Kiest u een ‘gewoon’ of een ‘sociaal’ aanvullend pensioen?

Het wettelijke pensioen van een zelfstandige stelt weinig voor. Om die uitkering aan te vullen, kan een zelfstandige kiezen voor een vrij aanvullend pensioen (VAPZ). Er bestaat echter een verschil tussen een gewoon VAPZ en een sociaal VAPZ. Wat is de beste keuze voor u?

Assuralia, de beroepsvereniging van verzekeringsondernemingen, maakte onlangs veelzeggende cijfers bekend. Meer dan 70.000 zelfstandigen die nog geen aanvullende pensioenfinanciering hadden, sloten in 2004 een polis voor een aanvullend zelfstandigenpensioen af. Dat is ruim een verdubbeling in twaalf maanden tijd. Toch is er nog een lange weg af te leggen. De grote meerderheid van de naar schatting 856.000 zelfstandigen in ons land beschikt immers nog niet over een aanvullende pensioenvoorziening. Onbekend maakt onbemind? Dan helpen we u een eindje op weg.

Wat is het VAPZ?

Het VAPZ (vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen) is een aanvullende pensioenvoorziening die behoort tot de zogenaamde tweede pensioenpijler. Hiermee bedoelt men de extralegale pensioenvorming die aan het salaris gekoppeld is en die wordt georganiseerd op bedrijfs- of sectorniveau, of binnen bepaalde socio-professionele groepen (bijvoorbeeld vrije beroepen). De tweede pijler werkt volgens het principe van kapitalisatie: de bijdragen worden gebruikt voor de opbouw van een reserve, waaruit het toekomstige pensioeninkomen wordt betaald.

Een VAPZ is dus in eerste instantie bedoeld voor de opbouw van een aanvullend pensioen voor de zelfstandige. De premies voor een VAPZ worden gespaard om vanaf de leeftijd van zestig jaar een kapitaal of een rente uitgekeerd te krijgen. Behalve een pensioenuitkering kan een VAPZ-polis ook in een uitkering bij overlijden voorzien. De zelfstandige mag het bedrag van de overlijdensdekking vrij kiezen.

Een VAPZ-contract kan worden afgesloten door zelfstandigen in hoofdberoep (inclusief zelfstandige bedrijfsleiders). Zelfstandigen in bijberoep kunnen het ook, maar dan moet hun beroepsinkomen hoger zijn dan 9349,59 euro per jaar. Meewerkende echtgenoten of partners die gekozen hebben voor het zogenaamde maxistatuut kunnen ook een VAPZ-contract afsluiten.

Sinds 1 januari 2004 is de markt van het VAPZ geliberaliseerd. Tot die datum kon u namelijk alleen een VAPZ afsluiten bij de sociale kas aan wie u uw sociale bijdragen betaalde. Maar voortaan kunt u ook rechtstreeks (al dan niet via een verzekeringsmakelaar) bij een verzekeraar aankloppen.

De spelers op de VAPZ-markt bieden niet allemaal dezelfde polissen aan. Soms is er bijvoorbeeld een verschil in de gewaarborgde rente. De een biedt 3 %, de ander 3,25 %. Ook de winstdeelname verschilt. Vóór het afsluiten van een VAPZ-polis moet u dus zeker de polisvoorwaarden goed lezen.

Hoeveel bedraagt de VAPZ-premie?

De premies die u kunt storten (en fiscaal aftrekken) voor een ‘gewoon’ VAPZ zijn beperkt tot 8,17 % van het beroepsinkomen waarop u sociale bijdragen betaalt. Het maximum voor 2005 bedraagt 2487,20 euro. Het beroepsinkomen waarop sociale bijdragen worden betaald, is het geïndexeerde beroepsinkomen van drie jaar vóór het jaar waarin de VAPZ-premies worden betaald. Zo wordt de maximumpremie voor het jaar 2005 berekend op basis van het geïndexeerde belastbare beroepsinkomen van het inkomstenjaar 2002 (aanslagjaar 2003).

Naast een maximumpremie geldt er ook een minimumpremie. Die bedraagt 100 euro, en dat bedrag wordt niet geïndexeerd. Uiteraard mag u kiezen om geen premie te betalen voor een bepaald jaar. Maar als u een premie betaalt, geldt een minimum van 100 euro voor de aanvullende pensioenvorming (rust- en/of overlevingspensioen). U mag ook zelf beslissen op welk ogenblik van het jaar u de premie betaalt. U kunt ze bijvoorbeeld pas in december van het jaar betalen.

Op de premies van een VAPZ betaalt u geen taks van 4,4 % (wat bijvoorbeeld het geval is voor een groepsverzekering). Houd er ook rekening mee dat de verzekeraar op de winstdeelname van een VAPZ-polis een taks van 9,25 % moet betalen. Uw uiteindelijke deelname ligt dus lager.

Hoeveel bespaart u met een VAPZ?

Voor een zelfstandige (of een zelfstandige bedrijfsleider) zijn de premies van een VAPZ aftrekbare beroepskosten. U bespaart dus niet alleen belastingen (tot 50 % plus gemeentebelasting), maar drie jaar later ook sociale bijdragen (tot ongeveer 20 %). De aanbieders van VAPZ’s (sociale kassen, verzekeringsinstellingen) stellen het echter voor alsof u meer dan 70 % kunt besparen met een VAPZ.

Zo rooskleurig is het plaatje echter niet. Betaalt u bijvoorbeeld een VAPZ-premie van 1000 euro en zit u in de hoogste belastingschijf van 50 % (bij een gemeentelijk belastingtarief van 6 %), dan krijgt u van deze 1000 euro 53 % (50 x 1,06) of 530 euro terug van de fiscus. Om de besparing aan sociale bijdragen (ongeveer 20 %) te berekenen, mag u die niet optellen bij die 53 %. De sociale bijdragen die u betaalde, zijn zelf namelijk ook fiscaal aftrekbaar. Als u minder sociale bijdragen moet betalen (als gevolg van de VAPZ-premies), moet u uiteraard meer belastingen betalen. U bespaart met andere woorden in ons voorbeeld geen 20 %, zoals sommige verzekeraars of sociale kassen beweren, maar slechts 47 % van 20 %, dus 9,4 %. In totaal bespaart u in dit voorbeeld 62,4 %.

De totale fiscale besparing van een VAPZ loont dus zeker de moeite. Ze ligt hoger dan die van andere extralegale pensioenvoorzieningen zoals pensioensparen en een individuele levensverzekering.

Wat biedt het sociale VAPZ extra?

Sinds 1 januari 2004 kunt u kiezen tussen een ‘gewoon’ of een ‘sociaal’ VAPZ. Minimaal 10 % van de premie voor een sociaal VAPZ moet gespendeerd worden aan zogenaamde solidariteitsprestaties (zoals vervangingsinkomens en kostenvergoedingen). Een sociaal VAPZ wordt fiscaal gestimuleerd: u kunt 15 % meer aftrekken dan voor een gewoon VAPZ. Op die manier klimt het maximumpercentage van 8,17 % van het beroepsinkomen (gewoon VAPZ) op naar 9,40 %, met een maximum van 2861,64 euro voor 2005. In plaats van een minimumpremie van 100 euro voor een gewoon VAPZ, geldt er voor een sociaal VAPZ een minimumpremie van 111,11 euro, namelijk 100 euro voor aanvullende pensioenvorming (pensioenpremie) en 11,11 euro (10 % van 111,11 euro) voor solidariteitsprestaties.

Omdat het sociale VAPZ 15 % hoger ligt dan het gewone VAPZ en er wettelijk minimaal 10 % van de premie moet worden voorzien voor het solidariteitsluik, is er nog steeds 3,5 % (na aftrek van de kosten) beschikbaar voor pensioenopbouw. Het sociale VAPZ heeft dus niet alleen een fiscaal voordeel ten opzichte van het gewone VAPZ. U kunt ook meer aan pensioenvorming besteden.

De aansluiting bij het solidariteitsstelsel mag niet afhankelijk zijn van de uitslag van een geneeskundig onderzoek. Volgens Paul Van Eesbeeck, partner van het adviesbureau Vereycken & Vereycken Consulting, verhindert dat echter niet dat de verzekeraar een geneeskundig onderzoek kan opleggen en een extra premie aanrekent op basis van de resultaten. In plaats van een medisch onderzoek op te leggen, zou de verzekeraar bijvoorbeeld tijdens de eerste drie jaar na het sluiten van de verzekering alleen het ongevallenrisico kunnen dekken in het solidariteitsstelsel. Een andere mogelijkheid is volgens Van Eesbeeck dat het bedrag van de verzekerde dekkingen tijdens de eerste jaren van de overeenkomst progressief wordt verhoogd.

Wat zijn de solidariteitsprestaties van een sociaal VAPZ?

Wettelijk zijn er verschillende mogelijkheden.

1. Verdere pensioenfinanciering bij arbeidsongeschiktheid. Wordt de zelfstandige die een sociaal VAPZ heeft afgesloten arbeidsongeschikt (bijvoorbeeld door ziekte of ongeval), dan hoeft hij geen VAPZ-premies te betalen. Die neemt de verzekeraar voor zijn rekening.

2. Verdere pensioenfinanciering bij faillissement. Voor een zelfstandige die failliet verklaard wordt (of voor de zaakvoerders, bestuurders en werkende vennoten van een handelsvennootschap die failliet verklaard wordt), kan de verzekeraar maximaal zes maanden lang de VAPZ-premies betalen.

3. Vervangingsinkomen bij arbeidongeschiktheid. De verzekeraar kan het inkomstenverlies bij een tijdelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid van de zelfstandige dekken. Die waarborg kan alleen als een rente wordt uitbetaald en is beperkt tot 25.000 euro per jaar. Dat bedrag wordt niet geïndexeerd.

4. Vervangingsinkomen bij overlijden. De verzekeraar kan bij het overlijden van de zelfstandige tijdens zijn beroepsloopbaan een vergoeding uitkeren in de vorm van een rente. Die is beperkt tot 20.000 euro per jaar en dat bedrag wordt niet geïndexeerd.

5. Forfaitaire kostenvergoeding bij ernstige ziekte. De verzekeraar kan in een forfaitaire vergoeding voorzien van maximaal 25.000 euro per jaar om de kosten van een ernstige ziekte te dekken (kanker, leukemie, multiple sclerose, ziekte van Parkinson…). Dat bedrag wordt niet geïndexeerd. Het is dus mogelijk dat een solidariteitsreglement bij een ernstige ziekte een dagvergoeding van 68 euro toekent (68 x 366 dagen = maximaal 24.888 euro per jaar).

6. Forfaitaire kostenvergoeding bij afhankelijkheid na pensionering. De verzekeraar kan ook voorzien in een forfaitaire kostenvergoeding van maximaal 25.000 euro per jaar als de zelfstandige na zijn pensionering afhankelijk wordt. Afhankelijkheid wordt omschreven als de behoefte aan hulp bij “gewone en instrumentele activiteiten”. Dit bedrag wordt niet geïndexeerd.

7. Verhoging van de lopende pensioen- of overlevingsrente. De verzekeraar kan voorzien dat een deel van de solidariteitsbijdrage bestemd wordt om de lopende pensioen- of overlevingsrente te verhogen.

Waar kunt u een sociaal VAPZ afsluiten?

U kunt een sociaal VAPZ afsluiten bij een aantal sociale verzekeringskassen en verzekeraars. Het gaat om een minderheid, maar steeds meer verzekeraars springen op de trein.

Onder de sociale kassen bieden onder meer de sociale-verzekeringsgroep VEV en Securex een sociaal VAPZ aan. VEV voorziet in verdere pensioenvoorziening bij arbeidsongeschiktheid en in een vervangingsinkomen bij arbeidsongeschiktheid. Securex biedt een vrijstelling van premiebetaling tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid door een ziekte of ongeval en een schadevergoeding voor het inkomensverlies bij economische arbeidsongeschiktheid.

Onder de verzekeraars vinden we een sociaal VAPZ terug bij onder meer P&V, Swiss Life, Belstar en Naviga-Mauretus (van Ethias). P&V geeft een premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid door een ziekte of ongeval en een rente tijdens de periode van arbeidsongeschiktheid om het inkomensverlies op te vangen. Bij Swiss Life houdt het solidariteitsluik een premievrijstelling in bij arbeidsongeschiktheid en een tijdelijke rente bij overlijden.

Wanneer is zo’n sociaal VAPZ interessant?

Hoewel er meer dan 10 % van de VAPZ-premie gebruikt kan worden voor het solidariteitsluik, is dat percentage een forfaitair maximum dat de aanbieders van een sociaal VAPZ hanteren. Als u bijvoorbeeld 2700 euro per jaar betaalt voor een sociaal VAPZ, zal daarvan ‘slechts’ 270 euro gebruikt worden voor een solidariteitsdekking. Die premie is te beperkt om grote tegenprestaties van de verzekeraar te verwachten. Het is dus zeker geen reden om bijvoorbeeld uw polis gewaarborgd inkomen (die ook een vervangingsinkomen bij arbeidsongeschiktheid garandeert) op te zeggen, ook al is de premie voor die polis veel hoger dan die voor een sociaal VAPZ. De mogelijke uitkering die de extra premie voor het sociale VAPZ oplevert, is namelijk veel lager dan die van een volwaardige polis gewaarborgd inkomen. Hebt u daarentegen nog geen polis gewaarborgd inkomen, maar wilt u toch iets voorzien voor het geval u arbeidsongeschikt zou worden, dan is het zeker te overwegen dat via een sociaal VAPZ te doen.

Vanuit een fiscaal standpunt is een sociaal VAPZ 15 % interessanter dan een gewoon VAPZ. De aftrek van de VAPZ-premies kan ook gecombineerd worden met de aftrek van de forfaitaire beroepskosten. Dat is vooral voor bedrijfsleiders extra voordelig in vergelijking met een particulier gesloten arbeidsongeschiktheidsverzekering, want die kan niet met het stelsel van de forfaitaire beroepskosten worden gecombineerd.

Voor een zelfstandig bedrijfsleider stipt Paul Van Eesbeeck nog een bijkomend voordeel aan. Veel bedrijfsleiders hebben via hun vennootschap een toezegging bij arbeidsongeschiktheid. Die is echter beperkt door de nieuwe ‘100 %-regel’ voor extralegale toezeggingen die de onderneming financiert bij arbeidsongeschiktheid. Dit betekent dat de onderneming de premies voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen niet kan aftrekken als die extralegale verzekering samen met de wettelijke ziekte- en invaliditeitsuitkering een vervangingsinkomen zou genereren van meer dan 100 % van het normale brutojaarsalaris. Omdat de meeste bedrijfsleiders zich een eerder beperkt inkomen uit hun vennootschap uitkeren, is de extralegale arbeidsongeschiktheidsuitkering die de onderneming financiert, beperkt. Een sociaal VAPZ kan die beperking buitenspel zetten, omdat de solidariteitsprestatie ‘vervangingsinkomen bij arbeidsongeschiktheid’ niet onderworpen is aan de 100 %-grens.

Johan Steenackers

Een sociaal VAPZ geeft 15 % meer fiscaal voordeel dan een gewoon VAPZ.

Een sociaal VAPZ is voor een zelfstandige geen reden om een polis gewaarborgd inkomen op te zeggen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content