Kruisbestuiving in de groensector

Er is een pact in de Oost-Vlaamse groensector tussen de reguliere en de sociale-economiebedrijven. Ze verwijten elkaar geen concurrentievervalsing meer, maar gaan samenwerken. “De complementariteit haalt het van de verschillen”, zegt Dany Neudt, directeur van initiatiefnemer De Punt.

Een gespecialiseerde boomkapper uit een regulier bedrijf kan zich op het snoeiwerk concentreren, terwijl een werknemer uit de sociale economie de takken ruimt en het pad veegt.” Dany Neudt is ervan overtuigd dat de sociale en reguliere economie elkaar aanvullen. Hij is algemeen directeur van De Punt, een bedrijvencentrum uit Gentbrugge dat in 2000 werd opgericht als een incubatiecentrum voor sociale economie. Het helpt bedrijven op te richten die sociaal kwetsbare doelgroepen werk verschaffen en in hun productie- en arbeidsproces duurzaamheid vooropstellen. De Punt stelde een eerste samenwerkingsprotocol voor tussen de sociale en de reguliere economie. In de Oost-Vlaamse groensector werken beide partijen samen in kwaliteitsvolle dienstverlening en opleiding, en ze dienen gezamenlijk offertes in voor openbare aanbestedingen. Ze voeren ook samen opdrachten uit en benutten elkaars expertise. Bij succes wordt het project vanaf 2012 in heel Vlaanderen uitgerold. Intussen start ook de Oost-Vlaamse bouwsector verkennende gesprekken op.

“De reguliere economie verweet de sociale economie altijd dat de subsidies tot oneerlijke concurrentie leidden. De sociale economie weerlegde dat dan omdat overheidsgeld nodig zou zijn om het lager rendement van haar medewerkers te compenseren. Beide partijen keerden elkaar de rug, het water was te diep.”

Die spanning moest doorbroken worden, vond ook de gedelegeerd bestuurder van Unizo, Karel Van Eetvelt. “Sommige lokale besturen namen werk over van groenbedrijven, dat was niet erg loyaal. Toen we daarover afspraken wilden maken, maakten we kennis met goede initiatieven. Met de krapte op de arbeidsmarkt in een groeiende sector kon een samenwerking misschien wat opleveren. Unizo is voorstander van een goede doorstroming van werknemers van de sociale naar de reguliere economie.”

De groensector leent zich bij uitstek tot een kruisbestuiving omdat er veel laaggeschoolde en kwetsbare doelgroepen een baan vinden. De sociale economie is er op Vlaams niveau ook al sterk vertegenwoordigd, met 1464 voltijdse equivalenten of ongeveer een derde van de totale werkgelegenheid.

Meer dan verantwoord

De samenwerking ontstond uit een nood, maar werd een deugd, meent Van Eetvelt. “Wij kunnen de sociale economie iets bijbrengen in zaakvoeren en marketing. Zij hebben dan weer expertise in huis over hoe ze moeten omgaan met moeilijke doelgroepen en gedragsstoornissen van personeelsleden of spanningen op de werkvloer. Van hun hr-technieken kunnen wij zeker nog iets leren.”

Neudt sluit zich daarbij aan. “De sociale economie staat voor people, de reguliere economie voor profit en de groensector voor planet. Dat zijn de drie pijlers van maatschappelijk verantwoord ondernemen.”

Volgens Neudt komt de synergie tussen het reguliere en sociale circuit de werkgelegenheid van kansengroepen op vele manieren ten goede. “Sociale-economiebedrijven leveren al diensten aan het normale circuit, maar in tijden van crisis is dat de eerste post waarop gesnoeid wordt. Als reguliere bedrijven de kwetsbare werknemers opnemen, worden ze er ook verantwoordelijk voor.”

“Het is onze ambitie om rendabele bedrijven op te starten waarin de sociale en reguliere economie gezamenlijk participeren. De sociale economie wordt dan vertegenwoordigd in het bestuur van zo’n bedrijf en kan er dus de belangen van die werknemers verdedigen. Een sociale economie die op zichzelf blijft aangewezen, wordt ook zeer kwetsbaar als de overheid moet besparen. Vastgehaakt aan een ander karretje ben je beter beschermd.”

JOHAN DE CROM, FOTOGRAFIE WOUTER RAWOENS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content