meteen hun kleine uitdagers volgen als die met lagere prijzen op de markt komen. “Als een monopolist meteen de prijzen verlaagt, heeft hij enorm veel te verliezen. Hij heeft er belang bij de boot zo lang mogelijk af te houden, waardoor de uitdager in de luwte kan groeien. Het verlies dat de monopolist lijdt door het marktaandeel dat hij verspeelt aan de uitdager, is dus kleiner dan wat hij zou kwijtraken als hij zijn prijzen voor de hele markt verlaagt.”
Uit onderzoek blijkt dat nieuwkomers geen grote kans op slagen hebben als ze geen structureel voordeel bieden, maar enkel heil verwachten van prijskortingen. Als zulke uitdagers slagen, komt het vaak doordat niet enkel hun product, maar ook hun businessmodel innovatief is.
“Vergelijk bijvoorbeeld DHL en de lagekostenmaatschappijen in de luchtvaart”, zegt Debruyne. “DHL probeerde vaste voet op de Amerikaanse markt te krijgen, maar deed dat met een businessmodel dat een kopie was van Amerikaanse concurrenten zoals FedEx. Dat is mislukt. De lagekostenmaatschappijen in de luchtvaart hebben hun traditionele concurrenten daarentegen aangevallen door te innoveren met hun businessmodel. Ze spraken bijvoorbeeld lagere prijssegmenten, nieuwe doelgroepen en niches aan. Tot op vandaag hebben de traditionele maatschappijen daarop nog geen antwoord gevonden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier