Kwaad bloed
“Uneklo sluit. De rekonversie van wolkammerij naar farmaceutisch bedrijf is mislukt.” In het minuskule persberichtje stond geen woord over de “bloedzak”-plannen van de Vlaamse overheid, geen letter over het njet van de Franse banken.
Neen, zo’n wereldvreemd voorstel hadden ze nog nooit gehoord. De mannen van Uneklo ( United Industries Eeklo), Belgiës laatste wolkammerij, pikten het niet. Een wolkammerij zomaar omvormen tot een farmaceutisch bedrijf ? Oké, Uneklo de Belgische poot van de groep Vande Putte SA uit het Franse Tourcoing mocht dan al gesloten worden, het betekende nog niet dat zij de rest van hun dagen zouden doorbrengen met het vullen van… bloedzakjes. In geen geval. Alleen hadden ze begin 1994 weinig keuze. Het was infusen vullen of gaan stempelen. Bovendien stond heel de streek achter deze rekonversie. Eeklo was al in de middeleeuwen de stad waar je terechtkon voor het herbakken, voor een verjongingskuur.
NAAR TOURCOING.
Meer nog, er waren centen. De Vlaamse regering had bij monde van Norbert De Batselier ( SP) al in 1990 het hele Meetjesland erkend als impulsgebied, goed voor 150 miljoen frank. Onder impuls van ex-vakbondsman en schaduwburgemeester van Maldegem, huidig CVP-senator Johan De Roo, werd 7 miljoen vrijgemaakt voor Uneklo. De VDAB beloofde ook 15 miljoen frank voor de opleiding van de ex-wolkammers. En in het Eeklose kultureel centrum De Herbakker deelde Luc Van den Brande ( CVP) in 1994 mee dat de Europese Unie op haar beurt een half miljard in het Meetjesland zou pompen. De minister-president zou er nog eens eenzelfde bedrag bovenop leggen.
De toekomst leek verzekerd, zeker voor Uneklo waar de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid (NMKN) als bankier optreedt en Gimvindus als aandeelhouder aktief is. En dus trekken de voormalige wolkammers in 1994 zes maanden lang naar Tourcoing. In de Vande Putte-dochter Macopharma leren ze op kosten van de VDAB infusen vullen met glucose. Straks zouden ze dat ook in Eeklo doen. “Dat was volgens ons een realistisch scenario,” zegt Paul Mortelmans van Gimvindus. “Het omtoveren van de wolkammerij Uneklo in een farmaceutisch bedrijf was perfekt haalbaar.”
Het heeft niet mogen zijn. Op 4 januari 1996 kreeg een speciale ondernemingsraad het verdict te horen : Uneklo gaat definitief dicht. Op 5 februari 1996 is het echt gedaan. Dan is de witte zaal, een door Vande Putte gedragen investering van 25 miljoen frank, de nog enige stille getuige van de plannen om in Uneklo ooit farmaceutische aktiviteiten te ontplooien. Dan ook beginnen de allerlaatste Belgische wolkammers aan hun allerminst gewilde rekonversie : de werkloosheid. Het kan vandaag allemaal zonder al te veel personeelsprotest. Een wekenlange bedrijfsbezetting zoals in de zomer van 1993 zit er anno 1996 niet in. Daarvoor zijn de arbeiders al te lang murw geslagen.
PRIJS KELDERT.
De grootste klap kregen ze in november 1993. Toen raakte bekend dat 200 van de 305 werknemers hun job verloren. Meteen werd duidelijk dat het wolkammen in Eeklo tot de geschiedenis behoorde. Het kon ook niet anders. Uneklo, gespecializeerd in het wassen en kammen van wol, zag haar belangrijkste klanten de wolspinnerijen delokalizeren naar lage-lonenlanden. Overproduktie werd het logische gevolg : 14 miljoen kilo wol gewassen in 1992 ; 10,5 miljoen kilo verkocht. Alsof dat nog niet erg genoeg was, kelderde ook de prijs : in 1990 met 20 %, in 1991 met 50 %.
Gevolg : in 1990 verloor Uneklo 125 miljoen frank, in 1991 draaide het bedrijf net onder een nulresultaat, in 1992 werd 29 miljoen verloren op 3,2 miljard frank omzet. In 1993 groeide het verlies tot 282 miljoen frank op 1,4 miljard omzet ; het eigen vermogen kleurde 35,9 miljoen in het rood.
De handdoek werd in de ring geworpen. Maar Eeklo kon zich geen bedrijfssluiting meer veroorloven. De hoofdaandeelhouder van Uneklo, de Noordfranse handbreigarenproducent Vande Putte, wou nog wel blijven investeren, zij het niet langer binnen de wolkammerij ; wel via de know-how van haar dochter Macopharma, in de farmacie. Uneklo-minderheidsaandeelhouder Gimvindus dat de in 1984 in het kader van het textielplan verkregen non voting shares door de Nationale Maatschappij der Nationale Sektoren (NMNS) in 1989 had geërfd zag die plannen aanvankelijk wel zitten. De NMKN ook.
“We hebben erin geloofd,” zegt Paul Mortelmans. “Er is zelfs een protokol getekend tussen de Franse groep Vande Putte, Gimvindus en de Vlaamse regering. We geloofden in de nieuwe aktiviteit die Vande Putte voorstelde : de farmacie. In Eeklo zou een bedrijf groeien waar waterige oplossingen met onder meer glucose voor de farmaceutische sektor zouden worden geproduceerd. Het was hoog gegrepen, ja. Maar de Fransen wilden mee ; de Vlaamse overheid ook.”
En toch lijkt vandaag alles uit te draaien op een hele of gedeeltelijke verkoop van het twee hektaren groot Uneklo-terrein, annex gebouwen. Preferent schuldeiser, de NMKN, hoopt op die manier een kleine 200 miljoen frank te rekupereren.
KATASTROFE.
Wat er dan is misgelopen ? Mortelmans : “Wij zagen dit als een investering op lange termijn ; de Franse banken zagen het even anders. Zij vreesden voor de solvabiliteit van de groep Vande Putte, die werd gedwongen zich op zijn core business te koncentreren : de spinnerijen in Tourcoing.”
Begin van de jaren ’90 besliste de familiale groep Vande Putte zoon Gilles Vande Putte bestiert Uneklo te diversifiëren. Naast de textiel (de wolkammerij in Eeklo, de spinnerijen in Tourcoing) zou Macopharma de farmapoot worden, Velec de elektronikadochter. Maar begin 1992 volgde de katastrofe : de wolprijs kelderde én de verwachte grote opdrachten van Velec bleven uit.
Op dat ogenblik grepen de Franse banken in : de solvabiliteit op groepsniveau van Vande Putte baarde hen zorgen. La fermeture hing in de lucht en enkel door een staatsinterventie via Ciri, de Franse instantie die bedrijven in moeilijkheden begeleidt kon de groep Vande Putte van de bankwurging worden verlost. Maar Vande Putte werd verplicht tot desinvesteren. Met andere woorden : de spinnerijen mocht de familie behouden ; de meest rendabele afdelingen werden in het uitstalraam gezet. Velec staat momenteel te koop ; Macopharma is verkocht.
“We zijn in timing geklopt door de Franse banken,” meent Mortelmans. “De Vlaamse overheid wou, via leningen van Gimvindus en de NMKN, wel de solvabiliteit van de Macopharma-dochter aanzwengelen. We waren bereid te investeren in de uitbouw van Macopharma in Vlaanderen én in Frankrijk. Maar met de verkoop van Macopharma verviel die mogelijkheid. En toen was het voor ons gedaan. Wij, de Vlaamse regering, de NMKN en Gimvindus, hadden onze grens getrokken. Via een lening aan Macopharma, die dan kredietnemer werd bij Gimvindus, zorgen voor aktiviteit in Eeklo, behoorde tot onze doelstellingen. Als Vlaamse overheidsinstantie de Franse groep Vande Putte ( nvdr in 1994 25,4 miljoen Franse frank winst op 423,4 miljoen Franse frank omzet en een schuldenlast van 410,3 miljoen Franse frank) solvabiliteit bieden, was regelrechte overshooting. Het is simpelweg not done, wettelijk onmogelijk.”
GEROLD DOOR DE MARKT.
Eeklo blijft verweesd achter. De Groep Vande Putte, sinds de jaren zeventig aktief in Uneklo, is in Eeklo de boosdoener. De ontslagregeling voor de 38 nog aktieve medewerkers heet “een aalmoes”. Dat er daarnaast 17 ziekenkas-arbeiders voor onbepaalde duur in dienst blijven waardoor Uneklo de uitbetaling van de ontslagpremie kan omzeilen, zet kwaad bloed. Bij de Vlaamse overheid hoort men echter geen slecht woord over Vande Putte.
“De Fransen hebben altijd geïnvesteerd in Eeklo. Tussen 1988 en 1990 heeft Vande Putte één miljard frank besteed aan de Eeklose wolwasserij en -kammerij. Nergens stond er zo’n nieuwe installatie. Alleen : de markt heeft ze gerold ; de kapaciteit was veel te hoog. Ook de uitbouw van de farmaceutische aktiviteit kan men de Fransen niet verwijten. Hun intenties waren goed. Ze hebben echter de financieringsmogelijkheden van het projekt onderschat.” Als stille getuigen van de Franse investeringen in Eeklo rest nog de illustere witte zaal in het bedrijfsgebouw.
De Vlaamse regering en Gimvindus geven zich echter nog niet gewonnen. Had Vande Putte dan al 25 miljoen veil voor de witte zaal ; de Vlaamse overheid had in totaal niet minder dan 300 miljoen frank klaar liggen om ook aktiviteit in die zaal te krijgen. “De representatieve levende krachten uit de subregio,” zoals Luc Van den Brande de Meetjeslandse ondernemers en politici in maart 1994 aansprak, dromen van iets in Uneklo. Alleen : de realizatie van die droom staat vandaag verder af dan ooit. De NMKN wil immers het liefst al haar centen, zo’n 200 miljoen, rekupereren. Maar zelfs dat lijkt een onhaalbare zaak.
Zegt Paul Mortelmans : “We zoeken farmaceutische bedrijven die met steun van de Vlaamse regering iets willen doen met de witte zaal. Makkelijk is dat niet : de schuldgraad van Uneklo is dusdanig dat je met de exploitatie een enorme omzet én winst moet maken. Het verhuren van de infrastruktuur daarentegen is dan weer allesbehalve voldoende om de NMKN tevreden te stellen. De verkoop van het complex, een waarschijnlijke eis van de NMKN, lijkt het meest voor de hand liggend.”
“Uneklo sluit.” Goed voor een minuskuul persberichtje ?
RON HERMANS
UNEKLO (EEKLO) Op 5 februari is het echt gedaan.
MINISTER-PRESIDENT LUC VAN DEN BRANDE (CVP) In timing geklopt door Franse banken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier