Koele relaties
Twee journalisten bundelden 32 interviews met vooraanstaande Nederlandse ondernemers en managers. Hoe schetsen zij de nabije toekomst?
Als je loyaliteit wil, huur dan een hond. Dit citaat stamt van Willem de Vlugt, uitgesproken toen hij nog aan het hoofd stond van het Nederlandse verpakkingsconcern Van Leer. Een week na het gesprek werd bekend dat het Finse Huhtamaki zijn Nederlandse rivaal wilde overnemen. Nog eens een week later raakte De Vlugt in opspraak omdat hij meteen na de bekendmaking van de plannen van Huhtamaki optierechten verzilverde en 9,16 miljoen gulden incasseerde. Hij vertrok. Een overname door de Finnen, die het met de grootaandeelhouder van Van Leer op een fusie-akkoord gooiden, zag de topman niet zitten.
Het gesprek met De Vlugt is één van de opvallendste in de bundel Nederland wordt harder en leuker. De meeste interviews verschenen in een kortere versie in het Nederlandse blad Trouw. Twee journalisten, Anniek van den Brand en Koos Schwartz, zochten 32 Nederlandse ondernemers en managers op met dezelfde vragenlijst. Het duo hengelde vooral naar de visie van de entrepreneurs op de nabije toekomst. Haast onvermijdelijk declameerden enkele managers niets meer dan ontwijkend geneuzel met een hoog public relations gehalte. Gelukkig ging niet iedereen de vragen helemaal uit de weg.
TE VEEL BESCHERMING.
De voormalige topman van Van Leer ziet alvast een hardere bedrijfswereld opdoemen, ook in het vaderland van het consensusrijke poldermodel: “Het wordt in de toekomst makkelijker om mensen te ontslaan. Toestanden als bij Boeing, dat het ene jaar 10.000 mensen aanneemt om er een jaar later 40.000 te ontslaan, krijg je hier ook. Erg? Hoezo, erg? In Nederland geldt ontslag als een schande. Maar wat is schandelijk aan een ontslag waaraan iemand anders niets kan doen?”
Alle trammelant over krapte op de arbeidsmarkt ten spijt, ziet De Vlugt nog veel banen voor ongeschoolden verdwijnen in de Lage Landen: “Voor ongeschoolden ziet het er de komende eeuw somber uit, vrees ik. Veel mensen hier vrezen Amerikaanse toestanden. Ze zijn bang voor alles. Ik geef toe, in Amerika loopt het wel eens uit de hand. Maar hier genieten werknemers te veel bescherming.”
Ondanks de bikkelharde toon, ziet De Vlugt ook het liefdadigheidswerk van ondernemingen drastisch toenemen. Die evolutie zag hij ook al in de Verenigde Staten en in zijn eigen bedrijf. Voor de fusie met de Finnen was 50% van de aandelen in handen van de Van Leer Group Foundation, die een deel van de winst doorsluist naar de Bernard van Leer Foundation, die dat geld besteedt aan onderwijs in ontwikkelingslanden. Voegt De Vlugt eraan toe: “Ondernemingen willen iets terugdoen voor de maatschappij. Of die wens voortkomt uit een soort schuldgevoel en bedoeld is om de maatschappij te compenseren voor de sterke nadruk op winst maken, zou ik niet weten.” (In het nieuwe concern Huhtamaki Van Leer heeft de Van Leer Group Foundation nog slechts een belang van 14,6%.)
KENNIS WORDT DE SPIL.
In zo’n interviewbundel zijn de botsingen uiteraard pittiger dan de (in dit geval vele) overeenkomsten. Tegenover het citaat “huur een hond” van De Vlugt staat de overtuiging van Harry de Vries, directeur van chemiegroep BASF Nederland: “Alles draait om loyaliteit.” De Vries meent dat het belang van de aandeelhouderswaarde het degelijk en deugdelijk ondernemen dreigt te overwoekeren: “De laatste jaren zijn veel bedrijven doorgeschoten, zeker in Amerika. Shareholdersvalue is het codewoord, alles in het belang van de aandeelhouder. Maar op de langere termijn werkt dat averechts. Onlangs las ik een boek – The Loyalty Principle van de Amerikaanse organisatiedeskundige Frederick Reichheld – en daar stond precies in wat ik al vermoedde: wie de aandeelhouder vooropzet en diens belang als maat der dingen beschouwt, veronachtzaamt de belangen van klanten, medewerkers en maatschappij.”
De Vries schetst de evolutie: “Heel lang was het bezit van land de cruciale factor. In de negentiende eeuw veranderde dat: kapitaal werd belangrijk. We komen nu in een nieuwe fase. Er is geld zat. Kijk naar Unilever dat zijn chemiepoot verkoopt en de 16 miljard gulden die dat opbrengt gewoon aan zijn aandeelhouders schenkt. Het gaat niet meer om geld, het gaat om kennis. Kennis wordt de schaarse productiefactor. Welke bedrijfstakken floreren? Reclamebureaus, adviesbureaus. Ze hebben niet veel kapitaal nodig, maar beschikken wel over kennis. En kennis zit bij mensen.”
Uiteindelijk dringen zich twee conclusies op, die ook de titel haalden: Nederland wordt harder (de concurrentie wordt intenser, de klanten zijn veeleisender, de technologie versnelt en de banden met alle betrokkenen – ook de medewerkers – verzakelijken) maar ook leuker (het consumptieparadijs breekt nu pas echt door met meer macht voor de consument en tal van mogelijkheden voor zowel ondernemers als klanten).
Anniek van den Brand & Koos Schwartz, Nederland wordt harder en leuker – Visies van vooraanstaande ondernemers op de nieuwe eeuw. Nieuwezijds, 287 blz., 798 fr.
LUC DE DECKER
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier