LE MAL AIMÉ
De eindbestemming ligt vast. Totalfina en Elf Aquitaine moeten samensmelten. Dat wil de industriële logica van schaalvoordelen in de olie-industrie. Dat wil ook politiek Frankrijk. De twee olieconcerns moeten een onverteerbare Franse brok, een champion, worden die zijn mannetje staat tussen de Angelsaksische reuzen die de sector vandaag domineren.
De weg naar Totalfina Elf is echter nog niet helemaal uitgestippeld. Thierry Desmarest, de patron van Totalfina, heeft vandaag onbetwistbaar het stuur in handen. Met de zegen van de Franse regering deed de kleine prins van het zwarte goud een overnamebod op Elf Aquitaine. Eén man organiseert het verzet tegen dit scenario, een voormalige topambtenaar van de Franse staat dan nog wel. Dat is Philippe Jaffré (54 j.), de patron van Elf, in een vorig leven (1986-1988) nog co-architect van de privatiseringsplannen – ook van Elf – van Edouard Balladur. Door dezelfde Balladur was Jaffré in 1993 bij Elf gedropt om er orde op zaken te stellen. Jaffré krikte de rentabiliteit op en wou van Elf zelfs een globale speler maken.
Plots kwam het vijandige overnamebod van Totalfina, van de aartsrivaal die minder dan een jaar geleden nog het kleine broertje was. Maar het laatste dat Jaffré op zijn geweten wil, is dat Elf onder zijn bewind wordt opgeslokt. Jaffré lanceerde de tegenaanval met een in Frankrijk nog nooit vertoond manoeuvre: de pacman-defensie of de prooi die op zijn beurt een bod doet op de jager.
“Met dat bod onderschrijft Elf de logica van een fusie,” merkte Totalfina tevreden op. De strijd tussen Totalfina en Elf is dan ook op de eerste plaats een strijd tussen patrons, tussen ego’s. “Want er kan er maar één de baas blijven,” verkondigde Thierry Desmarest zelfverzekerd in de kranten. Dan schuift de rivaal ongemakkelijk op zijn stoel. Toplui als Jaffré, uitgestuurd door de Franse staat, weten immers dat als hun onderneming opgeslorpt wordt, hen hoogstens een ceremoniële functie rest. De razend ambitieuze Jaffré wil echter tot elke prijs aan het hoofd van een grote groep blijven.
Het aanbod van Desmarest om er een vriendelijk overnamebod van te maken, sloeg Jaffré – en met hem de raad van bestuur van Elf – dan ook af. Maar er klinkt kritiek: Jaffré, zelf geen grootaandeelhouder van zijn onderneming, zou in zijn strijd het belang van de onderneming opzij schuiven. Jaffré biedt de aandeelhouders van Totalfina immers ook 13 miljard euro in cash. Dit geld moet Elf lenen. De fusiegroep zal het niet kunnen aanwenden voor investeringen. Voor sommigen zijn deze manoeuvres van Jaffré daarom enkel bedoeld om zich in de aanloop van de onderhandelingen op gelijke voet met Desmarest te hijsen. Maar zo vriendelijk wil Desmarest zijn bod wellicht ook niet maken. De Totalfina-topman trachtte Jaffré te omzeilen door de fusiegesprekken op directieniveau te willen organiseren. Jaffré en co gaven echter (nog) niet thuis.
“Uiteindelijk is het niet aan de patrons, maar aan de aandeelhouders om uit de twee projecten te kiezen,” sprak Jaffré bij de lancering van het tegenbod op Totalfina. Zo’n 40% van de grote aandeelhouders van Elf zijn ook aandeelhouder van Totalfina. Jaffré trok daarom tot tweemaal toe naar de VS om de talrijke Amerikaanse institutionele aandeelhouders te overtuigen van zijn project. Hij spiegelt hen niet alleen meer schaalvoordelen en kostenbesparingen voor (2,5 miljard euro tegenover 1,2 miljard). Jaffré toverde ook een konijn uit de hoed: een opdeling van de chemie- en olie-activiteiten, wat twee world majors zou opleveren, de nummer vier in olie en de nummer vijf in chemie. Jaffré bewandelt met die zet een piste die nog meer aanhangers in Frankrijk telt. Waarom alle geld op één Franse kampioen zetten als de uitbouw van twee mogelijk is? Om die stelling te onderstrepen maakte Jaffré ook wereldkundig dat Elf werkt(e) aan een fusie met een niet-Franse speler van gelijksoortig niveau – ENI, Chevron of Repsol dus. In dat scenario blijft er natuurlijk plaats voor twee bazen.
De aandeelhouders lijken echter Desmarest gelijk te geven. Na het tegenbod daalde de koers van Elf, terwijl die van Totalfina steeg. De eerste Amerikaanse veldtocht van Jaffré, die kampt met een gebrekkig Engels, was geen onverdeeld succes. Desmarest is er zeker van dat zijn bod hem ten minste 50% van Elf oplevert en hoopt op 66,67%. In dat geval is de zaak beklonken.
Het personeel vreest slachtoffer te worden van het opbod om de zegen van de aandeelhouders. Jaffré wil 6000 jobs schrappen, Desmarest 4000. Het Elf-personeel verweet Jaffré al langer hen als quantité négligeable te behandelen. Ook arrogantie en moeilijk in de omgang worden hem vaak aangewreven.
Jaffré is een product van de befaamde Ecole Nationale d’Administration, de eliteschool voor Franse bureaucraten. In 1973 dook hij de Franse administratie in als ambtenaar bij de Inspection Générale des Finances. Tussen 1977 en 1988 doorliep Jaffré verschillende sleutelfuncties bij de Schatkist en het ministerie van Economie en Financiën. In 1988 maakte hij de overstap naar het bedrijfsleven als directeur van de Stern bank. Een jaar later rekruteerde Crédit Agricole hem als algemeen directeur. Jaffré leerde er het besparingsmes hanteren. Die handigheid kwam hem vanaf 1993 als nieuwbakken PDG van Elf goed van pas. Zijn voorganger Loik le Floch-Prigent, een pion van François Mitterrand, had Elf weliswaar uitgebouwd tot een internationale reus, maar die imperiumstrategie ging ten koste van de winstgevendheid. Van de winst van 10 miljard Franse frank in 1990 bleef in 1993 nog amper 1 miljard Franse frank over.
Jaffré zette het mes in de kosten, de schulden en de niet-strategische activiteiten. “Ik moet verantwoording afleggen aan mijn aandeelhouders en niet aan de regering,” verdedigde hij zijn beleid. Maar de voormalige bureaucraat mag dan de retoriek van de Angelsaksische CEO machtig zijn, de handen van Jaffré bleven nog gebonden aan het Franse beleid, ook al daalde het overheidsbelang in Elf onder zijn bewind van 51% tot het huidige gouden aandeel van 10%. Elf kon of wou het saneringstempo van de concurrentie dan ook niet volgen. Het Total van Desmarest maakte vorig jaar twee keer zoveel winst als het Elf van Jaffré. Voor aandeelhouders zijn dat doorslaggevende argumenten. “Maar Jaffré heeft voldoende talenten om verder carrière te maken,” roemt Desmarest zijn rivaal, “bijvoorbeeld in de banksector.”
DAAN KILLEMAES
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier