Kleine landen moeten het voorbeeld geven
ANDRÉ JURRES
Door mijn vele contacten in de Benelux in de jongste twintig jaar zijn mij een aantal dingen duidelijk geworden. Een daarvan is dat we nog ver van een Europese integratie staan. Nochtans geldt ook hier het motto ‘samen sterk’, en zeker voor kleine landen zoals België en Nederland of voor hun regio’s. Taal blijft natuurlijk een belangrijk obstakel, maar het belang daarvan neemt af voor de komende generaties. Al is het maar omdat het Engels zowat de gemeenschappelijke taal is geworden bij deze en de volgende generatie.
Tussen bijvoorbeeld 1997 en 2000 werkte ik vanuit Maastricht aan een euregionaal bedrijf en ook daar was het opvallend dat de grenzen nog torenhoog waren, en dat ondernemers maar moeilijk de grens wilden passeren. Nu, meer dan tien jaar later, zijn er nog altijd tal van zulke obstakels. Ieder land heeft bijvoorbeeld nog altijd zijn eigen btw-tarieven. Er is zo goed als geen enkele harmonisering en dat is toch opvallend. Europa zou toch stappen vooruit moeten doen en dan niet zozeer in de groei van het aantal landen, maar vooral in de integratie naar een echte unie.
Waarom nemen België en Nederland niet de leiding in die oefening en harmoniseren ze hun fiscale stelsels niet? Hier is zestig jaar geleden Europa begonnen, uit een noodzaak om elkaars grenzen open te stellen. Het navelstaren is op dit moment trouwens aan beide kanten van de grens even groot, want ieder land is vooral bezig met zijn budgettaire kortetermijnproblemen. Volgens mij zijn niet zozeer onze culturele verschillen het probleem, maar wel de hang naar het bekende en het moeilijk kunnen loslaten ervan. Per definitie houdt een samenleving niet van verandering, maar dit staat haaks op de noodzaak van dynamiek en innovatie voor onze welvaart.
Kan men zich voorstellen wat de economische slagkracht zou zijn mochten de havens van Antwerpen en Rotterdam samensmelten? Zo’n scenario komt trouwens af en toe wel ter sprake, maar het wordt even snel weer stil. Nochtans is ook innovatie hier geboden, zoals in de afgelopen weken duidelijk is geworden. Het blijven vastzitten in oude structuren maakt onze economie kwetsbaar en monotoon, terwijl ze juist baat heeft bij diversiteit. Hiermee bedoel ik niet dat een lokale economie niet mag kiezen in welke domeinen ze sterk wil zijn, maar de ondersteunende structuren moeten daar dan wel aan aangepast worden.
Vaak wordt de overheid als iets abstract bekeken, gecreëerd door derden waar wij niks mee te maken hebben, terwijl de overheid eigenlijk ‘wij’ is. Een overheid staat ten dienste van de maatschappij, maar in ons land is men vergeten dat er een duidelijke verbinding moet zijn, en vooral een duidelijk gemeenschappelijk doel. Door een gebrek aan overleg tussen de overheid en de bedrijven worden steeds meer maatregelen aangekondigd waar weinig draagvlak voor is of die te weinig onderbouwd zijn om een positief effect te hebben op de economie.
Het ‘nieuwe’ idee om via prijsbevriezing in de energiesector en de supermarkten onze index in de hand te houden, is een lapmiddel. Structurele maatregelen zijn beter, zoals een aantal landen bewijst. Ook hier kan de Benelux het voorbeeld geven door een echte eengemaakte energiemarkt op te zetten, zodat we meer kritische massa hebben ten opzichte van onze grote buurlanden Duitsland en Frankrijk.
Er liggen in Vlaanderen en daarbuiten veel opportuniteiten waar nog te weinig aandacht voor is. De gasproductie uit dierlijke en plantaardige producten kan bijvoorbeeld nog met een factor honderd groeien. Op termijn kan 10 tot 15 procent van onze gasbehoeften daarmee gedekt worden, maar dan moeten we wel de nodige focus aan de dag leggen en een voorbeeld nemen aan andere landen zoals Duitsland (meer dan 5000 biogascentrales in werking) en Denemarken.
Een bijkomend voordeel van gemeenschappelijke initiatieven is dat het beschikbare geld voor investeringen groter wordt. Ook zal men met bijvoorbeeld een gezamenlijke energiestrategie in de Benelux ook meer focus hebben en elkaars sterkten kunnen gebruiken. België, dat veel kernenergie heeft, en Nederland, dat veel gas heeft, zijn ook hier heel complementair, maar daar wordt nog veel te weinig mee gedaan. Wellicht heeft onze welvaart ons lui gemaakt, zodat we het nalaten de uitdagingen van de toekomst gezamenlijk aan te pakken. De kansen liggen er en het is onze plicht om ze te grijpen.
De auteur is gedelegeerd bestuurder van NPG energy.
Per definitie houdt een samenleving niet van verandering, maar dit staat haaks op de noodzaak van dynamiek en innovatie voor onze welvaart.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier