Kafkaiaanse toestanden rond vrijwilligerswerk
Vrijwilligers moeten opletten: de ‘sociale’ en de ‘fiscale’ regeling van hun vergoedingen lopen opnieuw uiteen.
Nu de Belgische frank sedert vorige week definitief naar de geschiedenisboeken is verwezen, is het ook op fiscaal gebied wennen aan de euro. Tal van vertrouwde bedragen in Belgische frank moeten nu in euro worden gelezen.
Transparant. In principe gebeurt dit door de bedragen te delen door 40,3399 (de waarde van één euro in Belgische frank). Maar aangezien een dergelijke mathematische omrekening tot heel wat moeilijke getallen aanleiding zou geven, heeft de wetgever aan de koning de bevoegdheid gegeven om de bedragen in Belgische frank om te zetten naar zogeheten transparante bedragen in euro.
Neem bijvoorbeeld het plafond van het aftrekbaar kostenforfait. Het basisbedrag ervan is gelijk aan 100.000 frank. Als men dit bedrag mathematisch zou omrekenen naar euro zou men uitkomen op een bedrag van 2478,94 euro. De koning heeft dan ook van de voormelde bevoegdheid gebruikgemaakt om het plafond om te zetten naar het transparant bedrag van 2500 euro.
Maar daarmee is het verhaal niet afgelopen. Zoals alle andere getallen die in de wetgeving op de personenbelasting voorkomen, moet ook dit getal nog worden aangepast aan de evolutie van het indexcijfer. Daarom bedraagt het plafond inzake forfaitaire beroepskosten voor het aanslagjaar 2002 bijvoorbeeld niet 2500 euro, maar wel 2880 euro.
Een ander voorbeeld: het minimumbedrag van de aftrekbare giften. Dat was gelijk aan 1000 frank. Bij een mathematische omrekening naar euro zou het getal zijn uitgekomen op 24,79 euro. De koning heeft daar 25 euro van gemaakt. Ook dit bedrag moet nog worden aangepast aan de evolutie van het indexcijfer. Dat was trouwens ook het geval met het bedrag in Belgische frank. Maar gezien het spel van de afrondingsregels is het basisbedrag van 1000 frank in het verleden nooit gestegen. Voor de indexatie van de bedragen in euro gelden evenwel aangepaste afrondingsregels. En die hebben tot gevolg dat het minimumplafond plots wél is omhooggegaan. Aangepast aan het indexcijfer bedraagt het nu 30 euro.
Al deze naar euro omgezette bedragen vindt u inmiddels terug in de verschillende wetten en koninklijke en ministeriële besluiten. Zij zijn allemaal in de loop van de voorbije maanden en jaren in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
Omzendbrieven. Sommige bedragen komen evenwel in geen enkele wettekst of reglementair besluit voor, maar staan te lezen in administratieve omzendbrieven of commentaren. Het gaat dan om cijfers die door de administratie in de loop der tijden om praktische redenen naar voor zijn geschoven. Zo is er bijvoorbeeld de regeling inzake amateurploegsporten. In de praktijk is er altijd weer discussie ontstaan over de vraag hoeveel bijvoorbeeld een amateurvoetballer mag worden betaald vóór die vergoeding het karakter krijgt van een belastbaar inkomen. Om aan die discussies een einde te maken, heeft de administratie vele jaren geleden beslist dat de lat bij spelers van de jeugd- en reserveploegen van amateurvoetbalclubs op 500 frank ligt.
Hoe moet dit bedrag van 500 frank (dat nota bene nooit is aangepast of geïndexeerd) worden omgezet naar euro? Een tijd geleden heeft de administratie laten weten dat dit mag gebeuren door het bedrag simpelweg te delen door 40. De lat ligt dus nu op 12,50 euro.
Vrijwilligers. Normaal zou men dan verwachten dat deze eenvoudige omrekeningsregel ook mag worden gebruikt voor andere bedragen die de administratie in de loop der tijden heeft vastgesteld. Maar dat blijkt bij nader inzien niet steeds het geval te zijn. Neem bijvoorbeeld de vergoedingen die bij zogenaamd vrijwilligerswerk belastingvrij kunnen worden uitgekeerd. Aangezien ook op dit punt steeds weer discussies opdoken, heeft de administratie drie jaar geleden beslist de lat op 1000 frank per dag te leggen en op 40.000 frank per jaar.
Hoe moet de omzetting hier gebeuren? Eigenaardig genoeg heeft de administratie beslist dat die bedragen niet eenvoudig mogen worden omgerekend door ze te delen door 40 (wat ronde bedragen van 25 euro en 1000 euro zou hebben opgeleverd); maar dat de omrekening hier mathematisch moet gebeuren. Dus door ze te delen door 40,3399. Het gevolg is dat de belastingvrije bedragen in het vrijwilligerswerk nu zijn vastgesteld op – hou u vast – 24,79 euro per dag en 991,57 euro per jaar.
Wie bedrijvig is in het vrijwilligerswerk moet dus uitkijken. De administratie gaat er immers van uit dat vergoedingen die de gestelde grens overschrijden integraal belastbaar zijn. Wie bij vrijwilligerswerk een vergoeding toekent van bijvoorbeeld 25 euro in plaats van het onhandige bedrag van 24,79 euro riskeert bijgevolg dat de betrokken vrijwilliger alsnog wordt belast. Kafka is niet ver weg.
Sociaal. Vanwaar de beslissing om mathematisch om te rekenen? Dat heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat dezelfde bedragen ook gelden op het gebied van de sociale zekerheid. Bedragen die bij vrijwilligerswerk worden betaald en de gestelde grenzen niet overstijgen, zijn ook vrij van werknemers- en werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid. De omzetting van de bedragen naar euro gebeurt ook daar mathematisch.
De mathematische omrekening heeft zodoende tot gevolg dat de bedragen zowel op fiscaal als sociaal vlak gelijklopen. Maar van die mooie bedoeling komt uiteindelijk niets in huis. Op sociaal gebied worden de voormelde bedragen immers geïndexeerd, terwijl daar op fiscaal gebied (nog) geen sprake van is. Het gevolg is dat de daggrens op sociaal gebied inmiddels al is gestegen naar 25,29 euro en de jaargrens naar 1011,40 euro, terwijl de fiscale bedragen ter plaatse blijven trappelen op respectievelijk 24,79 euro per dag en 991,57 euro per jaar. Met als gevolg dat vergoedingen die binnen de hogere sociale grens vallen, fiscaal wél in de fout gaan.
Jan Van Dyck [{ssquf}]
De auteur is advocaat en hoofdredacteur van ‘Fiscoloog’.
Aftrekbare giften moeten voortaan minstens 30 euro bedragen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier