Klikt het niet, dan klotst het maar

Het is niet omdat de zee toevallig tegen Oostende aanklotst dat de stad de centen voor het oprapen heeft. Je moet niet alleen de toerist maar ook de Oostendenaar tevreden houden. Er zijn makkelijker jobs.

De hartslag van het lokale economische leven lag ooit in de visserij en het ferryverkeer op Dover. Maar in 1997 ging de Regie voor Maritiem Transport ( RMT) failliet en dat deed pijn. Bovendien, zegt burgemeester Jean Vandecasteele ( SP), was de haveninfrastructuur verouderd en het beheer versnipperd over diverse overheidsdiensten. Geen gouden formule voor een dynamische omgeving. Daarom werd na het RMT-debacle het Autonoom Gemeentebedrijf Haven Oostende opgericht, dat de haven commercieel uitbaat en renoveert.

Fijn dat de haven zijn kwaadste tijden achter zich heeft, maar de werkloosheid in Oostende ligt nog steeds hoger dan in de rest van West-Vlaanderen. Dat is grotendeels te wijten aan de geringe industriële onderbouw. Al ten tijde van koning Leopold II (die de Wellington-renbaan liet aanleggen) bleven de industriegronden tussen de E40 en het kanaal Oostende-Gent onbenut. Gelukkig konden in de vorige legislatuur enkele Oostendse ministers ( Johan Vande Lanotte, Réginald Moreels) de financiële middelen vrijmaken om die terreinen te ontwikkelen. Tegen 2003 moet in totaal 153 hectare bouwrijp gemaakt zijn, samen goed voor meer dan 2500 nieuwe jobs.

Woongebied.

Omdat de stad aan één kant door de zee wordt begrensd, blijft er een chronisch tekort aan grond en nieuwe woongelegenheid bestaan. De burgemeester ziet echter een uitweg: “Door de sterk teruglopende visserijactiviteit is het havengebied ten oosten van de havengeul desolaat geworden. Via een gewestplanwijziging willen we daar een stedelijke ontwikkelingszone maken, met een nieuw woongebied en de rest krijgt een toeristisch-recreatieve bestemming. Het gerestaureerde Fort Napoleon is daar nu al een trekpleister en in het verkommerde Vuurtorendok voorzien we een nieuwe jachthaven.”

Dries Vermeesch ( CVP), schepen van Industrie, Tewerkstelling en Toerisme, noemt ook nog Earth Explorer (het Dirk Frimout Center in de volksmond) dat in het voorjaar van 2002 moet openen. Er is echter een probleempje: “Door een burenklacht bij de Raad van State liggen de werken momenteel stil. Wegens dit verlet zal de participatie van de stad Oostende – 100 miljoen frank – zeker verdubbelen. Maar wat wil je, de Oostendenaar is een erg kritische burger die te pas en te onpas probleemdossiers maakt van projecten die de stad er economisch weer bovenop moeten helpen. Daarmee verspillen we veel tijd, geld en energie, en verliest de stad in de media veel van haar positieve imago.”

Toerisme.

Dat toerisme voor Oostende een belangrijke bron van inkomsten is, hoeft geen betoog. Maar het is niet omdat de zee toevallig tegen Oostende aanklotst dat de stad de centen voor het oprapen heeft. “De stad moet wel de sport- en ontspanningsmogelijkheden creëren, voor een wegeninfrastructuur zorgen, het historisch patrimonium onderhouden. Daarom zeg ik altijd dat iedere schepen in een kuststad ook een schepen van Toerisme is,” zegt Vermeesch.

Oostende verkoopt zich ook als enige stad aan zee. Met zijn ziekenhuizen, winkelstraten, scholen, musea en zo meer vervult Oostende een centrumfunctie voor de hele regio. Vermeesch: “Omdat Oostende een stad aan zee is, moeten zowel de overheid als de KMO’s flexibel inspelen op de toeristische schaalvergroting die onze stad vooral in de zomer ondergaat. Dan is er nood aan een groter politie- en brandweerkorps, willen onze hotels en restaurants volk over de vloer en moet de immobiliënsector kunnen inspelen op de markt van vakantieverblijven.”

m.l.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content