Kan het nog een toontje lager?

Januari was op zijn zachtst gezegd een bewogen maand. Ronald Janssen, sneeuw en ijs, de aardbeving in Haïti, AB InBev, Opel, Kim Clijsters tegen Justine Henin, werkgevers tegen vakbonden, ups en downs, vakbonden tegen werkgevers, pers tegen pers, warmer en dan weer kouder, minister tegen minister, een nieuwe Kardinaal, moedige veranderingen, een vergissing van de premier, een blik van een prins, Osama tegen Obama, enzovoort.

Genoeg om van ‘s morgens tot ‘s avonds aan radio en tv gekluisterd te zitten. Gezellig stressloos door het leven bij de haard. Zoveel om over te praten, en zoveel om misverstanden over te creëren. Met één openingszin wordt een debat ingeleid, en vervolgens ontstaat er een woordenoorlog om u tegen te zeggen. Klanken en sms’jes kruisen elkaar, ongeduldig, niet wachtend op de laatste lettergreep. Krantenkoppen moeten lokken, advocaten doen voorspellingen en quizuitslagen zijn – naar het schijnt – op voorhand bekend. Deze space war van het alfabet, Arabische of Chinese tekens en kalligrafieën allerhande via mails, bluetooth, sms, iPhones, iPods of iPads, faxen en grimassen bezorgt menige rustige burger een behoorlijke dosis stress en jaagt iedereen de bomen in.

De energie die opgevreten wordt door de non-communicatie en de nonsens die de wereld wordt ingestuurd, is immens. En hoe? Vaders en moeders die thuis hun kinderen erop wijzen dat het onbeleefd is grote mensen te onderbreken, blaffen elkaar af of stellen zeven keer dezelfde vraag terwijl de vorige nog maar half beantwoord werd. Omdat ze het antwoord willen horen dat ze graag horen, omdat ze gelijk willen hebben, over een glas bier of een glas fruitsap, over taalgebruik in een parlement, over het wel of niet kunnen opstaan op maandagmorgen, over de luiheid van de werklozen… Alles op een hoop, zonder scrupules, ‘stoken’, iedereen tegen elkaar. Geen seconde twijfel over de goede bedoelingen van vele media-actoren, maar zijn zij niet de slaaf aan het worden van hun eigen webrace?

Kon de tijd maar eens even stilgezet worden, en kon iedereen in een stralende zon bij temperaturen onder nul genieten van het moment dat alle bacteriën doodvriezen, zo in stilte samen buiten… Drama, sterke conflicten, creëren of kopiëren we ook in films. Gemiddeld meer dan een jaar schrijven aan een verhaal, elk woord en elke dialoog afwegen, karakters ontwikkelen en uitdiepen, trachten op tijd te nuanceren. Tijd is een luxe, time is money.

Ook in de fictie worden we op snelheid gepakt. Onzin viert hoogtij. Succes wordt opgeblazen en verdwijnt als een scheet in een fles. Personages worden oppervlakkig, vertrouwen elkaar nooit. Iedereen jaloers, achterdochtig en slecht. Gelukkig is het fictie! In de fakedemocratie worden fictie en werkelijkheid à volonté gemixt, worden mirakels aan de lopende band op het scherm vervuld, is er geweld voor iedereen, is seks taboe naargelang van de goesting, en zijn meningen vrij en belangrijk, zolang ze maar niet echt en ernstig zijn. Uit een grote speeldoos reality and speciality kan je dan formats kiezen, kopen, kopiëren of pikken en dan ongezouten of vervormd als origineel weer door een kabel naar oog en oor sturen van je landgenoten. Met de nodige handleiding om dat alles snel en met een beperkt budget uit te voeren.

Zonder computer hoeven we niet te chatten, kunnen we live met de buurman spreken. Zonder camera en micro, even zelf rustig met onze eigen ogen kijken, en luisteren zo lang we willen. Plots ontdekken dat we in een bijzonder land leven, met zoveel mensen die gewoon hun job doen, toegewijd, aan de band, in witte sectoren, op werven, ambtenaren, politieagenten, leerkrachten, politici, journalisten, zelfstandigen in winkels, tussen meubels, kiekens en keukens, in cafés en restaurants… Ondernemers die durven, die geloven in anderen die iets kunnen, vakgebonden groepen in vakgebieden die elkaar steunen, schitterende muzikanten, sporters die vechten en kreunen, acteurs die een ei kunnen spelen… Een land waar we vrij willen denken, elkaars kleur kunnen ontdekken, en lachen, los van de bittere ernst en de hardheid van het leven. En dan weer langzaam nieuwsgierig, verder naar buiten kijken; open, strijdvaardig en creatief kansen creëren. Daarvoor is tijd nodig, zonder tijd te verliezen, zonder jacht op elkaar, zonder te moeten scoren binnen een bepaalde tijd. Voortdurend achteruit kijken of opzij, kan gevaarlijk zijn bij het vooruit rijden. Extreem naar rechts of links kijkend zie je zeker niets meer. En vooruit willen we!

“Moei je d’er niet mee, kijk naar je eigen bord en doe eerst wat je zelf moet doen”, zei mijn moeder altijd. En in Spanje schijnt er ergens een goed restaurantje te zijn, El Bulli, dat binnenkort even zijn deuren sluit, voor twee jaar, om eens wat tijd te nemen. Verstandige man, denk ik, die Ferran Adrià, zeg maar meneer Bulli.

DE AUTEUR IS CINEAST.

Stijn Coninx

Onzin viert hoogtij. Succes wordt opgeblazen en verdwijnt als een scheet in een fles.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content