KIJKWONINGEN. Vlaanderen bouwt

In Lebbeke opent deze zomer het vijfde kijkdorp, Meysvelt, de deuren.

“Er is nog nooit zoveel gepalaverd over vernieuwing in de woningbouw, zowel op technisch als op architekturaal vlak. Weinig mensen staan er blijkbaar bij stil dat het bouwen van een woning zo duur wordt dat een steeds grotere groep zich financieel geen eigen nest meer kan veroorloven. Die evolutie een halt toeroepen en sleutelen aan het koncept van betaalbare woningen die beantwoorden aan de noden en het budget van de gewone man, dat zijn de doelstellingen bij uitstek van de vzw Vlaanderen Bouwt (Vlabo). “

Meysvelt.

Aan het woord is Guido Leerschool, afgevaardigd beheerder en de koördinator-gangmaker van deze vereniging, die zich steeds meer profileert als een sociale beweging. Wanneer deze reportage verschijnt, heeft Vlaams minister van Leefmilieu en Huisvesting Norbert De Batselier nog maar pas de eerste steen gelegd van het vijfde Vlabo-kijkdorp “Meysvelt” in Lebbeke-Dendermonde.

Tussen mei en november 1995 kunnen duizenden potentiële bouwers er kennismaken met de 18 kijkwoningen van het dorp, dat bijna 100 nieuwe woongelegenheden (78 koopwoningen, 10 huurwoningen, 4 appartementen en 2 winkels) zal omvatten. 10 aannemers bouwen er met 16 architekten volgens vijf verschillende systemen : traditionele bouw, hout- en houtskeletbouw, prefab-betonbouw, metaalbouw en (in primeur) leembouw en bio-ekologische bouw.

Nieuwe impuls.

In februari 1988 werd de vzw Vlaanderen Bouwt opgericht door de nationale organizaties van het bouwbedrijf en de sociale woningbouw : het Wetenschappelijk en Technisch Centrum van het Bouwbedrijf (WTCB), de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB), de Nationale Centrale van de Metaal-, Hout- en Bouwbedrijven (Nacebo), de Belgische Federatie der Ondernemingen van de Houtverwerking (Febelhout), de Christelijke Centrale voor de Houtbewerkers en Bouwvakarbeiders (CCHB), de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (VHM) en het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen.

Van in het prille begin was het de bedoeling om de stagnerende sociale woningbouw een nieuwe impuls te geven en te experimenteren met nieuwe financieringsvormen. Daartoe was het noodzakelijk om een herdefinitie door te voeren van de normen waar een hedendaagse volkswoning voor premiegerechtigden aan moet beantwoorden.

Het konkrete middel bij uitstek om dat te verwezenlijken, was (en is) het optrekken van kijkdorpen in de werkelijke betekenis van het woord. De eerste twee kijkdorpen kregen respektievelijk vorm in Stene bij Oostende in 1989 en anno 1990 in Rumst. Voor beide initiatieven werd nauw samengewerkt met de toenmalige Landmaatschappij. Dat leverde een aantal degelijke woningen op, die aan opvallend lage prijzen werden aangeboden en in minder dan geen tijd eigenaars vonden.

Kijkdorp nummer drie werd in 1991 gerealizeerd in Aalbeke bij Kortrijk en het vierde in de reeks vorig jaar in het Limburgse Herk-de-stad. Hier lag voor het eerst een beredeneerd stedebouwkundig koncept aan de basis van het wijkplan, dat voorzag in de bouw van 75 woningen tegen een aannemingsprijs tussen de 1,9 en de 2,7 miljoen frank.

Het vijfde dorp, “Meysvelt”, komt tot stand in de woongemeente Lebbeke, op 10 km van de Vlaams-Brabantse gemeente Asse en op 20 km van de Brusselse zuidwestelijke industriezone.

De bouwgronden van Meysvelt zijn eigendom van de intercommunale DDS (Durme-, Dender-, Schelde) van Dendermonde. De percelen worden verkocht tegen 800 frank/m², een unieke prijs in dit deel van het land. De Vlaamse Gemeenschap legt de infrastruktuur aan in toepassing van artikel 80 van de Bouwkode, waardoor alleen premiegerechtigden toelating tot kopen krijgen. Het stedebouwkundig plan van het kijkdorp, ontworpen door het architektenbureau Georges Baines en Patrick De Sterck uit Antwerpen, maakte heel wat indruk op het Lebbeekse gemeentebestuur. Het kollege van burgemeester en schepenen wil Lebbeke immers tot een echte woongemeente opwaarderen en nam de Studiegroep Omgeving uit Mortsel bij Antwerpen onder de arm om een globaal struktuurplan voor de gemeente te ontwikkelen.

Uitgezuiverd.

Het streven naar een vernieuwende stedebouwkundige planning is het stokpaardje van Guido Leerschool : “Daarmee staat of valt de kwaliteit van het wonen. Goede woningen in een banale verkaveling boeten fel aan waarde in, terwijl een geïnspireerde ruimtelijke schikking de kwaliteit van elke woongelegenheid gevoelig opdrijft. Een groot alleenstaand pand op een perceel van een halve hektare is wellicht een droom. Een klein alleenstaand pand op een bouwterrein van 5 aren of minder is hoe dan ook een nachtmerrie, al zullen weinig Vlaamse bouwheren daar echt voor uitkomen. Koncentratie is volgens ons een vereiste voor ekonomisch bouwen en wonen. Dat brengt mee dat wijken meer als voetgangersgebieden moeten worden georganizeerd : alleen toegankelijk voor auto’s die er absoluut moeten zijn, en uitgerust/ingericht voor het leven van de bewoners en vooral van kinderen en bejaarden. “

Vlabo vzw streeft ernaar om de hele woningbouw uit te zuiveren van al wat overtollig is, wat de bewoning op zich niet dient en wat op termijn ekonomisch ook niet rendeert. Nieuwe technieken en materialen (systeembouw in hout en staal bijvoorbeeld) laten toe om die doelstellingen te verwezenlijken, op voorwaarde dat de kreativiteit en het technisch vernuft in de juiste banen wordt geleid. De gewone woning op een hoger peil tillen binnen de financiële draagkracht van een gemiddeld inkomen, dat is de boodschap die Vlaanderen Bouwt wil uitdragen.

Vooroordeel.

Vlabo-voorzitter Paul Akkermans vecht samen met Guido Leerschool en Ria Hendrickx, de drijvende krachten in de stuurgroep van de vzw, al jaren tegen de ingebakken vooroordelen van de instanties die beslissen of de huizen en flats in de kijkdorpen wel aan de normen van de sociale woning beantwoorden.

Guido Leerschool : “Veel van de beoordelingen die we krijgen, zijn gesteund op traditionalisme inzake technieken en opvattingen. Nieuwe technische en bouwkundige oplossingen die enorme toekomstperspektieven bieden, stoten op heel wat onbegrip. Wij van Vlabo hebben de indruk dat de bevoegde ambtenaren de bedenkelijke verlangens van de kleine burger (sterk beïnvloed door de reklame) als maatstaf nemen. De keuze van de massa wordt immers gestuurd door de commerciële grootmachten, die het maken van winst als enig motief hebben en zich geenszins gelegen laten aan de principes van het goede wonen.

Het gaat toch niet op dat de bemeubelbaarheid als een criterium wordt aanzien om een woning aanvaardbaar te maken binnen het “Domus Flandria”-urgentieprogramma voor sociale woningbouw. Zo wordt er opgelegd dat een kleerkast van welbepaalde afmetingen probleemloos in de slaapkamer van de ouders moeten kunnen worden ingepast. Met dergelijke verplichtingen zet men alle moderne inzichten over architekturaal verantwoord aanwenden van de ruimte op de helling. “

“Een ander voorbeeld van kortzichtig denken ? De revolutionaire stalen woningen die door architekt Koch in Meysvelt-Lebbeke gerealizeerd worden, komen ook al niet in aanmerking voor subsidiëring binnen het Domus Flandria-programma, omdat de warmwatervoorziening gebeurt met zonnepanelen. Dat zou allemaal te duur uitvallen.

Bovendien wordt het Amerikaanse systeem dat voor de stabiliteitsberekening van deze woningen gehanteerd is, als “te moeilijk” afgedaan door het studiebureau dat hiervoor door de Vlaamse overheid werd aangeduid. Bovendien is de kommissie die ze op de lage aannemingsprijs (minder dan 2 miljoen frank per woning) kunnen berekenen, niet “interessant” genoeg. Zo zie je maar wat er gebeurt als we dan toch eens ergens ons doel kunnen bereiken…

Prefinanciering.

“Wij zien in de omgeving van veel Vlaamse gemeenten een soort van bidonvilles ontstaan, die alleen verschillen van de Zuidamerikaanse door hun samenstelling : dure tot zeer dure woningen in alle mogelijke vormen en formaten zonder achterliggende idee en in hevige konkurrentie met elkaar. Het zijn evenzovele symbolen van onze maatschappelijke desintegratie. Toch blijft dat allemaal mogelijk in een tijd waarin we een schier onbeperkt potentieel hebben aan know-how om woonvormen en woonomgevingen te scheppen van een hoge intrinsieke waarde. “

In de aanhef hebben we het al gehad over de “alternatieve financieringsvormen” die Vlabo gezocht en gevonden heeft. In de praktijk komt het hierop neer : Vlaanderen Bouwt zorgt ervoor dat de aannemers-woningbouwers (voor het kijkdorp Meysvelt zijn dat er een tiental) de bouw van de koopwoningen prefinancieren. Daardoor treden de aannemers eigenlijk op als promotoren. Gemeentebesturen, intercommunales, sociale bouwmaatschappijen en soms ook privé-eigenaars die zich kunnen vinden in het Vlabo-gedachtengoed, stellen bouwpercelen ter beschikking aan aanvaardbare sociale prijzen.

Via een recht van opstal krijgen de medewerkende aannemers de gelegenheid hun projekten te realizeren na goedkeuring van de prijs/kwaliteit-verhouding door Vlaanderen Bouwt. Alle projekten worden immers aan een selektiekommissie voorgelegd, samengesteld uit deskundigen van verschillende disciplines en vertegenwoordigers van de grondeigenaar en Stedebouw. Zij beoordelen, kiezen, stellen verbeteringen voor, geven toelating tot bouwen en kontroleren de werven. Door het toepassen van nieuwe bouwtechnieken (ook in de traditionele bouw) kan de konstruktietijd van de woningen teruggebracht worden tot 2 à 4 maanden. De periode van de prefinanciering kan daardoor zeer kort gehouden worden.

De werkingskosten van Vlabo worden verrekend in een bescheiden kommissieloon op de aan de aannemers toegewezen projekten.

Voor de bouw van huurwoningen maakt Vlabo-Invest NV, een financieringsmaatschappij die door Vlaanderen Bouwt werd opgericht, gebruik van het besluit van 4 april 1989 van de Vlaamse regering, waardoor initiatiefnemers worden aangemoedigd privé-kapitaal te investeren in de bouw van huurwoningen, voornamelijk in woonnoodgebieden. Zo werd in 1994 o.a. gestart met de bouw van 60 bejaardenwoningen in Lebbeke, 20 bejaardenwoningen in Sint-Amands voor het OCMW, 42 volkswoningen in Zoersel (Intercommunale Igean, gemeentebestuur), 8 volkswoningen in Bornem (gemeentebestuur).

Voor dit jaar staan er onder meer 30 flats in Ronse op het programma (gemeentebestuur), 20 woningen in Essen (Vlabo-Invest en het gemeentebestuur), 35 woningen in Oppuurs (gemeentebestuur) en 45 woningen in Kuurne (Leiedal en gemeentebestuur).

Marc VELDEMAN

VLAANDEREN BOUWT Hedendaagse eengezinswoningen in het Limburgse kijkdorp Endepoel (Herk-de-Stad).

BOUWTECHNIEKEN Houtskeletbouw-woning in Aalbeke (Kortrijk).

GUIDO LEERSCHOOL (RECHTS) Bij het schaalmodel van het Kortrijkse kijkdorp : pleidooi voor stedebouwkundige en architekturale kwaliteit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content