Koper of goud ?
De HDSL-technologie van Sparnex tovert doodgewone koperdraad om tot breedbandpijpen. Het ei van Columbus ?
Noem het alchemie. Al zeven jaar sleutelen Jo Maes en z’n 35 discipelen van het Antwerpse technobedrijf Sparnex aan een technologie om van koperdraad uw gewone telefoonlijn, of in het vak-Latijn, de twisted pair een goudader te maken. HDSL ofte High-bit-rate Digital Subscriber Line heet hun “steen der wijzen”.
HDSL is een techniek die in de late jaren ’80 werd uitgedacht door Bellcore, het gezamenlijke onderzoekslabo van de Amerikaanse Baby Bells. De techniek dient om signalen tot een maximaal debiet van 2 megabit per seconde ( Mbps) doorheen simpele koperdraad te jagen. HDSL lijkt het ei van Columbus. Telefoonoperatoren die geen tijd en geld hebben om overal op korte termijn glasvezelkabel ( fiber) te plaatsen, kunnen op die manier hun netwerk geschikt maken voor breedbandcommunicatie stem, data en video zónder het straatdek open te breken.
In ’90 slaagde Sparnex erin, aldus Jo Maes, om als één der eerste een commercieel en kant-en-klaar HDSL-systeem af te leveren. “We verkochten toen een 40-tal installaties aan Belgacom,” zegt hij. “Maar Alcatel Bell ging dwarsliggen. Het was bang dat we ons als een vreemde eend in het publieke telefoonnetwerk gingen nestelen.” Verdere bestellingen bleven uit.
In Duitsland kende Sparnex meer succes. Daar rijfde het in ’91, in onderaanneming voor de firma Quante uit Wuppertal, een order binnen voor de Deutsche Bundespost. “Het was de periode van de grote eenmaking,” aldus Maes. “De nood aan bijkomende lijnen, vooral in het Oost-Duitse gedeelte, was erg acuut.” In drie jaar lieten de Antwerpenaren er zo’n 3500 HDSL-modems installeren.
Pittig detail. Eén van de mededingers voor het Duitse contract was PairGain Technologies, een Amerikaanse firma “die toén al 3 maanden voorsprong had op ons,” bekent Jo Maes. PairGain greep naast de order, maar profileerde zich nadien als een van de meest explosieve groeiers in het HDSL-segment op de VS-markt. In 1993 deed het een beursgang op de Nasdaq. Een jaar later behaalde de firma de negende plaats in de Fortune’s Top 100-lijst van snelste stijgers. En vorig jaar boekte PairGain een jaaromzet van 205,4 miljoen dollar meer dan 90 % hoger dan in ’95 en 36,6 miljoen dollar nettowinst.
“We hebben doorheen de zure appel moeten bijten”
Het potentieel van de markt voor koperdraadtechnologie wordt door niemand betwist. Maar Sparnex profiteerde niet in dezelfde mate als PairGain van zijn HDSL-kennis. Jo Maes : “We zijn een Vlaams ontwikkelingsbedrijf, kleinschalig en gericht op een Europese markt die niet zo homogeen is als de Amerikaanse. Onze middelen zijn ook veel beperkter.” Het omzetverloop van Sparnex kende een grillig verloop : 145 miljoen frank in ’93, 108 het jaar daarop, 79 miljoen in ’95, om dan opnieuw een forse knik neerwaarts te zien naar 59 miljoen frank, met een nettoverlies van 40 miljoen.
“We hebben doorheen de zure appel moeten bijten,” legt Maes uit. “Er zijn vorig jaar zware inspanningen geleverd om de ontwikkelingen eindelijk marktklaar te krijgen. De reacties twee weken geleden op de vakbeurs CeBit ’97 waren hoopgevend. We bevinden ons nu met de producten op een gigantische springplank.”
In april 1996 voerde Sparnex een stevige kapitaalverhoging door van 50 miljoen frank : Jo Maes zelf legde 15 miljoen op tafel, twee andere investeerders, Françoise Chombar (van het elektronicabedrijf Sigma-Delta) en Roland Duchâtelet (auteur van het boek “NV België” en hoofd van de chipfabrikant Elex uit Tessenderlo), betaalden 35 miljoen frank.
Tegelijk werd een strategisch akkoord afgesloten met Melexis, één van de productiecentra uit de Elex-groep, die voortaan instaat voor de (seriematige) fabricage van de Sparnex-technologie. Hiermee lijkt definitief een einde te komen aan het wispelturige verleden van Sparnex, dat in 1977 door (wijlen) Xavier Chantrain, een Antwerps burgerlijk ingenieur, boven de doopvont werd gehouden.
Jo Maes : “In 1982 deed het durfkapitaalfonds VIV zijn intrede in Sparnex met een participatie van 44 %, maar die aandelen werden vijf jaar later doorverkocht aan Televic, een Izegems elektronicabedrijf geleid door mijn vader Gilbert Maes. Ikzelf werd na het overlijden van Chantrain aangesteld tot crisismanager van Sparnex en bleef sindsdien aan het roer.”
Jo Maes geeft toe dat zijn bedrijf nooit veel moeite heeft gedaan voor de eigen marketing. Dit wil hij veranderen : “CeBit ’97 was een start”. Sparnex mikt nu met zijn HDSL-kennis vooral op de groeimarkten in Oost-Europa, Azië en Zuid-Amerika. Vanaf april wordt een gemiddeld verkoopcijfer verwacht van 1500 systemen per maand in prijs variërend (voor het gedeelte tussen de telefooncentrale en de abonnee) tussen de 10.000 en 30.000 frank.
HDSL is niet alleen zaligmakend
HDSL blijkt vooral gegeerd in telefoonnetwerken waar de abonnees relatief ver van de dichtstbijgelegen centrale zijn verwijderd en waar tijd, geld en performantie voor de operator kostbare criteria zijn. Door HDSL wordt breedbandverkeer in beide richtingen ( symmetrisch) mogelijk. De signalen lopen daarbij over twee gescheiden koperdraden.
“Met de 2 Mbit-performantie van één HDSL-systeem kunnen 30 telefoongesprekken over twee lijnen worden gebundeld en dit over een afstand tot 3,6 kilometer, zonder verzwakking van het signaal,” zegt Jo Maes. Volgens kenners zou de prijsdaling van huurlijnen trouwens in belangrijke mate te danken zijn aan de HDSL-techniek.
Maar toch is de technologie niet alleen zaligmakend. Er zijn kapers op de kust. Eén ervan is de ADSL of Asymmetric Digital Subscriber Line, die de bandbreedte van een koperdraad kan oppeppen tot extreme 9 Mbps-snelheden. Een bedrijf als Alcatel Bell investeerde de voorbije jaren fors in de ontwikkeling van deze technologie. Zo kan de Alcatel 1000 ADSL-modem die 230 keer sneller is dan een traditionele 28.800 bps-modem beeld, geluid en data langs een bestaande koperdraad doorzenden zonder dat het normale telefoonverkeer wordt verstoord.
ADSL stuurt signalen over één en dezelfde koperdraad. Voor de schakeling van de signalen wordt gebruik gemaakt van ATM ( Asynchronous Transfer Mode). Dat is één verschilpunt met HDSL. Een tweede is dat de breedbandcommunicatie asymmetrisch verloopt : er kan meer worden doorgestuurd (tot 9 Mbps) dan ontvangen (tot 640 Kbps). Dit hoeft geen nadeel te zijn, integendeel. De meeste multimediadiensten zoals Internet, video-op-aanvraag of pay-per-view zijn “opvraagdiensten”. Hun communicatie verloopt asymmetrisch : de gebruiker ontvangt meer dan hij zelf doorzendt. Dit is dan ook de reden waarom ADSL volgens sommigen een grotere toekomst wordt toegeschreven dan HDSL.
Maar ADSL sluimert voorlopig nog in een proeffase. Bij Belgacom draait al een tijdje het Tectris-project ( Technical Trial for Interactive Services), met de steun van Alcatel Bell, Digital en Apple. Zekerheid of dit testplatform commercieel kan worden geëxploiteerd, is er nog niet. En er zijn nog andere drempels. In de VS kosten ADSL-modems momenteel tussen de 20.000 en 45.000 frank. Niet goedkoop. Bovendien is er twijfel welke modulatiestandaard het zal halen : de CAP ( Carrierless AM/PM), gepromoot door AT&T-dochter Paradyne, of de DMT ( Discrete Multi-Tone), waarvan bedrijven zoals Alcatel en Motorola pleitbezorger zijn.
Hoe verwant beide technologieën HDSL en ADSL ook mogen zijn, Sparnex legt zich (voorlopig ?) niet toe op de laatste. “Het is logisch dat groten als Alcatel Bell hun zinnen hebben gezet op ADSL,” merkt Jo Maes op. “Die technologie ligt in het verlengde van hun kerncompetentie : de telefooncentrale met rechtstreekse uitlopers naar de eindgebruiker. Onze aanpak beperkt zich tot de infrastructuur van de operator en is eerder nichegericht.”
Maar het heeft sinds kort wel een alternatief in petto : UDSL of Unidirectional Digital Subscriber Line. Eigenlijk mikt Sparnex hiermee op dezelfde doelmarkt als de klassieke coax- of televisiekabel. Namelijk grote hoeveelheden bits (tot 2 Mbit) die in één richting tot bij de gebruiker worden doorgestuwd denk aan medische beelden of muziek met digitale geluidskwaliteit, die nu alleen per coaxkabel kunnen worden verzonden. “Drie weken geleden heb ik de technologie voorgesteld aan Belgacom,” klinkt Jo Maes hoopvol.
Volgens sommigen is UDSL zelfs een volwaardig en goedkoop alternatief voor ADSL. In elke telefooncontactdoos thuis komen twee koperdraden toe : één ervan dient als reserve. Als die passieve twisted pair geactiveerd wordt voor bidirectionaliteit, dan bekom je eenzelfde asymmetrisch breedbandpatroon als bij de ADSL, maar dan zonder de (dure) ATM-schakelaars. Een aanlokkelijk idee ?
Navraag bij Belgacom zet één en ander in een genuanceerde context. “Er is inderdaad een tweede koperpaar aanwezig in elke contactdoos bij de abonnee thuis,” reageert een medewerker. “Maar die draad stopt aan de straatkast, hij loopt niet door tot aan de telefooncentrale. Het netwerk is dus niet 100 % geschikt voor een bidirectionele variatie van UDSL.”
Sparnex-investeerder Roland Duchâtelet laat het niet aan zijn hart komen. “Niemand is profeet in eigen land,” zegt hij. “We staan nu eenmaal in de schaduw van grote leveranciers als Alcatel Bell en Atea die goede relaties met Belgacom onderhouden.”
Over één iets is hij zeker. “Voor Sparnex biedt de HDSL-markt de grootste groeikansen. We zijn nog niet georganiseerd om met ADSL naar de eindgebruikersmarkt te gaan.” Of dit zo zal blijven ? Duchâtelet : “We hebben de technologische kennis ( nvdr voor ADSL) in huis. Vroeg of laat wordt het belangrijk om ook daar aanwezig te zijn.”
PIET DEPUYDT
JO MAES (SPARNEX) Met HDSL kan je tot dertig telefoongesprekken op twee koperdraden bundelen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier