LEONARDO

De ultieme bevrediging van een globetrotter op vakantie is om eens geen landgenoten te ontmoeten. Die droom is in Taiwan nog te realiseren. De Nederlanders speelden er nochtans van 1624 tot 1661 de baas. Van die kant zou je dus nog enige belangstelling kunnen verwachten. Maar toegegeven: de resten van het Nederlandse fort-bestuursgebouw in Taiwan zien er tegenwoordig erg Chinees uit.

De Lonely Planet beweert dat er alles aan wordt gedaan om het de toerist naar zijn zin te maken. Maar die moet dan wel Chinees spreken of op zijn minst lezen. Zoniet bevind je je toch vooral in een groot labyrint, waar je af en toe wat ingewikkelde tekens als clue krijgt toegereikt – op zich trouwens een boeiend speurspel. Opvallend hoe goed het mogelijk is internationaal te concurreren met zo weinig mensen die Engels spreken (in Japan is dat overigens niet veel anders). Maar naar verluidt kunnen veel meer mensen Engels lezen.

GASTARBEIDERS.

Taiwan was dit jaar de ideale vakantiebestemming voor wie anticyclisch wil reizen. De Taiwanese Tijger heeft tot nu toe de Aziatische griep het best doorstaan. De economie blijft zelfs groeien (in 1998 waarschijnlijk met 5%), ook al loopt de export wat terug. In de steden, met hun hordes winkelende mensen in de vele moderne winkels en boetieks, lijkt van pessimisme geen sprake.

Toch is de waarde van de munt behoorlijk gedaald (van 1 US$ = 24 NT$ enkele jaren geleden tot 35 NT$ nu), en dat niettegenstaande er maar weinig landen zijn die een nog grotere deviezenreserve hebben. Taiwan voelt blijkbaar niet de behoefte om de eigen munt te verdedigen. Het gaat zelfs zo goed dat sinds 1992 uit de rest van Oost-Azië steeds meer gastarbeiders worden geïmporteerd – dat zijn er nu al een kwart miljoen. Eerst kregen ze slechts tijdelijke contracten (twee tot drie jaar), nu praat men erover ze ook langer te laten blijven.

OPENINGSTIJDEN.

Als reiziger ben je voortdurend aan het vergelijken: wat is hetzelfde, wat anders? Anders zijn vooral de ontelbare scooters. Ik wist niet dat er in de wereld zoveel scooters waren, laat staan in één land. Voetpaden in de steden zijn smalle stroken tussen twee rijen zij aan zij geparkeerde scooters.

Anders zijn ook de winkeltijden. Officieel zijn die van 8.00 tot 12.00 uur en van 13.30 tot 17.30 uur. Feitelijk benaderen ze, zeven dagen in de week, meer die van de alom aanwezige Japans-Amerikaanse keten 7-Eleven (die zelf nog langer open is) en zijn vele look-a-likes. Andere winkels (en kappers!) functioneren van 10.00 tot 22.00 uur. We vonden zelfs postkantoren die ‘s zaterdag tot 20.00 uur openbleven. Restaurants sluiten dan weer vroeger, en kroegen zijn er nauwelijks.

BOUWWOEDE.

In tegenstelling tot andere Oost-Aziatische landen kan er nauwelijks sprake zijn van een vastgoedoverschot. Op één gebouw van 244 meter hoog na heeft Taipei nauwelijks een skyline om over naar huis te schrijven. Zoals in Nederland steekt op dit punt de tweede stad en grootste haven, Kaohsiung in het zuiden, de hoofdstad naar de kroon. Maar overal moet het onderhoud van huizen en kantoren nog worden uitgevonden. Als er al geïnvesteerd wordt in de bouw, dan is dat in infrastructuur. Waar je ook komt, er wordt gebroken en gebouwd. Na jaren werkzaamheden functioneren in Taipei evenwel nog maar twee metrolijnen.

ELEKTRONICA.

Veel reclame voor GSM’s, maar in het straatbeeld zie je die dingen nog nauwelijks. Telefooncellen blijven dan ook populair. Taiwan heeft intussen een sterke positie in de micro-elektronica verworven, maar fabrieken daarvan herken je niet snel in het landschap. Bovendien is het hightechcluster sterk geconcentreerd rond het Science-Industrial Park bij de twee universiteiten van Hsinchu in het noordwesten. Opvallend zijn veeleer de talloze oudere fabrieken uit meer traditionele sectoren.

REGEN.

En ja, hetzelfde: ook veel regen. Het is dan ook een erg vruchtbaar land. Waar geen huis, fabriek, weg, rijstveld of viskwekerij ligt of staat, daar groeien bomen. Dat moeten dan wel de steilere stukken zijn (in het centrale bergland volop aanwezig), want de bebouwbare ruimte is helemaal in gebruik. De rijstvelden beginnen gelijk waar de huizen en wegen ophouden.

TITANIC.

Meer van hetzelfde: veel meer McDonald’sen nog en KFC’s (maar met meer uitgebreide families onder de cliënteel); véél meer boetieks van de meest chique internationale merken. Maar ook nog heel veel “garageboxwinkels”, waar ‘s nachts niet meer dan een ijzeren luik voor zit en overdag een niet steeds even duidelijk ambacht wordt uitgeoefend. Ook meer eigen fastfoodketens en ook meer eigen soorten frisdrank. Zoals ook de Chinese popmuziek een eigen frisse klank heeft, maar toch ook westers en bekend in de oren klinkt – met even flitsend gemonteerde clips op het eigen MTV. En zo mogelijk nog meer foto’s en fotoboeken van Leonardo DiCaprio en de Titanic. In Changhua zie ik een grote boekhandel met een hele wand posters, waarvan slechts eentje niet met de jonge Leonardo. Ik had al zo’n vermoeden, maar nu weet ik het zeker. Leonardo DiCaprio is dé ster van het moment.

Dr. Dany Jacobs is hoogleraar strategisch management aan de Rijksuniversiteit Groningen en associate dean van TSM Business School, de gemeenschappelijke managementschool van de universiteiten van Eindhoven, Groningen en Twente in Enschede.

DANY JACOBS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content