De VS en China hebben voor 90 dagen de wapens neergelegd in hun onderlinge handelsoorlog. Zal het bestand ook daarna standhouden? Philippe Snel, zakenadvocaat in Sjanghai, heeft zijn twijfels, maar hij ziet ook een positieve kant: “Hopelijk hebben beide landen nu eindelijk begrepen dat ze elkaar nodig hebben.”
De Verenigde Staten en China hebben een bestand van negentig dagen afgesproken in hun onderlinge tarievenoorlog. De VS verlagen de invoertarieven voor Chinese producten tot 30 procent, China brengt zijn importheffingen voor Amerikaanse producten terug naar 10 procent. “Het valt op hoe weinig ophef de deal in China maakt: noch in de media, noch op het internet, en al evenmin bij zakenlui”, zegt Philippe Snel, een Belg die al meer dan twintig jaar het zakenadvocatenkantoor Da Wo Law Firm in Sjanghai runt. “Ook mijn Chinese vrienden liggen er niet wakker van. Zij wisten dat de VS hoe dan ook hun staart zouden intrekken. De toestand was onhoudbaar. Het Amerikaanse tarief van 145 procent kwam neer op een feitelijk embargo voor Chinese producten. De Amerikaanse invoer uit China was gewoon stilgevallen. Daardoor werd het zeer warm onder de voeten van Donald Trump.”
De Chinezen hadden het zichzelf evenmin gemakkelijk gemaakt met een invoertarief van 125 procent.
PHILIPPE SNEL. “Inderdaad. Fabrieken lagen stil, vooral in het zuiden van het land. Maar China heeft wel altijd duidelijk gemaakt dat het geen handelsoorlog wilde en toonde zich bereid van de afgrond weg te stappen.”
Er is nu een wapenstilstand. Komt er daarna een duurzaam handelsakkoord?
SNEL. “Er zijn hoopgevende tekenen. De Amerikaanse minister van Financiën Scott Bessent heeft gezegd dat beide landen tot het inzicht gekomen zijn dat ze elkaars economieën niet willen ontkoppelen. Dat klinkt al veel positiever dan je had kunnen verwachten. Het grote probleem blijft dat dit een tijdelijke oplossing is. De onzekerheid blijft. Bovendien blijft op Chinese producten een Amerikaanse invoerheffing van 30 procent van kracht, nog altijd hoog genoeg om de handel te ontwrichten. Ik ken maar weinig producten met een winstmarge die niet opgegeten zal worden door een invoertarief van 30 procent. Dus laaiend enthousiasme is er hier niet. Ik denk dat China met het bestand wilde aantonen dat het tot onderhandelen bereid was.”
Is China wel zo betrouwbaar? In januari 2020 sloot het ook een handelsakkoord met de VS, maar van de overeengekomen aankopen van Amerikaanse producten kwam niet veel in huis.
SNEL. “Dat lag aan de coronapandemie. Het neemt niet weg dat er vandaag een zekere vooruitgang is. Hopelijk hebben beide landen nu eindelijk begrepen dat ze elkaar nodig hebben. Tot nog toe leefde dat besef veel meer aan Chinese dan aan Amerikaanse kant. Met een beetje geluk komen niet alleen de VS, maar ook alle andere landen tot het besef dat een wereld zonder China gewoon niet mogelijk is.”
Waarom niet?
SNEL. “Je kunt de tweede wereldeconomie niet zomaar opzijschuiven. China is veel meer dan de fabrikant van ons speelgoed en onze elektronica. Het land is een cruciaal onderdeel van onze productieketens en het speelt een grote rol in het financiële systeem. Vergeet ook de talloze westerse bedrijven niet die hier goede zaken doen.”
‘Je kunt de tweede economie van de wereld niet zomaar opzijschuiven’
Misschien mag China zijn houding tegenover die bedrijven bijstellen. De relatie is de jongste tijd niet optimaal.
SNEL. “Absoluut, China moet zijn deuren nog veel meer openen voor buitenlandse investeerders. Het speelveld is nog altijd niet volledig geëffend voor westerse bedrijven. Maar er is veel ten goede veranderd, zoals het respect voor intellectueel eigendomsrecht.
“Maar ook Donald Trump mag zijn houding bijstellen. Hij doet graag alsof de Verenigde Staten genaaid worden door China, in zijn woorden. Maar hij vergeet erbij te zeggen dat Amerikaanse bedrijven goed verdienen dankzij China. Producten die ze hier laten maken, kunnen ze met een mooie marges verkopen in de VS.”
Intussen doet China zijn best om economische banden te smeden of die te hernieuwen met andere landen.
SNEL. “China was al langer bezig zijn afhankelijkheid van de Amerikaanse markt af te bouwen. China probeert opnieuw vrienden te worden met India en het praat met Brazilië, Zuid-Afrika en andere landen. De Amerikanen doen trouwens hetzelfde. Ook zij proberen hun economische banden te diversifiëren.”
Voelt u, als zakenadvocaat in Sjanghai, opnieuw meer buitenlandse interesse voor de Chinese markt, nu de VS zich isolationistisch opstellen?
SNEL. “Er is een effect, ja. Tijdens het presidentschap van Joe Biden bleef mijn telefoon redelijk stil. Als ik toen klanten polste, klonk het dat er in de Verenigde Staten van alles aan het bewegen was, en dat het daar veel gemakkelijker zakendoen was dan in China. Toen Donald Trump begin april met zijn tarieven zwaaide en zich ook vijandig uitliet tegenover Europa, is de houding bij buitenlandse investeerders een stukje gekeerd. Het is niet gemakkelijk in China, maar de toestand is er tenminste stabiel, klinkt het nu.
“Vanmorgen sprak ik nog met een industrieel bedrijf uit het Brusselse, dat overweegt zich hier te vestigen, om dichter bij zijn klanten te zitten. Het zou klein beginnen, met een magazijn voor voorraden, om van daaruit de klanten te bedienen. Later kan daar assemblage bij komen. Productie in de VS is ook een goede optie, maar daar speelt de onzekerheid rond de handelsoorlog en de invoertarieven. Ondernemers kunnen vandaag geen beslissingen nemen, want ze weten niet wat er morgen op hen zal afkomen.”