KAREL, DE BESTE VAN DE REVE-BROERS
De in memoriams lagen klaar en waren lovend. Gerard Van het Reve was ‘contrariëteit’ van teen tot kop. Een parel aan het gewaad van Koning Ambras. Karel, zijn oudere broer, was evenwel straffer en maatschappelijk belangrijker. Deze oud-marxist legde de USSR en het communisme mee in de kist. Karel is daarom bij de smaakmakers van het politiek correcte vlooienspel minder in trek dan Gerard.
De communistische familie Van het Reve baarde twee zonen die ertoe deden: Gerard, de volksschrijver, en Karel, de academische Ruslandkenner. De eerste schreef naar Nederlandse normen onthutsende boeken, de tweede schreef voor Nederland even onthutsende essays, studies en artikelen over de onmenselijke, belachelijke, crapuleuze Sovjet-Unie.
Over de jongste Van het Reve, Ge- rard, zult u nog weken de loftrompet horen tuiten, zelfs met extra bijlagen in de progressieve pers. Over de oudste Van het Reve, gestorven in 1991, wordt in diezelfde hoek zuiniger gebazuind.
24-karaatse krompraat. Na een jeugd, een oorlog, een studietijd doordrenkt van simpel, idealistisch communisme werd Karel van het Reve onder meer door zijn teksten in Het Parool – het blad dat nu in handen is van Christian Van Thillo (De Persgroep) – de megafoon van de Russische dissidenten. Karel zorgde er ook mee voor dat in 1968 de schokkende ‘Gedachten over vooruitgang, vreedzame co-existentie en intellectuele vrijheid’ van de vooraanstaande kernfysicus Andrei Sakharov – tot dan een bejubelde Held van de USSR – in het Westen werden gepubliceerd. In 1969 schreef Karel in helder Nederlands ‘Het Geloof der Kameraden’, dat de leer van Marx en de rijke fabrikantenzoon Engels 24-karaatse krompraat noemde. Een citaat: “Boeken van westerse communisten of fellow-travellers en hun sympathisanten zijn niet bij machte de ontstellende waarheid onder ogen te zien dat een leer, waaraan miljoenen geloven en die soms door zeer ontwikkelde mensen wordt aangehangen, stellingen vervat waarvan een kind de onredelijkheid kan inzien.” Het boek van 234 bladzijden staat rond van de bewijzen dat Marx vernuftig was, maar zijn leer een ergerlijke dwaasheid.
De verschillende behandeling door links van Gerard – de volle lading lof – en Karel – respect zonder getoeter – is symptomatisch voor de infantiele Vergangenheitsbewältigung door wie in West-Europa uit overtuiging, uit meeloperij, uit opportunisme, uit domheid, uit oenigheid achter Marx aanhobbelde.
Laffe en schijnheilige mollen. Vergangenheitsbewältigung heeft de sonoriteit van braadworst, varkenspoten en Germania. Het is het moeizame en collectieve proces – de Selbstumerziehung – waarmee de Duitsers al vijftig jaar hun nationaalsocialistische uitspattingen trachten te begrijpen en uit te zuiveren.
De denazificering en de bestendige jacht op iedereen die maar verdacht kon worden – zelfs al had het er vaak geen uitstaans mee – van sympathie voor Hitler & consorten werd gevolgd, vervolgd, getreiterd, veroordeeld in de publieke opinie. Deze ontluizing was heilzaam, zelfs al waren er uitwassen. Denk maar aan de repressie in België, waar onder het mom van ‘antinazikamp’ elke lezer van De Standaard het meubilair uit zijn huis kon zien vliegen als het communistische Onafhankelijkheidsfront op breektocht was.
De andere ontluizing, die van de verantwoordelijken van de gruwel van 75 jaar terreur in de USSR en een halve eeuw in de volksdemocratieën, moet nog altijd beginnen op een schaal en met een intensiteit van de jacht op de nazi’s en hun hielenlikkers. Wie kent ze niet, de Vlaamse socialistische ministers van Staat die op politieke cocktails – en tot aan de vooravond van de val van het IJzeren Gordijn – pochten op hun prima contacten in het Rijk van het Kwaad en op de meerderwaardigheid van dat collectivistische onderdrukkingssysteem? Wie kent ze niet, de Vlaamse studentenleiders die vrijden met de Nieuwe Kerk van het oosten? Een van hen blijft tot vandaag de bewieroker in boek en woord van de massamoordenaar Stalin.
Het rekenschap eisen van de meelopers, de nuttige idioten, de spionnen, de contribuanten van de tweede totalitaire leer van de twintigste eeuw is nooit gestart in het Westen. In het Oosten is de zuivering aangevat, bescheiden en voorzichtig, met inachtneming van de rechtsstaat. De ‘kameraden’ in het Westen hebben zich koest gehouden, badend in het politiek correcte besef dat de leer juist was, en dat alleen de toepassing door de krengerige sovjets fout zat. De laffe en schijnheilige mollen schuilen in delen van de antiglobalistische beweging en de ngo-zwerm.
Vrienden van de USSR. In Vlaanderen is de leute koning en de wereld ver. Wij hebben geen klassebak als Frits Bolkestein met verhandelingen – begin van deze eeuw in Vrij Nederland – waarin werd geëist dat de vrienden van de USSR en haar Bantoestannen boeten. Het zou de milde, tegendraadse Karel van het Reve niet onwelgevallig zijn. De erudiet is voorbij de horizon verenigd met de populaire Gerard.
De auteur is directeur van Trends. Reacties: frans.crols@trends.be
Frans Crols
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier