Koopjes doen in crisistijd
De betongroep PST bereidt zich voor op de toekomst. Na tien jaar van investeren en groeien is de consolidatiefase begonnen. “We willen klaar staan als de markt weer aantrekt”, zegt voorzitter Steven Vergalle.
PST uit Kluisbergen haalde vorig jaar een omzet van 145 miljoen met de fabricatie en de verdeling van betonproducten. Dit jaar verwacht gedelegeerd bestuurder Mario Verstichel 150 miljoen euro omzet. PST Invest profileert zich vandaag als een betonholding met vijf bouwbedrijven, drie productiebedrijven en een logistiek platform. “Een total make-over“, zegt Verstichel, die voor zijn overstap naar Kluisbergen in 2002 algemeen directeur bij de betonproducent Holcim was. “We willen als een duidelijk afgelijnde groep naar voren komen met een gemeenschappelijke naam. Zonder al onze sterke merken op te geven. Dat zou erg onverstandig zijn.”
Enorme expansie
De groep is gegroeid uit het familiebedrijf Van Maercke. In 2001 kochten Mieke Van Maercke en haar man Steven Vergalle zus Veroniek Van Maercke uit. Vergalle en zijn vrouw hebben elk 50 procent in handen. “Ik moet luisteren naar haar en zij naar mij”, lacht hij. Van Maercke en Vergalles staalbedrijf Vergokan werden onder de koepel PST Invest (Profile Steel Technology) gebracht. Vergalle was als 21-jarige gestopt met zijn studies om in Vergokan te stappen. De onderneming kende onder zijn leiding een enorme expansie, vooral in het buitenland. In 2007 verkocht hij Vergokan. “Ik wilde de bouwpoot uitbouwen en koos eieren voor mijn geld”, verklaart Vergalle. “We kregen de correcte overnameprijs van dat moment, tegen ratio’s van voor de crisis dus. Achteraf bleek dat een zeer goede beslissing.”
De bouwpoot was op dat moment al uitgebreid via de overname in 2003 van Democo, een producent van architectonisch beton uit Moeskroen, en van Structo, een producent van voorgespannen beton, in 2007.
Vanaf 2007 is het investeringsvolume verviervoudigd tot in totaal 77 miljoen. “De middelen die vrijkwamen uit de verkoop van Vergokan, hebben we voor een groot deel gebruikt om PST uit te bouwen via overnames en nieuwe investeringen. In de crisis, dus tegen bodemprijzen. Wie in een economische recessie over een zak geld beschikt, kan profiteren van de koopjes.”
In 2008 kocht PST Furnibo, een aannemer gespecialiseerd in zichtbeton uit Veurne. In 2011 was het de beurt aan VMCI, een aannemer uit het Noord-Franse Vendeville. Dat jaar startte PST een vestiging in Limburg (Opglabbeek) op, waarmee het het oosten van het land en Luxemburg wil bewerken.
Total make-over
PST Invest heeft intussen de referentie aan zijn staalverleden geschrapt en profileert zich als een betonholding. Het grootste bedrijf in de groep blijft Van Maercke met 60 miljoen euro omzet, vooral in prefabstructuren. Het heeft zijn wortels in de industriebouw, maar diversifieerde de jongste jaren. “Omdat de industrie bijna vijf jaar kwakkelt, zijn we grotendeels overgeschakeld naar distributie- en winkelcomplexen, vrijetijdsgebouwen (zoals sporthallen) en non-profit (ziekenhuizen, RVT’s)”, verklaart Vergalle.
Van Maercke is een sterke speler in de haven van Antwerpen, waar het onder meer met Van Wellen logistieke complexen bouwde. Het werkt ook rechtstreeks voor klanten. Zo bouwde het de All Weather-staalterminal van Wijngaardnatie en een magazijn van een kwart miljoen vierkante meter voor Tabaknatie. “Moeilijke constructies”, weet Verstichel. “Maar hoe moeilijker, hoe beter. Daarin onderscheiden we ons van andere betonproducenten.”
De tweede naar omzet in de groep is Structo (44 miljoen euro). Het bedrijf uit Brugge is gespecialiseerd in span- en gewapend beton. Het wordt meestal vroeg betrokken bij de engineering van een project. Het werkte mee aan alle IKEA’s in België.
De productiebedrijven in de groep werken ook voor derden. Dat betekent dat ze ook leveren aan concurrerende aannemers. “De meeste aannemers nemen dat erbij”, legt Verstichel uit. “Omdat ze meer belang hechten aan ons product. We lopen hen ook niet echt voor de voeten. Bovendien realiseren we een belangrijk deel van onze externe afzet in het buitenland. België heeft een zeer goede reputatie als producent van prefabbeton, omdat onze bouwbedrijven al zeer lang met dat product werken.”
De producent van architectonisch beton Decomo (25 miljoen) is bijvoorbeeld actief in zes Europese landen en Rusland, met elk een geheel eigen bouwcultuur. Het telt 175 medewerkers en heeft verkoopkantoren in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Decomo bouwde (in Moeskroen), leverde en monteerde alle gevelpanelen en de isolatie voor het olympisch dorp in Londen (13.000 vierkante meter), en dat in een ijltempo van veertien maanden. In Moskou werkte het dan weer mee aan de renovatie van het winkelcomplex TSUM.
Furnibo (25 miljoen omzet) richt zich op residentiële en burgerlijke projecten, maar neemt ook bijvoorbeeld een gebouw als de Boekentoren in Gent voor zijn rekening. VMCI (10 miljoen omzet) doet enkel industrie- en utiliteitsbouw, waar er in Frankrijk nog wel een markt voor is.
De Nederlandse tak Concrex (17 miljoen omzet), dat onder meer bouwt voor Shurgard, is een joint venture van PST met de West-Vlaming William Holvoet. “Als ik me pessimistisch voel over de Belgische aannemers, hoef ik enkel naar de Nederlandse markt te kijken om te weten hoe het pas echt verkeerd kan lopen”, zegt Vergalle.
Met STV Trans (5 miljoen omzet) heeft de groep haar eigen logistieke dienstverlener met 35 vrachtwagens. Die was ooit een onderdeel van Vergokan. “De overnemer wilde geen logistiek bedrijf”, verklaart Verstichel. “Transport beschouwen wij dan weer als een kernactiviteit. De levering van beton in de beste kwaliteit en op tijd is essentieel voor de dienstverlening. Die activiteit weegt ook op de marges: het aandeel transport in een ton beton is groter dan de prijs van cement. Die winst houden we dan ook het liefst in de groep.”
Elk zijn eigen broek
Het is niet de bedoeling dat PST een superstructuur wordt. Het zwaartepunt van de groep ligt bij de dochterbedrijven en hun management. “Elk moet zijn eigen broek ophouden”, meldt Vergalle. Gemakkelijk is dat niet. De marges staan onder druk. Decomo doet het weliswaar uitstekend met een bedrijfscashflow van 8 procent. Structo en Furnibo handhaven zich met 2 tot 3 procent. Van Maercke, toch goed voor de helft van de omzet, kleurt de afgelopen jaren rood.
Vorig jaar nam het vreemd vermogen stevig toe, vooral door de toename van de handelsschulden. De bedrijfscashflow (3 miljoen euro op 145 miljoen omzet) kreeg de voorbije drie jaar een serieuze klap. Vergalle: “Structo is zich aan het rechttrekken na een moeilijke periode en Van Maercke sleept een aantal slechte en dure projecten mee. De groep heeft genoeg omzet, maar de concurrentie duwt de winst in het rood. Wat doe je dan? In je bed blijven tot de crisis over is, lijkt me geen optie. Dus blijven we aanwezig op de markt. We hebben nog wel wat reserve (31 miljoen, nvdr). Het is uiteraard niet de bedoeling die op te souperen.”
De operationele bijsturing is de hoofdtaak van de gedelegeerd bestuurder Mario Verstichel, die ook gedelegeerd bestuurder van Structo is. Vergalle behandelt de grote dossiers. Besparen is het ordewoord.
“In een crisis kan je je geen slordigheden veroorloven”, besluit Vergalle. “Als we door te investeren op loonkosten kunnen besparen, dan doen we dat. Het is de bedoeling dat we PST na de steile groei van de voorbije jaren uitdiepen met een veel sterker gefocust en gecoördineerd IT-, aankoop- en hr-beleid. Omdat we de voorbije jaren stevig geïnvesteerd hebben en we nu de efficiëntie verbeteren, zullen we klaarstaan op het moment dat de markt weer aantrekt. Als je dan nog moet beginnen de concurrentie aan te pakken, is het te laat. Maar ik maak me geen illusies. Wij zijn snelle jongens, maar de concurrentie ook.”
HANS BROCKMANS
“Wie in een economische recessie over een zak geld beschikt, kan profiteren van de koopjes”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier