Lalala, ook na Lula
Wie er ook wint, Brazilië blijft na de presidentsverkiezingen in competente handen. y
De grootste economie van Latijns-Amerika geniet van haar beste periode sinds lang. Brazilië was een van de laatste landen die ten prooi vielen aan de crisis. Het was ook een van de eerste landen die er weer uitklommen. Voor de eerste keer in zijn geschiedenis heeft het de combinatie kunnen vormen van economische groei, lage inflatie en volwaardige democratie. Het ziet ernaar uit dat de geluksperiode nog een tijdje aanhoudt.
Veel is te danken aan Luiz Inácio Lula da Silva, de charismatische voormalige metaalarbeider dankt zijn bijnaam ‘inktvis’ ( lula) aan zijn kroezelhaar. Hij is president sinds 2002. De presidentsverkiezingen in oktober zijn de eerste waaraan hij niet meedoet sinds de herinvoering van de rechtstreekse verkiezingen in 1990. Aan het einde van zijn tweede ambtstermijn is hij zo populair dat men zich nog moeilijk kan voorstellen dat hij ooit een serieverliezer was. Hij laat een leemte na die niemand kan vullen. De twee best geplaatste kandidaten zijn José Serra, de gouverneur van São Paulo, en Dilma Rousseff, het hoofd van de casa civil, een soort presidentiële stafchef.
Serra ligt iets voorop. Zijn approval rating in de dichtstbevolkte staat van het land is hoog. Hij was een goede minister van Volksgezondheid en was in 2002 kandidaat voor het presidentschap, met Lula als tegenstrever. Een verkiezing verliezen is in Brazilië geen hinderpaal voor toekomstig succes, dat bewees ook Lula.
De kansen van Rousseff hangen af van Lula’s vermogen om zijn populariteit over te dragen op zijn geliefkoosde opvolgster. Veel hangt af of haar aantrekkelijkheid aangetast wordt door andere linkse kandidaten en niet het minst door Marina Silva, senator, voormalig minister en sinds lang het boegbeeld van de milieubeweging.
De stemming splitst het land ook geografisch op, vooral als Serra een kandidaat voor de tweede plaats kiest die ook uit het zuidoosten van Brazilië komt. Dat zou het armere noorden en noordoosten opzetten tegen het rijkere en dichterbevolkte zuiden en zuidoosten. Dat zou Serra goed uitkomen, maar ook het contrast tussen beide landsdelen in de kijker zetten.
Geschenk van God
De nieuwe president erft een land met een duidelijk internationaal profiel en een succesvolle economie. Er zijn ook problemen, ondanks de gouden periode waarin de belastingontvangsten sneller toenamen dan het bbp. Als antwoord op de wereldwijde crisis haalde de regering-Lula de belastingen naar beneden en voerde de bestedingen op, het soort van respons dat alleen rijpe landen zich kunnen veroorloven zonder zijn schuldeisers de stuipen op het lijf te jagen.
In plaats van de bijkomende uitgaven te besteden aan infrastructuur, werden ze kwistig gebruikt om de lonen en uitkeringen in de openbare sector te verhogen. Het wordt moeilijk om die verworven rechten terug te schroeven. De inkomsten uit olievelden die onlangs voor de kust ontdekt werden, kunnen niet snel genoeg binnenstromen om de nieuwe president van dat geërfde probleem te ontdoen.
De regels over hoe het oliegeld uitgegeven moet worden – een cruciaal punt voor de ontwikkeling van het land – worden in het Congres behandeld net op het moment dat de presidentiële campagne op gang komt. Dat wil zeggen dat het gevaar groot is dat het debat over de toekomst van het land bedolven wordt onder de onderhandse afspraken, wat Brazilië ervan weerhoudt om het maximum te halen uit zijn ‘geschenk van God’, zoals Lula de olie noemt.
De twee belangrijkste kandidaten zijn behoorlijk opgewassen tegen de taak die hen wacht. Wat van Serra’s ministerschap het meest in herinnering blijft, is zijn beslissing om het patent te verbreken van efavirenz, een aidsgeneesmiddel dat door Merck geproduceerd wordt en dat Brazilië geholpen heeft om de ziekte onder controle te houden. Sommigen vrezen dat Serra, die een proefschrift economie op zak heeft, de instellingen voor economische beleidsvorming verstoort die bijdroegen tot het recente succes van Brazilië.
Ook Rousseff genoot een economische opleiding, al is ze lang niet zo gerenommeerd. Zij maakte Lula’s presidentschap weer werkbaar na het mensalão-schandaal in 2005, de regering had het Congres omgekocht met steekpenningen.
Het zijn dus twee technocraten die naar de topfunctie dingen. De moeizaam veroverde politieke en economische stabiliteit van het land wordt bestendigd, wie er ook wint.
DE AUTEUR IS BUREAUCHEF VAN THE ECONOMIST IN SÃO PAULO.
Door John Prideaux
2010
Het debat over de toekomst van het land
dreigt bedolven te worden onder
de onderhandse afspraken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier