Keihard katholiek
Vervangingspools voor onderwijzers: weg ermee. Het blad Klasse: in de prullenmand. Het Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs veroorlooft zich harde standpunten. De leiders ervan worden tot de meest invloedrijke Belgen gerekend.
Kanunnik André De Wolf (61), sinds 1990 directeur-generaal van het Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs (VSKO), de koepel van het katholiek onderwijs, heeft het niet makkelijk. De eensgezindheid binnen het katholiek onderwijs is niet meer wat ze geweest is.
Dat werd vlak voor de schoolvakantie op een pijnlijke manier duidelijk tijdens het debat rond de vervangingspools. De pools moeten wie pas in het onderwijs stapt een jaar werkzekerheid geven en het de scholen makkelijker maken vervangers te vinden. Het VSKO, in de omgang bekend als ‘de Guimardstraat’, was er aanvankelijk niet zo voor te vinden, wilde dan de scholen zelf laten beslissen op basis van plaatselijke behoeften, maar zei uiteindelijk toch njet. Er was volgens hen geen garantie dat de leerkrachten die voor de pool kozen het katholieke onderwijsproject zouden ondersteunen. Het VSKO richt zijn pijlen op de Vlaamse regering maar moet tezelfdertijd in de clinch met de COC, de lerarencentrale van het ACV, en met de inrichtende machten. Die steunen de pools wel.
Het VSKO krijgt dus kritiek van twee kanten. Een insider zegt: “Het VSKO wil gewoon zijn bevoorrechte positie bewaren. Tegenover de andere organen van de katholieke zuil én tegenover de minister.” De Vlaamse minister van Onderwijs Marleen Vanderpoorten (VLD) wil rechtstreeks met de scholen werken en niet via een tussenorganisatie.
Dat zint André De Wolf en Antoon Boone niet, het VSKO-duo dat de lijnen uittekent. De Wolf volgde tien jaar geleden de legendarische monseigneur Daelemans op. Met diploma’s filosofie, wiskunde en theologie op zak was hij professor moraaltheologie aan het seminarie van Gent. De Wolf was ook voorzitter van Welzijnszorg en waarnemend voorzitter van Caritas Catholica. Sinds 1994 is hij voorzitter van het Europees Comité voor het Katholiek Onderwijs.
De feitelijke nummer twee in lijn is Antoon Boone (60), secretaris-generaal bevoegd voor het secundair onderwijs. Boone, ook een geestelijke, is classicus en licentiaat katechetische wetenschappen, en sinds 1978 werkzaam in de Guimardstraat.
In het standaardwerk van de Leuvense politicoloog Wilfried Dewachter, Besluitvorming in Politiek België, worden de leiders van het VSKO tot de Belgen gerekend die de meeste invloed op de besluitvorming hebben. Kwantitatief meetbaar is het niet, maar het onderzoek is gebaseerd op de uitspraken van beleidsmakers zelf. Verwonderlijk zijn die conclusies echter niet als men weet dat 70% van de leerplichtigen naar een katholieke school gaat. Dat percentage is een handig pressiemiddel in de handen van de VSKO-top.
Boone verricht veel veldwerk. Hij ging vorig jaar op de bres staan voor de zogeheten scholengemeenschappen. Scholen die in elkaars buurt liggen moeten voor een aantal taken samenwerken. De samenwerkingsstructuren die daarvoor in het leven zijn geroepen, worden scholengemeenschappen genoemd. Boone kreeg de wind van voren van een boel schooldirecteurs die in de plannen van het VSKO een middel zagen om zijn macht te versterken. Boone: “Die argumenten raken kant noch wal. Wij voeren al jaren campagne voor een versterking van de lokale inrichtende machten en voor het oprichten van regionale, professionele inrichtende machten.”
Het is ook Boone die geregeld kritiek uit op Klasse, het tijdschrift van het Onderwijsdepartement dat zich richt tot leerkrachten, ouders en scholieren. Een steeds terugkomend verwijt is dat de overheid aan een soort van begeleiding van de groepen doet en dus zijn boekje te buiten gaat. In het verleden heeft het VSKO al verschillende keren geprobeerd het blad te boycotten. Nu wordt de kritiek beperkt tot de vraag om het geld voor andere middelen te gebruiken. Het VSKO publiceert zelf trouwens een aantal tijdschriften (het belangrijkste is Forum) en geregeld rollen boeken over diverse aspecten van het onderwijs van de persen. Die publicaties zijn een doordruk van het katholiek onderwijs: een ingewikkeld maar uiterst efficiënt kluwen van allerlei diensten en organisaties. Het VSKO vervult daarin een centrale rol.
Het VSKO ontstond pas in 1993 als gevolg van de splitsing van het Nationaal Secretariaat van het Katholiek Onderwijs (NSKO) per taalgemeenschap. Net als het NSKO is het VSKO nu een vrijwillige vereniging van scholen. De katholieke onderwijsinstellingen werden dan opgericht op initiatief van inrichtende machten zoals de diocesane overheden, onderwijzende orden en congregaties, plaatselijke schoolcomités of verenigingen. De Belgische bisschoppen vertrouwden de coördinatie van katholieke scholen toe aan centrale organen. Hun opdracht bestaat erin de pedagogische eenheid van het katholiek onderwijs te waarborgen.
Het VSKO fungeert als tussenpersoon tussen de Belgische bisschoppenconferentie en het Centraal Bureau van het Katholiek Onderwijs. Het Bureau is het beraadslagende en beslissende beleidsorgaan van het katholiek onderwijs. Op een aantal leden van de Vereniging van Inrichtende Machten van het Katholiek Onderwijs na, bestaat het Bureau uit geestelijken die als schooldirecteur, inspecteur of anderszins in de het onderwijs actief zijn.
Het VSKO omvat vijf verbonden van het katholiek onderwijs en een aantal algemene diensten onder leiding van de directeur-generaal. Centraal daarin is het comité van de secretarissen-generaal van het katholiek onderwijs. De vijf verbonden en hun secretarissen-generaal zijn: Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs (VVKBaO, Beatrijs Pletinckx), het Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs (VVKSO, Antoon Boone), het Vlaams Verbond van Katholieke Hogescholen (VVKHO, Hugo Mettepenningen), het Vlaams Verbond voor het Katholiek Buitengewoon Onderwijs (VVKBuO, Karel Casaer) en de Vlaamse Dienst van het Katholiek Volwassenenonderwijs (VDKVO, Paul Wille).
In het conflict met onderwijsminister Marleen Vanderpoorten zijn er geen haviken die de bovenhand halen op de duiven. Overpeinzingen van confessionele aard komen op de tweede plaats. Het VSKO aanvaardt binnen zijn net het bestaan van verschillende godsdiensten. Twintig jaar geleden was er zelfs sprake van om in katholieke scholen moslimonderricht te geven. In de praktijk kiest men ervoor om die kinderen kennis te laten maken met het katholicisme. Een veelzeggender voorbeeld: een drietal jaar geleden ontstond het plan om de universitaire opleiding in de kinesitherapie aan één onderwijsinstelling toe te vertrouwen: de KU Leuven. De Alma Mater zag er toen geen graten in om de verplichte godsdienstlessen voor de niet-gelovige studenten te laten vallen.
In een geseculariseerde samenleving positioneert het VSKO zich als de verdediger van de vrije schoolkeuze: vertaald betekent dat een behoud van de verschillende netten. De Wolf: “Er is nergens wetenschappelijk bewezen dat netoverschrijdend werken de kwaliteit van het onderwijs bevordert.”
alain mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier