Koele zinnelijkheid

Met ‘De tuin der onschuldigen’ bewandelt Kristien Hemmerechts nieuwe paden, zonder haar paradoxale patent op koele zinnelijkheid te verlaten.

Zonder een sleutel tot het verhaal te verraden, blijkt de foto op de kaft van De tuin der onschuldigen een perfecte synthese van de roman. Allereerst is het een duistere kaft. Je moet zoeken, net als in elk verhaal van de Vlaamse schrijfster Kristien Hemmerechts. Tegelijkertijd is het een uitdrukkelijk erotisch geladen foto, al dwingt het beeld meteen ook tot interpretatie. Van die interpretatie hangt de zinnelijkheid van de foto af. Exact hetzelfde procédé kan de lezer toepassen op het bevreemdende verhaal van de drie zussen Nora, Judith en Heleen.

Zowel de drie zussen, de sfeer als de individuele namen roepen tal van verwijzingen naar theater of literatuur en mythes op. Uiteraard gaat het om De drie zusters, een toneelstuk van Tsjechov. De jongste van de drie, Nora, tevens het ik-personage, leunt ook aan bij het gelijknamige personage in het toneelstuk Het poppenhuis van Ibsen. Nora is nota bene ook actrice. Volgens haar gaat het stuk vooral over de grote en kleine dingen die gezinsleden voor elkaar verborgen moeten houden. Daar ontsnapt haar familie zeker niet aan.

De oudste zus staat voor de sluwe bijbelse Judith die het hoofd afhakt van de man die ze zelf verleidde. Heleen verwijst zowel naar het dienstmeisje in Het poppenhuis als naar Helena van Troje, die haar echtgenoot dumpt en naar haar minnaar trekt. Overspel of het in de steek laten van minnaars komt bij alle drie weer.

Over dit aantrekken en afstoten, onafhankelijk en afhankelijk, gebonden en vrij zijn gaat het op drie niveaus: in de liefde, in de relatie tot de ouders en in de onderlinge verhoudingen van de drie zusters. Hemmerechts voert het nerveuze en soms vrijwel psychotische spel op de verschillende lagen op. Ondertussen komen we langzaam de al dan niet grote, al dan niet traumatische geheimen van de zussen te weten. Dit alles wordt ontrafeld tijdens een gezamenlijke tocht naar Spanje. De zussen gaan al naar de veertig toe, maar blijven het spannend vinden dat ze zonder toelating of medeweten van hun moeder naar het Spaanse kustdorp trekken, waar ze hun jeugdvakanties doorbrachten (en waar allicht de sleutel tot hun vaak bevreemdende gedrag ligt).

In Spanje zelf geraken ze niet. Hemmerechts laat ze stranden in Zuid-Frankrijk, waar het bizarre gedrag van Heleen nu wel heel duidelijk maakt dat ze mentale problemen heeft. De oudste en jongste zus moeten op haar letten, terwijl ze ondertussen zelf om elkaar heen draaien als gekwetste wolvinnen. De trauma’s komen naar boven, al laat de schrijfster, zichzelf getrouw, het nooit te expliciet worden. De lezer krijgt de werkelijkheid niet op een schoteltje, hij moet worstelen met het beeld van de realiteit. Ook al gebruikt ze steeds meer woorden, Hemmerechts viert de touwtjes van de duiding nog altijd slechts mondjesmaat. Het is haar stijl, haar register en deze keer ook haar kracht. Het kunstmatige en clichématige dat die aanpak in sommige van haar romans krijgt, wordt deze keer met sterke hand ontweken. Atlas, 223 blz., 800 fr. ISBN 9045002817.

LUC DE DECKER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content