Kritiek op plannen socialewoningbouw
Het decreetvoorstel van de Vlaamse regering om het sociale woonaanbod beter te spreiden, krijgt kritiek van de gemeenten en uit de bouwsector. Het bulkt nochtans van de goede bedoelingen.
“Is dit een voorbeeld van goed bestuur?”, vraagt Steven Ducatteeuw. Hij volgt in de werkgroep Vlaamse Woningbouwers van de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) en de Beroepsvereniging van de Vastgoedsector (BVS) de plannen voor het nieuwe grond- en pandendecreet op. Het ergert hem dat het decreet “in zeven haasten en zonder diepgaand overleg met de betrokken partijen in elkaar is gebokst”. Ducatteeuw: “Dit decreet heeft onmiskenbaar grote maatschappelijke en economische gevolgen. Dan mag je toch verwachten dat de Vlaamse regering een en ander grondig onderzoekt met een impactstudie? Niet dus.”
De beroepsverenigingen BVS en VCB bestelden daarom zelf een impactstudie bij het onderzoeksbureau Idea Consult. En Idea Consult is niet bepaald mals voor het regeringswerk. Volgens hen heeft het decreetvoorstel een hoge kostprijs, terwijl het resultaat onzeker is.
Betaalbaar of duurder wonen?
Hoofdbrok in het decreet is het onderdeel betaalbaar wonen. De Vlaamse regering wil in de periode 2010-2020 zowat 45.000 sociale huurwoningen realiseren. De bouwsector wordt expliciet uitgenodigd om te participeren in de bouw van het omvangrijke pakket nieuwe woningen. Toch mooi meegenomen in deze crisistijden? “Ja, maar veel hangt natuurlijk af van de financiële voorwaarden”, antwoordt Ducatteeuw. “En die zijn niet interessant. Het komt erop neer dat aannemers de woningen volledig moeten voorfinancieren.”
Hij vreest dat de invoering van het nieuwe decreet de bouwsector veeleer zal verlammen dan stimuleren. “Het decreet zou begin 2009 van kracht worden. Maar er zijn geen overgangsmaatregelen voorzien en er is nog veel onduidelijkheid. Het risico is dus reëel dat er weinig vergunningen zullen worden afgeleverd. En juist nu kunnen we dat missen als kiespijn.”
De bouwsector plaatst ook grote vraagtekens bij het hele opzet van betaalbaar wonen. “Het decreet voorziet in de verplichting om op een deel van elke verkaveling sociale woningen te bouwen. Dat zorgt onvermijdelijk voor een minderopbrengst. En dat zullen de verkavelaars willen compenseren bij de andere kopers. Voor de modale particulier wordt wonen dus duurder.”
Ook de gemeenten staan aan de klaagmuur. Zij laken vooral de lineaire maatregelen in het decreet. Bij elk ruimtelijk uitvoeringsplan met een woonbestemming moet op overheidsterreinen 40 procent bestemd zijn voor sociale huurwoningen; bij private eigenaars is dat 20 procent. “Dat is veel te bruut”, vindt Xavier Buijs, stafmedewerker van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten. “Het decreet laat onvoldoende maatwerk toe. Bovendien moeten de gemeenten een doel realiseren zonder daarvoor de instrumenten te hebben. De gemeenten zijn voor het vrijkomen van de gronden en de bouw van de woningen immers afhankelijk van andere partijen: de socialehuisvestingsmaatschappijen, de OCMW’s, private partijen… We pleiten voor een inspanningsverplichting in plaats van een resultaatverbintenis.” Is dat niet wat te vrijblijvend? Zullen zonder stok achter de deur rijke gemeenten wel geneigd zijn om veel inspanningen te doen? “Je kunt ook stimulansen inbouwen, de wortel in plaats van de stok. Los daarvan lijkt het me niet echt verstandig om het beleid af te stemmen op de slechtste leerlingen van de klas. Je moet je beleid afstemmen op de werkelijke behoeften.”
Complex en ongeloofwaardig
Pascal De Decker, socioloog, planoloog en docent aan de hogeschool Gent, is al langer een pleitbezorger van een serieuze inhaalbeweging in de sociale woningbouw. De ambitie om in tien jaar tijd 45.000 nieuwe sociale woningen te realiseren, zou hem dus als muziek in de oren moeten klinken. Toch toont ook De Decker zich weinig enthousiast. “De complexiteit van dit decreet tast de geloofwaardigheid ervan aan”, stelt hij. “Ik vrees dat de uitvoering zeer stroef zal verlopen. Het is dus nog maar de vraag of die 45.000 sociale woningen er zullen komen. Overigens: 45.000 nieuwe woningen mag dan veel lijken, het zijn er nog altijd te weinig. Het aantal zal stijgen, maar het aandeel in het totale woningbestand blijft daarmee onder de schamele zes procent.”
LV
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier