Leniger en jonger
Hij gaat misschien de geschiedenis in als de laatste echte Opel. De nieuwe Insignia was al klaar toen de Franse Groupe PSA en Gene-ral Motors de overname van Opel beklonken. De volgende modellen die in de showroom komen, delen al heel wat onderdelen met modellen van Peugeot.
De Insignia is geen makkelijk model om te slijten. Klassieke berlines zijn niet meer in trek in een wereld die vooral tuk is op SUV’s. Bovendien heeft de consument de neiging om voor een premiumwagen te gaan als hij een berline wil kopen. Toch zijn er van de eerste generaties van de Insignia bijna een miljoen stuks verkocht. Opel kan dat succes doortrekken, want de nieuwe Insignia ziet er leniger, jonger en dynamischer uit dan zijn voorgangers.
Een nieuwe generatie van een bestaand model bouwen, betekent in de eerste plaats de mindere kantjes wegvijlen: wat overgewicht en het gebrek aan ruimte achterin. De nieuwe Insignia is dus opvallend lichter dan zijn voorganger en achterin is meer beenruimte. Een detail: voor de lancering van die nieuwe generatie voerde Opel een kleine naamsverandering door. De berline gaat nu door het leven als de Insignia Grand Sport.
Dieselrijders kunnen kiezen uit een 1.6 (110 of 136 pk) of een tweeliter (170 pk). Wij toerden met de kleinste benzinemotor, een nieuwe viercilinder met een longinhoud van 1,5 liter (140 of 165 pk). Die motor is iets groter dan die van zijn voorganger (de 1.4) en heeft interessante waarden, zoals een CO2-uitstoot die een zucht lager is dan die van de tweeliter turbodiesel. Perfect om rustig mee op weg te gaan en op de autosnelweg niet al te fors uit te halen. Maar als het bergop gaat of je wat meer kracht zoekt om fors te hernemen, voel je al snel dat de viercilinder een beetje naar adem hapt. Een reden om voor de versie met 165 pk te gaan is dat niet: die heeft precies hetzelfde maximale koppel als de versie met 140 pk.
Achter het stuur is het goed en comfortabel zitten, met een uitstekende houding. Het interieur is keurig afgewerkt en versterkt de indruk van kwaliteit.
Jo Bossuyt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier