Koopjes in zicht voor grote jongens

De sterken worden sterker en de zwakken verdwijnen. Welke troeven moeten verzekeraars hebben om hogere hordes te nemen? Groot zijn helpt, maar is niet noodzakelijk. Diversiteit, een sterke balans, soliditeit, rendabiliteit en groeipotentieel: dát zijn absolute vereisten.

Ondanks de kredietcrisis vallen er weinig spectaculaire nieuwtjes te rapen in de verzekeringswereld. In vergelijking met de banksector dan toch. Bovendien is de berichtenstroom nogal tweeslachtig. Enerzijds lieten grote verzekeraars als het Nederlandse Aegon, het Franse AXA en het Duitse Allianz forse winstdalingen optekenen in het tweede kwartaal. Idem bij de Europese herverzekeraars, met bijvoorbeeld een winstwaarschuwing bij Munich Re – het nummer twee van de wereld, na AIG. Anderzijds worden diezelfde grote jongens vaak genoemd als potentiële overnamekandidaten, telkens als er een van hun collega’s begint te wankelen. Allianz, AXA en het Italiaanse Generali keken onlangs likkebaardend naar Fortis Insurance. Allianz werd ook even genoemd als redder in nood toen het Amerikaanse AIG zwaar in de problemen raakte.

Hoe staan Europese verzekeraars er nu eigenlijk voor? Ook voor hen wordt het almaar moeilijker om hun eigen vermogen op peil te houden, vanwege de gerealiseerde en de latente minwaarden op hun investeringsportefeuilles. Als gevolg van de turbulentie op de financiële markten brengen de beleggingen van de verzekeraars weinig of niets op. Of erger: er wordt verlies mee gemaakt. Toch blijven de technische resultaten van de Europese verzekeraars relatief goed. Met hun verzekerings-activiteiten zelf zit het dus wel snor en toch zijn er onderlinge verschillen.

Diversificatie en groeipotentieel

Wie worden de grote namen van de toekomst? De groten van nu? Niet noodzakelijk, denkt Bernard Thant, analist bij SG Private Banking. “Diversificatie is veel belangrijker, zowel geografisch als wat de verzekeringsactiviteiten betreft. Een combinatie van levens- en schadeverzekeringen geeft de meest stabiele resultaten. In het eerste geval is de winst grotendeels afhankelijk van de prestaties van de financiële markten, terwijl schadeverzekeraars ook winsten boeken met hun verzekeringsactiviteiten zelf.”

Naast diversificatie is een sterke balans van groot belang, vindt Thant. Ook groeipotentieel moet er zijn en rendabiliteit. Zijn solide favorieten in het Europese verzekeringslandschap zijn dan ook het Franse AXA en het Britse Prudential. De eerste vanwege een goede geografische spreiding, een gezonde kapitaalbasis en ook omdat AXA geen kapitaalverhoging heeft moeten doorvoeren bij de beurscrisis van begin de jaren 2000 – toen alle verzekeraars het zwaar te verduren kregen. Prudential krijgt goede punten omdat het de helft van zijn nieuwe business uit Azië haalt. Groeipotentieel dus.

Aegon geldt voor Bernard Thant als tegenvoorbeeld, hoewel de Nederlandse verzekeraar behoorlijk gekapitaliseerd is. “Maar Aegon is sterk gericht op de VS, Groot-Brittannië en Nederland. Een zwak punt, hoewel de Amerikaanse pensioenmarkt belangrijk is in omvang. Bovendien is Aegon nagenoeg een pure levensverzekeraar, wat de groep strategisch zwakker maakt. Aegon is ook gevoeliger voor bijkomende afschrijvingen in het derde en vierde kwartaal, aangezien de investeringsportefeuille relatief veel toxische beleggingen bevat. Leningen vooral die aan vastgoed gerelateerd zijn, of bedrijfskredieten.”

Rudy De Groodt, analist bij Fortis, gelooft dan weer sterk in het mattheuseffect, zeker nu de Amerikaanse verzekeringsreus zich verplicht ziet om een hele rist van zijn activiteiten in de etalage te zetten. AIG kreeg onlangs een overbruggingskrediet van 85 miljard dollar van de Amerikaanse centrale bank. Om die lening te kunnen terugbetalen, zit er voor AIG niks anders op dan een deel van zijn activa te verkopen. Simpel gezegd: het zilverwerk gaat de deur uit – tegen braderieprijzen.

“Alle grote Europese verzekeraars bekijken momenteel welke AIG-onderdelen voor hen interessant kunnen zijn. Waarmee kunnen ze de gaten in hun strategie opvullen? Allianz evolueert bijvoorbeeld in de richting van een versterking in de VS, net als Zurich Financial Services. Prudential ziet dan weer brood in de Aziatische activiteiten van AIG, aangezien Azië een tweede thuismarkt is voor de Britse verzekeraar. Grote jongens in Europa kunnen wellicht leuke koopjes doen bij AIG, maar ook operationeel komen ze versterkt uit de bus. Klanten die hun business terugtrekken uit AIG, omdat ze er niet meer in geloven, zoeken andere verzekeraars waar ze voortaan terechtkunnen. De ene zijn dood is de andere zijn brood.”

Ook grote Europese herverzekeraars als Munich Re en Swiss Re doen momenteel goede zaken, gelooft De Groodt. Ze kunnen mee profiteren van twee belangrijke trends. Eerst en vooral – heel ironisch – spinnen ze garen bij de kapitaalerosie van de gewone verzekeraars. Die willen daardoor nog meer dan vroeger een deel van hun risico’s doorschuiven. Lees: laten herverzekeren. Een tweede trend: grote rampen, en ook kredietcrisissen, doen bij schadeverzekeraars een neerwaartse premietrend omkeren. Voor nieuwe contracten zijn er dus hogere premies in zicht, waardoor ook bij herverzekeraars de operationele business de hoogte in schiet – tegen hogere tarieven.

Toch blijft het opletten, ook voor de grote jongens. “De investeringsportefeuille van grote verzekeraars is reusachtig”, zegt De Groodt. “Kleine ongelukjes van enkele procenten: dat betekent een verlies van honderden miljoenen euro’s. Verzekeraars staan er momenteel misschien stabieler voor dan de banken, maar helemaal immuun voor de marktontwikkelingen zijn ze niet – mocht deze crisis blijven aanslepen. Grote Europese verzekeraars zie ik niet meteen over de kop gaan, temeer omdat ze hun lesje wel geleerd hebben bij de beurscrisis in 2002 en 2003. Kapitaalproblemen zijn ook nog niet voor morgen. Als de situatie niet ontaardt, tenminste. Het licht staat nog niet op oranje voor de verzekeraars, maar de crisis mag wel niet al te lang meer duren.”

Kleine ongelukjes links en rechts zijn dan ook niet uitgesloten, gelooft onafhankelijk analist Gert De Mesure. Een teken aan de wand in eigen land was bijvoorbeeld Ethias, dat het erg benauwd kreeg toen de koers van Dexia kelderde. Ethias heeft namelijk een belang van 6,4 procent in de bankgroep. Bovendien zou Ethias lijden onder het faillissement van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers. De onderlinge verzekeraar is daarom van plan om tegen het einde van het jaar een achtergestelde obligatielening van 75 miljoen euro uit te geven om zijn solvabiliteitspositie op te krikken. Afgelopen zomer heeft Ethias al eens hetzelfde gedaan. “Een onderlinge verzekeraar heeft geen rijke aandeelhouders die met geld over de brug kunnen komen. Ethias kan dus een overnameprooi zijn voor andere verzekeraars.”

Door Celine De Coster

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content