Kempens zacht en Amerikaans hard

A jit Shetty van Janssen Pharmaceutica Beerse is thuis in de Kempen. Hij is niet hard, brutaal of arrogant en dat past bij het temperament van de meeste Kempenaren.

De voordelen van zijn vriendelijke, attentvolle, fijngevoelige inborst draaien in tijden van discussie en strategische heroriëntering om tot nadelen. Hebben Shetty en zijn team voldoende weerwerk geleverd tegen de druk van de Amerikaanse moeder Johnson & Johnson om productioneel op hoogtepunten te geraken terwijl tegelijk de researchafdeling – traditioneel de kern en de uniciteit van Janssen Pharmaceutica én de omzet- en winstmotor – uitgehold werd? Een insider: “Johnson & Johnson redeneert als een multinationale shampoofabriek, niet als een spitsbedrijf in de farmaresearch.”

Bij Janssen in Beerse staan 280 banen op de tocht. Geen drama kan men besluiten, want dat is nog geen 10% van de tewerkstelling (4000). De 280 medewerkers vloeien wel weg uit de ziel en het hart van Janssen: de research. Van de 4000 medewerkers zijn er een derde in het onderzoek actief en twee derde in de ontwikkeling.

De 54-jarige gedelegeerd bestuurder van Janssen Beerse wordt door zijn medewerkers van hoog tot laag op handen gedragen. De diep religieuze Indiër – hij wipt geregeld ‘s morgens binnen in de kerk van Vosselaar voor hij naar kantoor gaat – leidt sinds vijf jaar het Janssen-centrum in Beerse. Ajit Shetty werd geboren in het Indiase Nellora, dicht bij de oostkust (Coromandel). Hij trouwde met Christine Clerinx, een nichtje van dokter Paul Janssen.

Topondernemers van Indiase oorsprong zijn een uitzondering in België – de zeer gespecialiseerde en familiale diamantbedrijven van de Jains in Antwerpen even buiten beschouwing gelaten. De Californische journalist Joel Kotkin publiceerde in 1992 het boeiende boek Tribes – How Race, Religion and Identity Determine Success in the New Global Economy. In Tribes verscheen een hoofdstuk over “The Greater India”. Naast Britten, joden, Japanners, Chinezen en Arabieren zijn Indiërs door hun goede opleiding, netwerking en mobiliteit een economische stam om rekening mee te houden, toonde Kotkin aan. Een stam die al lang in massa het eigen schiereiland heeft verlaten.

Shetty is metaalbouwkundige van Cambridge University en MBA van Carnegie-Mellon. Zijn loopbaan begon in India als kwaliteitschef, waarna de overstap naar Vlaanderen en een leven bij Janssen Pharmaceutica volgden. Vrij snel werd hij als een kroonprins beschouwd, zowel om zijn kwaliteiten als om de familiale band met de bedrijfsstichter. Zijn uitvalsbasis werd de financiële directie. Vier jaar leidde hij Janssen USA, dicht bij het Amerikaanse moederbedrijf. Vanaf 1989 keerde hij terug naar Beerse, waar hij sinds 1995 gedelegeerd bestuurder is.

Ajit Shetty snauwt nooit, ziet er altijd ontspannen uit en is oprecht geïnteresseerd in het leven van de medewerkers. Hij sluit aan bij de traditie van zacht leiderschap van Janssen Pharmaceutica. De onderneming is jarenlang een modelbedrijf geweest waar de filosofie van het Verbond van Kristelijke Werkgevers en Kaderleden werd toegepast. Aan de researchkant was dokter Paul de natuurlijke chef; aan de managementkant waren Frans Van den Bergh ( Alto, oud-voorzitter VBO), Bob Stouthuysen (oud- VEV-voorzitter) en de vroeg overleden Philippe Vanavermaete geschikte duozitters.

Tot aan het vertrek van dokter Janssen in 1992 was de toestand eenvoudig: de farmadivisie van Johnson & Johnson was tweeledig met aan de ene zijde Janssen Pharmaceutica en aan de andere zijde de overige acquisities (waaronder Ortho). Janssen Pharma overklaste de zussen qua inventiviteit en medewerkers.

Na het adieu van dokter Paul werd Janssen Pharmaceutica in drieën opgedeeld: Janssen Europa, Janssen VS en Janssen Verre Oosten. De drie takken rapporteren aan een Amerikaan van de moederfirma, en Janssen Beerse is vandaag een van de 35 companies van de Janssen Groep. De eigen Janssen-cultuur verwaterde verder door de fusie met Cilag.

De Amerikanen hebben gewacht op het afscheid van dokter Janssen om de zelfstandige dochter in het keurslijf te wringen. Aan de grondslag van de sterkere controles ligt een mengeling van managementlogica, jaloezie en onbegrip voor de aanpak van dokter Janssen. De farmaceutica werd één business unit en de operationale zijde werd gestroomlijnd. Researchdirecteur Staf Van Reeth moest opzij en de hertekening van de groepsresearch, met ploegen die fysiek duizenden kilometer van elkaar werken, werd aangevat.

Dokter Paul Janssen en zijn staf verzamelden in Beerse de knapste koppen en gaven hen de grootste vrijheid. In dialoog, met kruisbestuiving, door geen gezeur over “hoeveel zal dat kosten” werden gedurende een kwarteeuw uitzonderlijke resultaten geboekt. Paul Janssen en zijn medewerkers vonden 75 producten op basis van 100.000 gesynthetiseerde moleculen of één product per 1333 syntheses, een wereldrecord. Het sectorgemiddelde is één per 10.000 moleculen.

Na dokter Paul begon het muggenziften, de research op bevel van de marketingchef van Johnson & Johnson (“X is een wijdverspreide ziekte. Kun je me over vijf jaar een geneesmiddel leveren?”) en de ontgoocheling in de laboratoriums in Beerse. Een reeks knappe koppen hield het voor bekeken. De fameuze “pijplijn” is armtierig.

Ziet u deze zachte achteruitgang? De verkoop van Janssen Pharmaceutica stijgt, op basis van de gepatenteerde eigen producten uit het verleden, de winst is oké, de betonmolens draaien. Maar de kip met de gouden eieren is geslacht, en hoeveel van de 4000 werknemers over tien jaar nog voor “Beerse” werken, is gissen.

Frans Crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content