Klasse en comfort
Voor de look van Lanvin is vindingrijkheid meer bepalend dan extravagantie. De vrouwelijke prêt-à-porter werd bijna twee jaar geleden toevertrouwd aan Cristina Ortiz; de mannencollectie is al zeven jaar in handen van Dominique Morlotti. Het motto van beiden: klasse en comfort.
Voor de Franse mode was Jeanne Lanvin (1867-1946) een van de grote dames van deze eeuw, naast Gabrielle (Coco) Chanel. In de loop van haar carrière bouwde zij een imperium van elegantie uit dat mannen, vrouwen en kinderen kleedde en vertakkingen had in de parfumsector en de interieurdecoratie. Na haar dood nam haar dochter Marie-Blanche de Polignac de leiding over, met wisselend succes. Artistiek directeurs waren onder meer de Belg Jules-François Crahay (van 1963 tot 1984) en de beroemde Claude Montana (van 1990 tot 1992).
Nu is het huis Lanvin onderdeel van de groep L’Oréal, en meer dan ooit een toonbeeld van Franse luxe voor de hele wereld. In 1997 haalde men bij Prada de Spaanse Cristina Ortiz weg om de vrouwelijke prêt-à-porter in handen te nemen. Het grootste stuk van de koek bij Lanvin is echter nog altijd de mannenmode, onder de leiding van Dominique Morlotti. Met de lancering van het parfum Lanvin L’Homme in april 1997 werd de merknaam nog eens opgefrist in het geheugen van de luxeconsument.
De boetieks
“Homme” en “Femme” van Lanvin liggen tegenover elkaar op de nummers 15 en 22 van de rue du Faubourg-Saint-Honoré in Parijs. Nummer 15 is het rijk van Dominique Morlotti, die volgend jaar een kwarteeuw in het vak zit. Hij studeerde klassieke talen en literatuur, is ook actief in de muziek- en filmwereld en was twee jaar leraar Frans vooraleer hij in de modewereld stapte: eerst bij Lapidus, later bij Balmain en Dior, om in 1992 bij Lanvin terecht te komen.
Jeanne Lanvin startte de afdeling mannenkleding in 1929. Toen was er uiteraard nog geen sprake van prêt-à-porter: maatwerk was een must. Lanvin is nog altijd befaamd voor zijn kleermakerij, gevestigd op hetzelfde adres als de boetiek; daar vinden we eveneens de hoedenmakerij, de vroegere Chapelier Gélot van de place Vendôme.
In hetzelfde huis begon Jeanne Lanvin ook met haar afdeling interieurdecoratie, die actief bleef tot 1927. Stille getuigen uit die tijd zijn de ingenieuze creaties in art deco van ontwerper Armand-Albert Rateau, die nauw verbonden was met de wereld van Jeanne Lanvin.
In het gebouw
is het gewicht van het verleden harmonieus gecombineerd met de moderniteit van nu. Morlotti presenteert hier zijn collecties prêt-à-porter, sport en studio: van grote klasse tot vrijetijd, met daartussenin een vlotte en sobere moderne lijn.
Voor Dominique Morlotti (48) is mannenkleding niet louter nuttig en functioneel, maar speelt ze tegenwoordig ook de rol van verleider. “Daarmee bedoel ik niet enkel sex-appeal,” zegt hij, “maar ook een zekere beïnvloeding van een werkgever of andere personen van wie men op professioneel of persoonlijk vlak iets gedaan wil krijgen.”
De mannenkleding van Lanvin krijgt vaak het predikaat “klassiek” mee. Destijds had dit woord een bijklank van ouderwets en kleurloos, maar de laatste tien jaar heeft de term “klassiek” een heel andere dimensie gekregen dankzij de creatieve inspanningen van modehuizen zoals Lanvin. Wat men tegenwoordig een klassiek kledingstuk noemt, heeft allure en klasse. En dat is mede te danken aan Morlotti.
“Een kostuum is geschikt voor elke gelegenheid,” zegt hij. “Het heeft dus nog een mooie toekomst, maar ikzelf en mijn vakgenoten moeten het doen evolueren.” Die bedachtzame ontwikkeling in de herenmode blijft een garantie voor moderniteit. En ondanks zijn discretie is Morlotti een heel eigentijdse man, al gaat hij uiterst “klassiek” gekleed.
Bij Lanvin “Femme”
worden we ontvangen door Cristina Ortiz, een van de “jonge wolven” die tegenwoordig de creatieve posten bezetten in de grote Parijse modehuizen. Haar credo is eenvoudig: komaf maken met dwingende regels (“voor deze of gene gelegenheid moet je dit of dat dragen”) en comfort verzoenen met schoonheid dankzij een verantwoorde keuze van materialen en snit. Mooi zijn is voor haar ook en vooral: zich ongedwongen goed voelen.
“Met mijn creaties probeer ik tegemoet te komen aan de wensen van de hedendaagse vrouw,” vertelt Cristina. “Je hoeft niet per se een mantelpakje aan om de een of andere plechtigheid bij te wonen: daar ben ik absoluut tegen. Alle opgelegde regels in de mode gaan ten koste van het comfort en het gevoel van welbehagen. Ik wil me goed voelen in mijn kleding; die moet mijn persoonlijkheid en mijn gemoedstoestand uitstralen. Ik wil mooi zijn en eerlijk tegelijk.”
Cristina geeft toe dat Lanvin dit aspect van haar filosofie misschien nog niet zo goed kende, toen ze daar werd binnengehaald. Toch schijnt het goed te boteren tussen de algemene directie en de nieuwe artistiek directrice. In feite zet Ortiz de visie van Jeanne Lanvin zelf voort, zij het dan met een meer moderne kijk.
“Wanneer ik de archieven van de jaren 1920 en ’30 goed bekijk, zie ik vrouwen die zich heel goed op hun gemak voelen. De vrouwen konden toen vlot bewegen in hun kleding, en dat aspect is ook nu heel interessant. Comfort betekent dat men zich niet benauwd voelt, maar dit wil daarom niet zeggen dat men zich in enorme lappen stof moet gaan hullen.”
Het element kleur
is prominent aanwezig in het werk van Cristina Ortiz sinds het begin van haar carrière, ook toen ze nog bij Prada was. “Het is natuurlijk wel zo dat zwart het silhouet benadrukt, maar alle dagen zwart gaat gauw vervelen: kleur brengt leven en vrolijkheid in het bestaan.”
Inzake vormen, kleuren en soms zelfs materiaalkeuze laat Cristina zich onder meer inspireren door de moderne kunst: Lucio Fontana (1899-1968), Jean Fautrier (1898-1964), Jackson Pollock (1912-1956) en zelfs de architectuur van Bauhaus.
“Ik hou erg veel van conceptuele mode zoals die uitgedacht wordt door de Belgen Martin Margiela, Ann Demeulemeester en anderen, in het perspectief van de zelfexpressie. Ik voeg daar echter de expressie van vrouwelijkheid aan toe. Mijn mode heeft een geslacht, en dat is vrouwelijk.”
Ook al spitst Lanvin zich nog enkel toe op prêt-à-porter, dan nog blijft het voor het huis interessant enkele couturetrekjes te behouden. Cristina Ortiz: “Onze structuur is niet zo groot en onze productie ook niet; daarom kunnen wij het verschil maken met de anderen, door de productie minder snel aan te passen aan de nieuwe technologie en door bepaalde details uit de haute couture toe te passen in onze prêt-à-porter.”
Hoe revolutionair
ze ook mag lijken, toch heeft Cristina nog heel veel affiniteit met de ideeën van de stichtster. “Net zoals Jeanne Lanvin, werk ik veel meer met borduursels dan met bedrukte stoffen en houd ik van geometrische effecten. De lage taille van de jaren 1920-’30 inspireert mij eveneens. In mijn jurken wordt de taille niet benadrukt ter hoogte van het middel, want ook na het eten moet men zich gemakkelijk voelen. Daarom laat ik de taille automatisch een paar centimeter zakken, waardoor het hele silhouet anders wordt. Ik hou van de rechte lijn, de verticaliteit die deel uitmaakt van de elegantie van Lanvin.”
Cristina Ortiz beseft heel goed dat de haute couture van Jeanne Lanvin tot het verleden behoort, maar toch borduurt ze voort op haar ideeën. De creatie van een algemene huisstijl voor Lanvin zou echt wel een kolfje naar haar hand zijn, maar dat behoort momenteel niet tot haar bevoegdheden. Wel neemt ze regelmatig deel aan vergaderingen met andere afdelingen. “Zo is men nu bijvoorbeeld een nieuw damesparfum aan het ontwikkelen; ik overleg met die mensen, want de geur moet in harmonie zijn met de prêt-à-porter van Lanvin.”
Destijds stond Jeanne Lanvin heel dicht bij de parfumafdeling van haar bedrijf. Dat zien we nog altijd aan de zwarte bolvormige flacon (een ontwerp van Armand-Albert Rateau) van het legendarische parfum Arpège, dat in 1927 ontwikkeld werd door André Fraysse. Het flesje toont het gestileerde silhouet van Jeanne en haar dochter, naar een tekening die toegeschreven wordt aan Paul Iribe.
In tegenstelling
tot “Madame” ontwerpt Cristina Ortiz tegenwoordig voor vrouwen die ze niet persoonlijk kent en die overal ter wereld kunnen wonen. Daarom ligt het aspect communicatie haar zo na aan het hart.
“Kleding maakt het mogelijk de eigen persoonlijkheid heel snel uit te drukken. Daarmee valt men op in een wereld waarin alles snel gaat, zelfs ontmoetingen tussen personen. Ik kan geen kleren ontwerpen voor alle vrouwen ter wereld. Vandaag de dag kan elke vrouw kiezen tussen verschillende ontwerpers. Ik stel een bepaalde strekking voor, een visie. Gelijkgestemde vrouwen zullen interesse betonen voor mijn ontwerpen; de anderen zullen terechtkomen bij andere ontwerpers. Ik probeer een coherente lijn te vinden voor Lanvin, dit wil zeggen dat de volgende collecties altijd samenhangen met de vorige. Wat ik eigenlijk wil doen, is een herkenbare Lanvin-stijl creëren.”
SERGE VANMAERCKE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier