KAPITALIST ZONDER KAPITAAL

Twee weken terug maakte het beursgenoteerde Christie’s International PLC wereldkundig dat de Franse holding Artemis 29,1% van zijn aandelen had verworven. Gevraagd naar meer uitleg, antwoordde Christie’s’ woordvoerder droogjes dat het veilinghuis er niet van op de hoogte was of de participatie al dan niet vijandig was, noch of ze al dan niet een aanzet was tot een volledige Franse controle. “Wij weten alleen dat de transactie is gebeurd en dat Artemis nu de grootste aandeelhouder van Christie’s is.” Artemis is via Financière Pinault voor 75,5% in handen van de familie Pinault en wordt geleid door François Pinault, een persoonlijke vriend van president Jacques Chirac en, zo wordt verteld, Frankrijks negende grootste fortuin. In Forbes‘ jongste overzicht van miljardairs prijkt François Pinault met een persoonlijke rijkdom van 3,6 miljard dollar (131 miljard frank) vóór soortgelijken als Gianni Agnelli en familie, mediagigant Rupert Murdoch, de Zuid-Afrikaanse diamantmijndynastie Oppenheimer en oliemagnaat David Rockefeller. Maar in tegenstelling tot Rockefeller, merkt het Amerikaanse zakenmagazine op, heeft Pinault zijn fortuin niet geërfd maar zelf verdiend.

Hoeveel François Pinault voor zijn aandeel in Christie’s heeft neergeteld, is niet openbaar. Analisten schatten het bedrag op 140 miljoen Britse pond (8,6 miljard frank). Ook naar Pinaults bedoeling blijft het gissen. Feit is dat François Pinault een van de grootste kunstverzamelaars – van hoofdzakelijk moderne kunst – van Frankrijk is en in die hoedanigheid, reeds sinds lang, een meer dan goede klant van Christie’s is. Meer zakelijke waarnemers wijzen op het feit dat Pinault, eind 1996 bevorderd tot officier in het Légion d’Honneur, met zijn jongste acquisitie anticipeert op een blijvend herstel van de kunstmarkt. Christie’s, opgericht in 1766, realiseerde in het in februari afgesloten boekjaar 20% meer winst en 20% meer verkopen dan het jaar voordien. Met een veilingbedrag ter waarde van 1,2 miljard pond verdrong Christie’s aartsrivaal Sotheby’s van zijn eertijds eerste plaats.

François Pinault werd geboren in 1936 in Champs-Géraux in Bretagne en moest op 16-jarige leeftijd zijn middelbare opleiding stopzetten om zijn vader te helpen in de familiale houtzagerij. Zelf is hij niet trots dat hij geen academische opleiding heeft genoten. “Het gebrek aan een formele opleiding is een verlies dat je voelt op de manier waarop gecultiveerde mensen naar je kijken. Het is een tekort dat je verplicht je hele leven te leren,” meent de nu 62-jarige zakenman en vader van vier kinderen. “Daarom lees ik elke morgen twee uur. Ik slaap vijf uur, van middernacht tot vijf uur ‘s morgens. Dan, voor ik begin te werken, studeer ik geschiedenis en aardrijkskunde. Ik lees romans. Ik probeer op de hoogte te blijven van wat er gebeurt in de wereld. Dit heb ik mijn hele leven gedaan.” Anderzijds ervaart hij de afwezigheid van een hogere vorming als een pluspunt in het anticiperen op zaken. “Universitaire waarheden hebben mijn hersenen niet vervormd,” lacht de eigenaar van Château Latour. “Hoe dan ook, ik redeneer een beetje anders dan de anderen, sommige zaken zie ik sneller dan de anderen. Ik ben ook stoutmoediger en meer bereid tot actie dan degenen die opgegroeid zijn als deel van het ‘establishment’.”

In 1959 sterft zijn vader en de jonge François neemt de houtzagerij over. In 1963 ziet de eerste Pinault-onderneming het daglicht – er ressorteren er thans zo’n 155 onder zijn imperium. Met een lening ter waarde van 100.000 Franse frank van zijn familie en advies van zijn plaatselijke bank, Crédit Lyonnais, diversifieert hij de gewone plankzagerij naar andere houtsoorten en distributie. Begin jaren ’70 koopt hij alle falende houtbedrijven in de streek op en bundelt ze tot een krachtige lokale houtgroep, die hij in 1973 verkoopt aan een Britse groep voor 20 miljoen Franse frank en twee jaar later terugkoopt voor 5 miljoen Franse frank.

De turnaround van slabakkende bedrijven, doorgaans in de hout- en houtverwerkende nijverheid, wordt Pinaults specialiteit. Daarbij maakt hij optimaal gebruik van de ‘bezorgheid’ van de Franse overheid om het aantal faillissementen te beperken. Zo koopt hij in 1986 Isory, een failliete producent van houtpanelen, voor een symbolische frank en 250 miljoen Franse frank overheidssteun. Het bedrijf is thans marktleider in de hexagoon met een omzet van meer dan 2 miljard Franse frank. In 1987 koopt hij de noodlijdende Normandische papierproducent Chapelle Darblay voor 700 miljoen Franse frank. Drie jaar later doet hij het bedrijf van de hand, met een winst van 520 miljoen Franse frank. Intussen ontwikkelde François Pinault de gave om de hogere politieke elite gunstig te stemmen – links zowel als republikeins als extreem rechts. Zo omringt hij zich ook voor het beleid van zijn imperium met een hechte groep van ex-ministeriëlen en kabinetsmedewerkers zoals bankier/filosoof Alain Minc, ooit rechterhand van premier Edouard Balladur, Serge Weinberg, énarque ( nvdr – oud-leerling van de Ecole Nationale d’Administration), en kabinetschef van Laurent Fabius begin jaren ’80, Jean-Paul Huchon, ook énarque en medewerker van Michel Rocard toen deze in Matignon huisde. Zegt een waarnemer: “Pinault zoekt mensen die gebroken hebben met het administratieve, politieke, Parijse circuit, maar in eerste instantie zijn het professionals van het hoogste niveau. Pinault verwacht van hen dezelfde nauwgezetheid en slagkracht die hij zichzelf oplegt.” Ongeduldig, veeleisend, ook charmant, altijd klaar voor een goede mop en uitermate goed gekleed, zoekt hij permanent actie, is hij voortdurend op zoek naar een goede transactie.

En hij heeft meer dan één goede transactie op zijn naam. Zoals de verwerving van de meubelketen Conforama en distributiegroep Au Printemps in 1991 of de portefeuille junk bonds van zijn eeuwig trouwe bankier Crédit Lyonnais. De financiële spitsvondigheid waarmee al deze deals zijn gefinancierd leverde hem, naast een leger ontevreden minderheidsaandeelhouders, in beurskringen de naam le capitaliste sans capitaux op. De afwezigheid van cash was in al deze acquisities, die gefinancierd werden via bankleningen en aandelen, een constante. Tot eind 1996 zetelde François Pinault, een van de grootste debiteuren van Crédit Lyonnais, in de raad van bestuur van de bank, terwijl Crédit Lyonnais zelf tot voor kort 24,6% aanhield van Financière Pinault.

De groep Pinault-Printemps-Redoute (PPR), die distributieketens als Fnac, La Redoute, Prisunic, Au printemps omsluit, realiseert 80 miljard Franse frank omzet en stelt 60.000 mensen tewerk. De portefeuille Amerikaanse junk bonds, geleid door ex- Drexel Burnham Lambert-discipel Leon Black, leverde François Pinault participaties op in typisch Amerikaanse bedrijven als Samsonite, Florsheim-schoenen, Converse-sportschoenen, Chi-Chi’s-restaurants en Vail Mountain Resort in Colorado.

CATHY BUYCK

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content