LAGERE WINSTMARGES, VRIJERE GEBRUIKERS
De drempelverlaging voor geografische informatie opent de deur voor nieuwe initiatieven. Starters zoals de parkeerdienst Carambla, de mobiliteitsite Go-Mobile of het routingbedrijf Route You krijgen veel makkelijker toegang tot basisgegevens en kunnen complexe diensten uitbouwen.
In software krijgen gevestigde waarden zoals ESRI (gestart in 1969, 30 à 40 procent van de markt), Hexagon-filiaal Intergraph, Autodesk, GE, of in eigen land Star-Apic of Luciad (zopas overgenomen door Gimv), te maken met nieuwkomers die ook met open broncode werken. Die missen weliswaar slagkracht, maar zetten met zijn allen wel druk op de prijzen en veranderen de manier van werken.
Databank Ondergrond Vlaanderen (DOV) brengt zijn gegevens uit een systeem van ESRI over naar een modern platform. Het publicatiegedeelte van DOV bestaat nu volledig uit open broncode. “De bouwblokken van open source zijn meestal gratis, je zit minder vast aan één leverancier en er is meer innovatie”, zegt Karel Maesen, een zelfstandig consultant bij het Agentschap Wegen en Verkeer. “Zelfs in commerciële markten wordt de instapdrempel lager. Marketing wordt minder belangrijk dan vroeger. Het gaat meer om communiceren met de ontwikkelaarsgemeenschap, niet met managers.” Maesen is de hoofdontwikkelaar van Hibernate Spatial, een uitbreiding op de open broncode van Red Hat/JBoss die ruimtelijke data vertaalt naar een gewone database en terug.
Een ander effect van open broncode is dat programma’s minder complex worden. Ook dat verlaagt de drempel. Maesen: “Open broncode moet zo eenvoudig mogelijk zijn. Anders kan je geen bijdragen krijgen van andere ontwikkelaars. Als ze niet begrijpen hoe het werkt, doen ze niet mee.”
Lucratiever wordt het allemaal niet, integendeel. “Open broncode op zich is geen businessmodel. Daarmee ga je geen geld verdienen”, waarschuwde Just van den Broecke op het eerste Belgische congres van Open Source Geospatial (OSGeo), vorige maand in Gent. OSGeo is de wereldwijde organisatie van ontwikkelaars open broncode voor ruimtelijke toepassingen.
Van den Broecke is met zijn bedrijfje Just Objects een ervaringsdeskundige. Voor hem is de broncode zelf “bijna irrelevant” geworden. “Wat je wel kan doen, is een stuk uit de waardeketen kiezen en daar dan een business van maken”, zei hij. Dat betekent geld verdienen met training en support, verpakking en documentatie, consulting en integratie — en meestal met een combinatie.
Een van de organisatoren van de OSGeo-conferentie was Geosparc, het bedrijfje van Dirk Frigne dat Geomajas ontwikkelde, een open alternatief voor de dominante ArcGIS Server van het Amerikaanse ESRI. Zulke servers geven informatie uit het geo-informatiesysteem aan een klant. Geomajas levert functies voor het navigeren, opzoeken, opslaan, bewerken en beveiligen van geo-informatie vanuit een browser. Onder meer Database Ondergrond Vlaanderen en de databank van bedrijventerreinen gebruiken het pakket.
De firma van Dirk Frigne stapelde bij de ontwikkeling sinds 2009 een overgedragen verlies van 1,1 miljoen op dat gedekt werd met geld van Vinnof, iVentures en een aantal particulieren. Winst maken met zo’n ‘werktuigenkist’ is geen sinecure. “In de komende maanden zullen we een eigen toepassing uitrollen om te tonen hoe je met Geomajas een probleem kan oplossen. Dat maakt het herkenbaar voor bedrijven”, zegt Dirk Frigne.
Geomajas is niet zo maar gratis software. Frigne: “Wij werken met de Afferro General Public License (AGPL). Wij blijven eigenaar van de kern, maar we volgen het ‘copyleft’-principe. Wie iets ontwikkelt met de kern, moet dat ook aan zijn gebruikers geven. Wil hij dat niet doen, dan moet hij bij ons een commerciële licentie kopen. Dankzij die bescherming moeten we kunnen groeien. Google, Microsoft en Oracle hebben ook bescherming nodig gehad om zo groot te worden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier