KIPPEN ZONDER KOP
Veel meer dan van de verkiezingen vertoeft het land in de ban van de dioxine en de besmette vleeswaren. Alhoewel, de twee kunnen natuurlijk niet los van elkaar worden gezien. Op alle partijhoofdkwartieren heeft men zich het hoofd gebroken over de te volgen strategie om – naargelang van de partij – de electorale schade zoveel mogelijk te beperken dan wel de stemmenwinst te maximaliseren. Alle partijen hebben hun best gedaan om het te ontkennen, maar je kon nauwelijks aan de indruk ontsnappen dat niet de volksgezondheid maar wel de impact van het gebeuren op het stemgedrag van de mensen de cruciale overweging vormde.
Door de stortvloed aan berichtgeving rond deze affaire ligt het soms niet meer voor de hand om nog door het bos de bomen te zien. Toch lijken enkele grote lijnen wel vast te liggen. We vatten ze samen in vijf punten.
1. Het valt nog zeer moeilijk de betwijfelen dat er een operatie doofpot aan de orde was. Mede door het rapport- Destickere weten we dat de regering al in de loop van maart op de hoogte was van wat er aan de hand was. Uit alles wat de voorbije weken aan de oppervlakte kwam, bleek dat stilhouden een belangrijker imperatief vormde dan verantwoord ingrijpen. Bijna lukte deze strategie nog, want het scheelde maar een tweetal weken of men had de kaap van 13 juni gehaald.
2. De ministers Pinxten en Colla gingen voor de bijl, maar wie de gebeurtenissen nauwgezet overloopt, kan moeilijk anders dan tot de conclusie komen dat premier Jean-Luc Dehaene in het dioxinedossier zwaar uit de bocht is gegaan. De premier vertelde binnen de 24 uren diametraal tegengestelde dingen en stuurde met een mengeling van arrogantie en nonchalance pers en publiek wandelen. Met zijn uitleg over het behoud van alle vertrouwen in Pinxten en Colla en enkele uren nadien de noodzaak van hun ontslag, ging hij zeer on-Dehaenes door de mand. De goed gebrachte show rond zijn vervroegd vertrek uit de Europese top van Keulen bevestigde enkel maar de indruk dat ook hijzelf besefte dat zijn imago in de dagen voordien een flinke klap had gekregen. Bovendien kon Dehaene op geen enkel ogenblik de indruk wegwerken dat de Boerenbond méér dan alleen maar op de achtergrond aanwezig was toen de regering knopen moest doorhakken.
3. Het hele optreden van de regering versterkt helaas wéér maar eens het gevoel bij grote delen van de bevolking dat het hele politieke bedrijf aan elkaar hangt met leugens, volksbedrog en kwalijk ruikende machinaties. Met andere woorden: de anti-politiek krijgt weer wat extra voedingsbodem door heel deze affaire en vooral door de regeringsaanpak ervan. Dat men dus op 13 juni ‘s avonds niet staat te jeremiëren over het feit dat een bepaalde politieke partij opnieuw vervaarlijk vooruitgang boekt. Meer dan ooit zullen velen niet zozeer voor het extremisme stemmen dan wel tegen de gevestigde politieke waarden.
4. Wie argumenteert dat de dioxine-affaire aantoont dat we behoefte hebben aan méér reglementering, kraamt onzin uit. De controleurs van de voedingsinspectie weten al lang niet meer wat van hen wordt verwacht, precies omdat er veel te veel regeltjes bestaan. Er bestaat een grote behoefte in dit land – en zeker niet alleen inzake voedselinspectie – aan een sterke vereenvoudiging van de regelgeving. Dit zou het ook mogelijk maken om overtreders consequent en hard te straffen. Want laten we daarover geen twijfel bestaan: diegenen die de verantwoordelijkheid dragen voor het mengen van dioxinehoudende producten in dierenvoeding moeten keihard worden aangepakt. De kans is nu zeer groot dat zij via handige advokaten voldoende elementen in onze onoverzichtelijke en vaak contradictorische wetgeving kunnen vinden om de dans te ontspringen.
5. Toont dit voorval aan, zoals in bepaalde kringen wordt gehoord, dat het kapitalisme fundamenteel amoreel en onmenselijk is? Deze slogan snijdt geen hout. In geen enkel bestel werden menselijke waardigheid en bezorgdheid omtrent het milieu waarin de mens moet leven, zo arrogant overboord gegooid als in de vroegere (en huidige) communistische landen, landen, waar het concept kapitalisme volledig gebannen is. Wie in de eerste jaren na de val van de Berlijnse Muur een kijkje ging nemen in de vroegere Oostbloklanden, kon zich op elke hoek vergewissen van die ecologische ramp.
Ten gronde zegt de dioxinehistorie dus niks over de (a)moraliteit van het kapitalisme. Het klopt uiteraard dat hier één of meerdere individuen uit puur winstbejag iets hoogst verwerpelijks hebben gedaan. Men mag echter niet uit het oog verliezen dat de kans zeer reëel is dat in een planeconomie een bureaucraat of staatsmanager net hetzelfde zou doen als dat zijn positie binnen de staatshiërarchie zou ten goede komen. Het maakt uiteindelijk geen moer uit of er nu als gevolg van winstbejag dan wel als gevolg van machtsdrang dioxine in het vlees terechtkomt.
JOHAN VAN OVERTVELDT
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier