LATE ROEPING
Op de valreep, net voor zijn 35ste verjaardag, schreef Alain Cools zich in voor het diplomatiek examen. Zo begon de filoloog-vertaler ( KU Leuven) in ’82 aan ” deCarrière” onder toenmalig Buitenlandminister Leo Tindemans.
Vandaag, 15 jaar later, wordt Cools (49 j.) door de stoelendans bij de Quatre Bras kabinetschef van minister voor de buitenlandse handel Philippe Maystadt in opvolging van Alexis Brouns, die ambassadeur wordt in Turkije. Brouns haalde Cools vanuit Tokio in ’95 naar het kabinet-Maystadt “na het klassieke telefoontje,” want Cools omschrijft zijn loopbaan als een “opvolging van toevalligheden” : oud-collega’s bellen met de vraag of hij niet mee in de boot wil ? Old boys-netwerking dus. Brouns en Cools waren samen in New York op de permanente vertegenwoordiging van België bij de Verenigde Naties. “Een boeiende tijd,” herinnert Alain Cools zich, “na de Koude Oorlog en de Golfcrisis, toen de VN nog het alleenzaligmakende instrument leken om de grote crisissen in de wereld op te lossen. Interessant omdat ons land toen lid was van de Veiligheidsraad : VN-troepen naar Irak, Somalië, Cambodja, Mozambique, El Salvador. Bij wijze van spreken haast elke week een nieuwe VN-operatie.”
Tijdens een bijkomende studie economie in Leuven ontmoette Cools zijn Vietnamese echtgenote. “Maar verder is daar geen exotisch verhaal aan verbonden,” lacht Cools.
In 1975 begon hij als vertaler op het kabinet van de PSC’er Fernand Herman. Van dan af, tot aan zijn eerste diplomatieke post in Tel Aviv, volgen de kabinetservaringen elkaar op bij Tindemans en Charles Ferdinand Nothomb. Op het ritme van de regeringswissels. Tussendoor is Cools kortstondig verbonden aan het Onderzoeks- en informatiecentrum voor de verbruikersorganisaties (Oivo), beheert hij immobiliën en wordt hij woordvoerder van het ministerie voor Buitenlandse Zaken. Telkens na het klassieke telefoontje van oud-medewerkers.
Aandachtspunten die zich snel aandienen voor de nieuwe kabinetschef van Buitenlandse Handel zijn : het al dan niet gebonden karakter van de Belgische hulp. “Het principe van niet-gebonden hulp is mooi, maar daar zijn kanttekeningen bij te plaatsen,” zegt Cools, “gebonden hulp hoeft bijvoorbeeld niet noodzakelijk duurder te zijn als de concurrentie speelt. De discussie ten gronde moet nog gevoerd worden.” Hetzelfde geldt voor het nieuwe instrument BTC/Belgische Technische Coöperatie, belast met de uitvoering van de bilaterale samenwerking, waarbij een grotere coherentie wordt beoogd tussen buitenlandse handel, ontwikkelingssamenwerking en het buitenlandbeleid. “Hoe die integratie zal gebeuren, moet nog onderzocht worden.” De fusie tussen de geografische diensten van de buitenlandse politiek en buitenlandse handel vindt Cools de goede richting uitgaan. Hetzelfde geldt voor de toenadering tussen de financieringsinstrumenten voor de buitenlandse handel Copromex en leningen van staat tot staat in Finexpo, “waarin ook de gewesten vertegenwoordigd zijn.” Cools stelt vast dat de samenwerking tussen de gewestelijke exportdiensten “opmerkelijk verbeterd is.” Hij volgt met belangstelling het experiment van de Brusselse exportdienst die aansluit bij de trend tot privatiserting van een aantal exportpromotiediensten, vooral in de Angelsaksische landen.
ALAIN COOLS (BUITENLANDSE HANDEL) Naar betere beleidsafspraken tussen handel, samenwerking en beleid.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier